Koninklijk besluit betreffende de opleiding van het personeel van de beveiligingsondernemingen en de erkenning van de opleidingsinstellingen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-12-1990 en tekstbijwerking tot 09-11-1996), de 17 décembre 1990

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient verstaan onder :

  1. (- de wet : wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten;

    - het koninklijk besluit : koninklijk besluit van 17 december 1990 betreffende de opleiding van het personeel van de beveiligingsondernemingen en de erkenning van de opleidingsinstellingen.)

  2. leidend personeel : de personen bedoeld in artikel 5, eerste lid van de wet;

  3. uitvoerend personeel : de personen bedoeld in artikel 6, eerste lid van de wet.

    Art. 2. Niemand kan de werkelijke leiding van een beveiligingsonderneming waarnemen of effectief als uitvoerend personeel de in artikel 1, § 3 van de wet bepaalde activiteiten uitoefenen, tenzij hij het bewijs levert dat hij met vrucht de in dit besluit geregelde opleiding heeft beëindigd in een door de Minister van Binnenlandse Zaken erkende instelling.

    (Het personeel dat op datum van de erkenning in dienst is bij de onderneming, dient de basisopleidingen, voorzien in artikelen 3, 5 en 6 van het koninklijk besluit, met vrucht te hebben beëindigd binnen de negen maand na het bekomen van de erkenning.)

    Art. 3. Het leidinggevend personeel dient een specifieke opleiding te volgen van minimum 45 uren die minstens uit de volgende vakken bestaat :

  4. algemene beveiligingsfilosofie en risicomanagement (beveiliging, beveiligingsmethoden en -technieken, beveiligingsindustrie) : 15 uren, waarvan 6 uren praktische oefeningen;

  5. recht (meer bepaald reglementering van de sector, onderhoudscontracten, verzekeringen, aansprakelijkheid, lokale reglementeringen) : 12 uren waarvan 3 uren praktische oefeningen;

  6. personeelsselectie : 3 uren;

  7. projecteringsoefeningen : 12 uren;

  8. deontologie, rechten en plichten : 3 uren.

    Bovendien dient het te slagen in een proef waaruit de beroepskennis blijkt.

    Art. 4. § 1. (Om te kunnen aangeworven worden dient het uitvoerend personeel een medisch onderzoek te doorstaan waaruit de lichamelijke geschiktheid blijkt voor de activiteit waarvoor de persoon solliciteert.)

    § 2. (Dit onderzoek) en de manier waarop (het resultaat) ervan geëvalueerd worden, worden vastgelegd in een reglement dat de onderneming ter goedkeuring aan de Minister van Binnenlandse Zaken voorlegt.

    Art. 5. Het uitvoerend personeel gespecialiseerd in de conceptie van alarmsystemen en -centrales dient een opleiding te volgen van minimum 45 uren die minstens uit de volgende vakken bestaat :

  9. algemene vakken : 21 uren onderverdeeld als volgt :

    - beveiligingsfilosofie : 3 uren;

    - verzekeringen : 3 uren;

    - risico-analyse : beveiligingstheorie : 3 uren;

    - lokale reglementeringen : 3 uren;

    - reglementering van de sector : 3 uren;

    - risico-beheersplan : 3 uren;

    - risico-praktijk : 3 uren;

  10. organisatorische en bouwkundige beveiliging : 6 uren;

  11. elektronische beveiliging : 9 uren meer bepaald inbraakbeveiliging, toegangscontrole, camerabewaking, projecteringsoefeningen;

  12. voorstelling van beveiligingsmateriaal : 9 uren.

    Art. 6. (Het uitvoerend personeel gespecialiseerd in de installatie en het onderhoud van alarmsystemen en -centrales dient een opleiding te volgen van minimum 45 uren, die uit de volgende vakken bestaat :

  13. wetgeving, rechten en plichten, deontologie : 6 uren;

  14. organisatorische en bouwkundige beveiliging : 3 uren;

  15. elektronische beveiliging : 24 uren met o.m. inbraakbeveiliging, toegangscontrole, camerabewaking, projecteringsoefeningen, voorstelling van beveiligingsmateriaal;

  16. praktische oefeningen (installatie en onderhoud van alarmsystemen en -centrales) : 12 uren.)

    (Lid 2 opgeheven)

    Art. 7. Indien een beveiligingsonderneming bestaat uit maximum vijf personen, leidend en uitvoerend personeel tezamen gerekend, moet het leidend personeel dat zelf ook activiteiten van conceptie, installatie of onderhoud van alarmsystemen uitoefent, eveneens de hiervoren beschreven opleiding voor het uitvoerend personeel volgen.

    Art. 8. § 1. Om te slagen in de in dit besluit voorziene examens en proeven, moet minimum 50 % van de punten behaald worden voor elk gedoceerd vak en minimum 60 % van de punten voor het totaal van de geëxamineerde vakken.

    § 2. Diegene die met vrucht respectievelijk de in artikelen 3, 5 en 6 van het koninklijk besluit bepaalde opleiding...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT