Koninklijk besluit met betrekking tot vastgoedbevaks (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-12-2010 en tekstbijwerking tot, de 7 décembre 2010

http://www.juridat.be"/cgi_loi/arch_a.pl?N=&=&sql=(text+contains+(''))&rech=1&language=nl&tri=dd+AS+RANK&numero=1&table_name=wet&cn=2010120705&caller=archive&fromtab=wet&la=N&ver_arch=001"

TITEL I - Algemene bepalingen

Artikel 1. § 1. Dit besluit definieert, krachtens artikel 7, tweede lid, van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, de in artikel 7, eerste lid, 5°, van diezelfde wet bedoelde categorie van toegelaten beleggingen.

Dit besluit is van toepassing op de volgende instellingen voor collectieve belegging :

  1. de in de artikelen 17 en 19 van voornoemde wet bedoelde openbare instellingen voor collectieve belegging met een vast aantal rechten van deelneming die opteren voor de in deze paragraaf bedoelde categorie van toegelaten beleggingen;

  2. de in de artikelen 100 en 102 van voornoemde wet bedoelde institutionele instellingen voor collectieve belegging met een vast aantal rechten van deelneming die opteren voor de in deze paragraaf bedoelde categorie van toegelaten beleggingen.

    § 2. De in § 1 bedoelde instellingen kunnen enkel als beleggingsvennootschap met vast kapitaal worden opgericht.

    Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt, behoudens andersluidende bepaling, verstaan onder :

  3. de wet : de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles;

  4. de wet van 22 maart 1993 : de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen;

  5. de wet van 6 april 1995 : de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen;

  6. de wet van 2 augustus 2002 : de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;

  7. de wet van 16 juni 2006 : de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt;

  8. de wet van 2 mei 2007 : de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen (1);

  9. het koninklijk besluit van 10 april 1995 : het koninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks;

  10. het koninklijk besluit van 30 januari 2001 : het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen;

  11. het koninklijk besluit van 7 maart 2006 : het koninklijk besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot de effectenleningen door bepaalde instellingen voor collectieve belegging;

  12. het koninklijk besluit van 21 juni 2006 : het koninklijk besluit van 21 juni 2006 op de boekhouding, de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van openbare vastgoedbevaks, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks;

  13. het koninklijk besluit van 14 november 2007 : het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt;

  14. Verordening (EG) nr. 1606/2002 : Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen;

  15. vennootschap met vast kapitaal voor belegging in vastgoed (verkort : "vastgoedbevak") : de instelling voor collectieve belegging naar Belgisch recht bedoeld in de artikelen 17 en 19 of de artikelen 100 en 102 van de wet, met als uitsluitend doel de collectieve belegging in de in artikel 7, eerste lid, 5°, van de wet bedoelde categorie van toegelaten beleggingen;

  16. openbare vastgoedbevak : de instelling voor collectieve belegging bedoeld in artikel 1, § 1, tweede lid, 1°;

  17. institutionele vastgoedbevak : de instelling voor collectieve belegging bedoeld in artikel 1, § 1, tweede lid, 2°;

  18. vastgoedvennootschap : de vennootschap naar Belgisch of buitenlands recht met als statutair hoofddoel de oprichting, de verwerving, het beheer, het verbouwen of de verkoop, alsook de verhuur van vastgoed voor eigen rekening, of het bezit van deelnemingen in vennootschappen met een soortgelijk doel;

  19. gereglementeerde markt : een gereglementeerde markt in de zin van artikel 2, 3°, 5°, 6°, van de wet van 2 augustus 2002;

  20. institutionele of professionele beleggers : de institutionele of professionele beleggers in de zin van artikel 5, § 3, van de wet;

  21. netto-inventariswaarde : de waarde die wordt verkregen door het geconsolideerde nettoactief van de vastgoedbevak, na aftrek van de minderheidsbelangen, of, indien geen consolidatie plaatsvindt, het nettoactief op statutair niveau, te delen door het aantal door de vastgoedbevak uitgegeven aandelen, na aftrek van de eigen aandelen die, in voorkomend geval op geconsolideerd niveau, worden gehouden;

  22. vastgoed :

    - onroerende goederen als gedefinieerd in artikel 517 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, en de zakelijke rechten op onroerende goederen;

    - aandelen met stemrecht uitgegeven door vastgoedvennootschappen, die exclusief of gezamenlijk worden gecontroleerd door de vastgoedbevak;

    - optierechten op vastgoed;

    - aandelen van openbare of institutionele vastgoedbevaks, op voorwaarde dat hierover, in laatstgenoemd geval, een gezamenlijke of exclusieve controle wordt uitgeoefend;

    - rechten van deelneming in buitenlandse instellingen voor collectieve belegging in vastgoed die zijn ingeschreven op de in artikel 129 van de wet bedoelde lijst;

    - rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in vastgoed die in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte zijn gevestigd en niet zijn ingeschreven op de in artikel 129 van de wet bedoelde lijst, voor zover zij aan een gelijkwaardig toezicht zijn onderworpen als de openbare vastgoedbevaks;

    - vastgoedcertificaten, zoals bedoeld in artikel 5, § 4, van de wet van 16 juni 2006;

    - rechten die voortvloeien uit contracten waarbij aan de vastgoedbevak één of meer goederen in leasing worden gegeven, of andere analoge gebruiksrechten worden verleend;

  23. leasing : de leasing waarvan sprake in de IFRS-normen;

  24. effecten : de effecten zoals gedefinieerd in artikel 2, 31°, van de wet van 2 augustus 2002;

  25. toegelaten afdekkingsinstrumenten : de financiële instrumenten bedoeld in artikel 2, 1°, d), van de wet van 2 augustus 2002, die er uitsluitend toe strekken het rente- en wisselkoersrisico te dekken in het kader van de financiering en het beheer van het vastgoed van de vastgoedbevak;

  26. promotoren van de openbare vastgoedbevak : onder voorbehoud van artikel 21, de personen die een exclusieve of gezamenlijke controle uitoefenen over de openbare vastgoedbevak of over de zaakvoerder-rechtspersoon van de openbare vastgoedbevak die de vorm van een commanditaire vennootschap op aandelen heeft aangenomen;

  27. deskundige : de krachtens artikel 6 door de vastgoedbevak aangeduide vastgoeddeskundige(n);

  28. persoon belast met de financiële dienst : de conform artikel 49 aangeduide financiële instelling die instaat voor de financiële dienst en voor de uitkering van het dividend en het overschot na vereffening, voor de afwikkeling van de door de openbare vastgoedbevak uitgegeven effecten en voor de verkrijgbaarstelling van de informatie die de vastgoedbevak krachtens de wetten en reglementen openbaar moet maken;

  29. controle : de controle zoals gedefinieerd in artikel 5 en volgende van het Wetboek van vennootschappen;

  30. gezamenlijke controle : de gezamenlijke controle zoals gedefinieerd in artikel 9 van het Wetboek van vennootschappen;

  31. exclusieve controle : de exclusieve controle zoals gedefinieerd in artikel 8 van het Wetboek van vennootschappen;

  32. in onderling overleg handelende persoon : de persoon die in onderling overleg handelt zoals gedefinieerd in artikel 3, § 1, 13°, van de wet van 2 mei 2007;

  33. dochtervennootschap : de dochtervennootschap zoals gedefinieerd in artikel 6, 2°, van het Wetboek van Vennootschappen;

  34. gezamenlijke dochtervennootschap : de gezamenlijke dochtervennootschap zoals gedefinieerd in artikel 9, tweede lid, van het Wetboek van vennootschappen;

  35. verbonden personen : de personen bedoeld in artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen;

  36. deelneming : de deelneming zoals gedefinieerd in artikel 13 van het Wetboek van vennootschappen;

  37. vennootschappen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat : de vennootschappen bedoeld in artikel 14 van het Wetboek van vennootschappen;

  38. IFRS-normen : de internationale standaarden voor jaarrekeningen goedgekeurde door de Europese Commissie met toepassing van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1606/2002; en

  39. [1 FSMA]1 : [1 Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten]1 bedoeld in artikel 44 van de wet van 2 augustus 2002.

    ----------

    (1)

    TITEL II - Openbare vastgoedbevak

    Art. 3. Deze titel regelt het statuut van de openbare vastgoedbevaks.

    HOOFDSTUK I - Inschrijvingsvoorwaarden

    Afdeling 1 - Inschrijvingsdossier

    Art. 4.§ 1. De openbare vastgoedbevak moet een inschrijvingsaanvraag indienen bij de [1 FSMA]1.

    Onverminderd de wettelijke bepalingen, moet bij de inschrijvingsaanvraag een dossier met de volgende informatie worden gevoegd :

  40. een kopie van de statuten van de openbare vastgoedbevak (in voorkomend geval, in ontwerpvorm) alsook, in voorkomend geval, een kopie van de statuten van de zaakvoerder-rechtspersoon van de openbare vastgoedbevak die de vorm van een commanditaire vennootschap op aandelen heeft aangenomen;

  41. de opgave van de personen met wie de openbare vastgoedbevak is verbonden of een deelnemingsverhouding heeft, en de aandeelhoudersovereenkomsten die de aandeelhouders van de openbare vastgoedbevak, in voorkomend geval, hebben gesloten;

  42. de opgave van de identiteit van de promotoren van de openbare vastgoedbevak;

  43. de samenstelling van de vennootschapsorganen van de openbare vastgoedbevak en van de zaakvoerder-rechtspersoon van de openbare vastgoedbevak die de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT