Eerste Bestuursovereenkomst tussen de Staat en het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). (NOTA 1 : De woorden ' Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ' worden vervangen door de woorden ' Kas der geneeskundige verzorging van N.M.B.S. Holding ' ; zie KB ..., de 8 avril 2002

TITEL I. - Definities.

Artikel 1. Definities.

In deze overeenkomst wordt verstaan onder :

  1. " Instituut " : het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, bedoeld in artikel 10 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

  2. " Algemeen beheerscomité " : het algemeen beheerscomité van het Instituut bedoeld in artikel 11 van de voornoemde gecoördineerde wet.

  3. " Algemene raad " : de algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging, bedoeld in artikel 15 van de voornoemde gecoördineerde wet.

  4. " Verzekeringscomité " : het comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging bedoeld in artikel 22 van de voornoemde gecoördineerde wet.

  5. " Bijzonder solidariteitsfonds " : het fonds dat is opgericht bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Instituut krachtens artikel 25 van de voornoemde gecoördineerde wet.

  6. " Beheerscomité van de mijnwerkers " : het beheerscomité bedoeld in artikel 78bis van de voornoemde gecoördineerde wet.

  7. " Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen " : het beheerscomité bedoeld in artikel 79 van de voornoemde gecoördineerde wet.

  8. " Comité van de Dienst voor geneeskundige controle " : het comité bedoeld in artikel 140 van de voornoemde gecoördineerde wet.

  9. " Comité van de Dienst voor administratieve controle " : het comité bedoeld in artikel 160 van de voornoemde gecoördineerde wet.

  10. " Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen " : het beheerscomité bedoeld in artikel 39, § 1, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid ten voordele van de zelfstandigen.

  11. " Verzekeringsinstellingen " : de landsbonden, bedoeld in artikel 6 van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, bedoeld in artikel 5 van de voornoemde gecoördineerde wet en de Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, bedoeld in artikel 6 van de voornoemde gecoördineerde wet.

  12. " Boordtabellen " : de boordtabellen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid.

    TITEL II. - Opdrachten en taken.

    Art. 2. Opdrachten en taken.

    Krachtens de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, is het Instituut belast met het administratief en financieel beheer van de verzekering voor geneeskundige verzorging, van de uitkeringsverzekering (de uitkering bij arbeidsongeschiktheid en de uitkering voor begrafeniskosten) en van de moederschapsverzekering.

    In dat raam heeft het Instituut als opdracht :

  13. de geneeskundige verstrekkingen die door de verplichte verzekering gedekt zijn (tarifering, reglementering, nomenclatuur, verzekerbaarheid van rechthebbenden,...) te beheren;

  14. het toekennen van de uitkeringen (wegens arbeidsongeschiktheid, voor begrafeniskosten en wegens moederschap) die worden verleend aan de rechthebbenden van de verplichte verzekering te beheren;

  15. de naleving van de wets- en verordeningsbepalingen door de zorgverleners (inzonderheid het gebruik van de nomenclatuur) en door de verzekeringsinstellingen te controleren.

    Fundamenteel behoort elke opdracht van het Instituut tot een van de volgende categorieën :

  16. de operationele opdrachten, die de taken omvatten die de Administratie moet uitvoeren om haar wettelijke verplichtingen in de ruime zin na te komen;

  17. de ondersteunende opdrachten, die alle middelen omvatten die noodzakelijk zijn voor de werking van de Administratie.

    Art. 3. De operationele opdrachten.

    Het gaat om de opdrachten waarvoor de gebruiker een derde is. Er zal worden gesproken over financiële of over administratieve opdrachten naargelang die opdrachten al dan niet bewegingen van fondsen meebrengen.

    De financiële opdrachten bestaan erin te :

    Betalen : het Instituut doet stortingen aan verschillende gebruikers. Het kan bijvoorbeeld gaan om laboratoria, pensioenkassen of zorgverleners.

    Innen : het gaat om de controle op de verzekeringsplicht en de inning van bedragen ten laste van de gepensioneerden (bijdragen geneeskundige verzorging), de verzekeringsmaatschappijen (bijdragen op verzekeringspremies en bijkomende premies) en de farmaceutische firma's (heffingen per verpakking en heffingen op omzetcijfers). Het gaat ook om de inning van de boetes ten laste van zorgverleners.

    Verdelen : enerzijds verdeelt het Instituut fondsen onder de verzekeringsinstellingen voor de financiering van de prestaties en voor die van hun eigen werking en anderzijds stort het een deel van de inkomsten aan andere sociale parastatalen omdat die een dekking inzake geneeskundige verzorging waarborgen.

    Terugvorderen : het Instituut vordert bepaalde onrechtmatig verleende prestaties terug (met inbegrip van de overschrijdingen van enveloppen) alsook verschuldigde maar niet geïnde bijdragen.

    De administratieve opdrachten bestaan erin (te) :

    Toe te kennen : het Instituut stelt verschillende rechten vast en kent ze toe in het raam van met name de verwerking van :

    - aanvragen om aanneming voor vergoeding van geneesmiddelen en implantaten;

    - accrediteringsaanvragen;

    - forfaitaire honoraria voor klinische biologie en medische beeldvorming die aan ieder ziekenhuis worden toegekend;

    - aanvragen om tegemoetkoming van het Bijzonder solidariteitsfonds;

    - invaliditeitsdossiers;

    - enz.

    Controleren : dit begrip houdt het volgende in

    - de technische en administratieve controle in de verzekeringsinstellingen;

    - de validering van statistische, boekhoudkundige en financiële gegevens;

    - het onderzoek naar de realiteit (effectieve aflevering) en de conformiteit (naleving van de geldende regels en normen) van de medische en paramedische praktijken alsook meer specifieke controles in de rustoorden en rust- en verzorgingstehuizen.

    Regelen : in het Instituut bestaan er meerdere diensten die in het kader van hun bevoegdheden belast zijn met de behandeling van verschillende geschillen.

    Reglementeren : over het algemeen delen alle diensten van het Instituut instructies mee aan de verzekeringsinstellingen in de vorm van omzendbrieven. De Dienst voor geneeskundige verzorging en de Dienst voor uitkeringen beschikken bovendien over een specifieke verordenende bevoegdheid.

    Meedelen : het Instituut reikt een aantal getuigschriften uit en doet een aantal kennisgevingen (beslissingen inzake de erkenning van de invaliditeit, uitreiking van voorlopige bijdragebons, duplicaten van getuigschriften,...).

    Organiseren : het Instituut staat in voor de werking van de beheersorganen van de verschillende diensten alsook van talrijke overleg-, erkennings- en bestraffingsorganen.

    Informeren : het Instituut beheert heel wat databanken die het in staat stellen om statistieken op te stellen die intern of extern worden verspreid. Het voert talrijke studies uit en publiceert ze. De ontwikkeling en de modernisering van de externe communicatie maken deel uit van de strategische prioriteiten van het Instituut.

    Adviseren : het Instituut bereidt op eigen initiatief of op verzoek van de toeziende overheden de wetgeving voor en evalueert ze aan de hand van voorstellen en adviezen. Het stelt de begrotingen van de verzekering op. Het brengt ook talrijke adviezen uit betreffende de wetgeving en de uitgaven.

    In bijlage 1 gaat een gedetailleerde beschrijving van de hieraan verbonden opdrachten en taken.

    Art. 4. De ondersteunende opdrachten.

    Het gaat om opdrachten waarvoor het Instituut zelf de gebruiker is.

    Zij bestaan uit :

    - het beheer van het personeelseffectief, met inbegrip van de interne communicatie;

    - het beheer van de roerende en onroerende goederen;

    - het beheer van de financiën;

    - het beheer van de informatieverwerking.

    In bijlage 1 gaat een gedetailleerde beschrijving van die opdrachten en taken die hieraan zijn verbonden.

    TITEL III. - Krachtlijnen.

    Art. 5. Krachtlijnen.

    Tussen de Staat en het Instituut is overeengekomen om 4 grote krachtlijnen in aanmerking te nemen waarvoor de administratie, in het raam van haar bevoegdheid en voor de uitoefening van haar taken, de noodzakelijke menselijke en materiële middelen zal inzetten en de meetinstrumenten zal ontwikkelen die noodzakelijk zijn voor de opvolging van hun uitvoering.

    De volgende krachtlijnen zijn in onderling overleg tussen de partijen overeengekomen :

  18. de medewerking van het Instituut aan de ontwikkeling van de informatie en van de middelen die nodig zijn voor de beheersing van de uitgaven aangaande de verstrekkingen van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;

  19. de verbetering van de administratieve dienstverlening aan de gebruikers die de verzekering genieten - om te kunnen beantwoorden aan de bepalingen van het handvest van de sociaal verzekerde en om de toegankelijkheid tot de verstrekkingen van de verzekering te waarborgen - en aan de verschillende partijen die aan de opdrachten van het Instituut meewerken;

  20. de medewerking, op adequate wijze, aan de eenvormige toepassing van de wetgeving zoals bepaald in de GVU-wet;

  21. de vereenvoudiging en de verbetering van de administratieve procedures.

    In het kader van de opdrachten die de wet aan het Instituut heeft toevertrouwd, zal tijdens de duur van de overeenkomst aan deze krachtlijnen een bijzondere aandacht worden besteed.

    Om daaraan tegemoet te komen zijn veranderingen van de werkorganisatie en de verschillende procedures noodzakelijk, zal een beroep moeten worden gedaan op de informatica, moet een herkwalificatie van bepaalde taken worden doorgevoerd en moet meer worden geïnvesteerd in het beheer en de opleiding van de personeelsleden.

    Het is de taak van het Instituut en zijn administratie om in het raam van de toegekende autonomie en van de toebedeelde middelen, daartoe alle nodige...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT