21 FEBRUARI 2010. - Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 2. In artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, vervangen bij de wet van 21 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in het vierde lid, worden de woorden « De rechter motiveert in het bijzonder zijn beslissing op dat punt. » vervangen door de woorden « Wat dit punt betreft, omkleedt de rechter zijn beslissing tot verlaging met bijzondere redenen. »;

  2. het vijfde lid wordt vervangen als volgt :

    Wanneer binnen eenzelfde gerechtelijke band meerdere partijen de rechtsplegingsvergoeding ten laste van één of meer in het ongelijk gestelde partijen genieten, bedraagt het bedrag ervan maximum het dubbel van de maximale rechtsplegingsvergoeding waarop de begunstigde die gerechtigd is om de hoogste vergoeding te eisen aanspraak kan maken. Ze wordt door de rechter tussen de partijen verdeeld.

    ;

  3. het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende :

    Wanneer het geding wordt afgesloten met een beslissing gewezen bij verstek en geen enkele in het ongelijk gestelde partij ooit is verschenen, of wanneer alle in het ongelijk gestelde partijen op de inleidende zitting zijn verschenen maar de rechtsvordering niet hebben betwist, of wanneer zij uitsluitend uitstel van betaling vragen, is het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding dat van de minimumvergoeding.

    Geen enkele vergoeding is verschuldigd ten laste van de Staat :

    1° wanneer het openbaar ministerie bij wege van rechtsvordering in burgerlijke procedures tussenkomt overeenkomstig artikel 138bis, § 1;

    2° wanneer het arbeidsauditoraat een rechtsvordering instelt voor de arbeidsgerechten overeenkomstig artikel 138bis, § 2.

    .

    HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het Wetboek van Strafvordering

    Art. 3. In artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij de wet van 21 april 2007, worden de woorden « en aan de burgerrechtelijk aansprakelijke persoon » ingevoegd tussen het woord « beklaagde » en de woorden « betalen van de vergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek ».

    HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT