TWEEDE BESTUURSOVEREENKOMST TUSSEN DE BELGISCHE STAAT EN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN., de 31 mars 2006

TITEL I. - DEFINITIES.

Artikel 1. Voor de uitvoering van deze bestuursovereenkomst wordt verstaan onder :

  1. " Staat " : de Belgische Staat vertegenwoordigd door de Minister van Pensioenen, de heer Bruno TOBBACK, de Minister van Begroting, mevrouw Freya VAN DEN BOSSCHE en de Minister van Ambtenarenzaken, de heer Christian DUPONT;

  2. " Rijksdienst " (RVP) : de Rijksdienst voor Pensioenen bedoeld in artikel 40 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 513 van 27 maart 1987 tot afschaffing van de Rijkskas voor rust- en overlevingspensioenen en tot reorganisatie van de Rijksdienst voor Werknemerspensioenen, vertegenwoordigd door de Administrateur-generaal, de heer Gabriel PERL;

  3. " Beheerscomité " : het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Pensioenen bedoeld in artikel 42 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;

  4. " Raad voor uitbetaling van de voordelen " : de Raad voor uitbetaling van de voordelen bedoeld in artikel 60bis van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;

  5. " Boordtabellen " : beheersinstrument, bedoeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bestemt om een overzicht te geven van het verband dat bestaat tussen de doelstellingen (in termen van werkbare normen), de toegewezen en aangewende middelen (in termen van kosten) en de aan de sociaal verzekerden geleverde diensten (in termen van bereikte resultaten);

  6. " Bestuursplan " : het bestuursplan zoals bedoeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels;

  7. " Openbare instellingen van sociale zekerheid " : de instellingen bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid;

  8. " Instellingen van sociale zekerheid " : de federale openbare diensten, de openbare instellingen van sociale zekerheid evenals iedere instelling, autoriteit of publiekrechtelijk rechtspersoon die socialezekerheidsvoordelen toekent;

  9. " Meewerkende instellingen van sociale zekerheid " : de privaatrechtelijke instellingen erkend om mee te werken aan de toepassing van de sociale zekerheid;

  10. " Meewerkende instelling " : een andere openbare instelling van sociale zekerheid, een andere Belgische of buitenlandse instelling van sociale zekerheid; een meewerkende instelling van sociale zekerheid of een ander publiekrechtelijk rechtspersoon;

  11. " CIMIRe " : " Compte individuel multisectoriel - Multisectoriële Individuele Rekening ", vereniging zonder winstoogmerk die instaat voor de overname van de aan FORTIS BANK VERZEKERINGEN toevertrouwde opdracht in verband met het bijhouden van de individuele pensioenrekening bedoeld in artikel 28 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;

  12. " Infodienst Pensioenen " : Infodienst Pensioenen opgericht bij het koninklijk besluit van 25 april 1997 in toepassing van het artikel 155 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels;

  13. " Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid " : Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid opgericht bij de wet van 15 januari 1990 houdende de oprichting en de organisatie van een kruispuntbank van de sociale zekerheid.

TITEL II. - VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST.

Art. 2. Deze overeenkomst wordt gesloten in het kader van de bepalingen van artikel 5 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid.

Zij bepaalt de regels en de bijzondere voorwaarden volgens welke de Rijksdienst zijn wettelijke opdrachten zoals beschreven in bijlage 1, uitoefent.

TITEL III. - BELEIDSDOELSTELLINGEN.

Art. 3. Met verzekering van de continuïteit van de dienstverlening, verbindt de Rijksdienst zich ertoe om zijn menselijke en financiële middelen in te zetten om de volgende vijf prioritaire beleidsdoelstellingen te verwezenlijken :

  1. Een kwaliteitsvol extern informatie- en communicatiebeleid uitbouwen ten overstaan van het doelpubliek;

  2. Meewerken met de andere openbare instellingen van sociale zekerheid aan de E-Government;

  3. Ontwikkelen van een proactief beheer van het pensioendossier;

  4. Verzekeren van een correcte betaling van de pensioenen binnen de termijnen;

  5. Op een actieve wijze instaan voor en het verzekeren van een kwaliteitsvolle en onderbouwde beleids- en beheersinformatie ten behoeve van de politieke overheid, de sociale partners en de organisatie.

    TITEL IV. - OPERATIONELE DOELSTELLINGEN.

    Art. 4. De contracterende partijen zijn er zich van bewust dat de hierna gedefinieerde operationele doelstellingen het mogelijk moeten maken om de voornoemde prioritaire beleidsdoelstellingen te bereiken.

    In bijlage 2 vindt u een tabel die deze beleidsdoelstellingen en operationele doelstellingen samenvat.

    Een analyse van de evolutie van het aantal gepensioneerden en van zijn financiële weerslag is vermeld in bijlage 3.

    HOOFDSTUK I. - Een kwaliteitsvol extern informatie- en communicatiebeleid uitbouwen ten overstaan van het doelpubliek.

    Art. 5. De Rijksdienst verbindt zich ertoe zijn formulieren, zijn kennisgevingen en zijn brieven in een klare en begrijpelijke taal op te stellen en dit op basis van een methodologie die gebaseerd is op de ervaring die werd opgedaan tijdens de samenwerking met een gespecialiseerde firma.

    De indicatoren zijn de volgende :

    Omgevingsparameter :

    - Wijziging van de reglementering (I.5.1).

    Activiteitsindicatoren :

    - In het aantal herziene documenten (I.5.2).

    - In het aantal verstuurde herziene documenten (I.5.3).

    Kwaliteitsindicatoren :

    - De conclusies van een jaarlijkse tevredenheidsenquête betreffende de herziene documenten; de criteria zullen worden vastgelegd in het 1ste semester 2006 (I.5.4).

    Art. 6.

    § 1. Onverminderd de wettelijke termijnen waarbinnen de inlichtingen moeten worden verschaft, verbindt de Rijksdienst zich ertoe een passend en volledig antwoord te geven op elke vraag om inlichtingen die schriftelijk (brief, e-mail, fax,....), telefonisch, tijdens een bezoek aan de bureaus, tijdens de zitdagen of tijdens bijeenkomsten en conferenties wordt gesteld.

    Onder passend antwoord wordt verstaan een antwoord dat alle gevraagde inlichtingen omvat, geformuleerd op een duidelijke, nauwkeurige, volledige en kosteloze manier.

    § 2. A. In geval van een schriftelijke vraag om inlichtingen verbindt de Rijksdienst zich ertoe om ten laatste binnen 21 werkdagen na datum van registratie van de schriftelijke vraag te antwoorden.

    De Rijksdienst verbindt er zich tevens toe om jaarlijks, rekening houdend met onder meer de evolutie van het aantal te behandelen brieven, een verkorting van die termijn van 21 werkdagen te overwegen.

    B. Indien de vraag betrekking heeft op een attest betreffende de vestiging van zijn rechten of de uitbetaalde voordelen of indien het gaat om een afschrift van een document, verbindt de RVP zich ertoe om de gepensioneerde het gevraagde document te bezorgen ten laatste binnen 5 werkdagen volgend op de registratie van zijn vraag.

    C. De Rijksdienst zal binnen de 5 werkdagen volgend op de registratie van de vraag een ontvangstbevestiging opsturen indien hij binnen deze termijn geen afdoend antwoord kan verstrekken.

    De indicatoren zijn de volgende :

    Omgevingsparameter.

    - Het aantal aanvragen om inlichtingen (I.6.1).

    Activiteitsindicatoren.

    - Aantal antwoorden dat werd gegeven op de vragen om inlichtingen (I.6.2);

    - De aard van de meest gevraagde inlichtingen. (I.6.3);

    - Aantal bezorgde attesten en afschriften (I.6.4);

    - Aantal verstuurde berichten van ontvangst (I.6.5).

    Deze statistieken (I.6.2 - I.6.3 - I.6.4 en I.6.5) worden bezorgd door middel van een in de Contact Centers geïnstalleerde workflow. Dit computerprogramma zal worden uitgebreid tot de betaaldiensten in 2007 en tot de toekenningsdiensten in 2008.

    - Het aantal telefonische oproepen dat kon verwerkt worden zonder enige opzoeking en het aantal oproepen waarvoor wel een opzoeking nodig was (contact met andere diensten van de Rijksdienst of met diensten van buiten de instelling) (I.6.6).

    - Op het vlak van de groene lijn, het aantal oproepen dat werd geregistreerd door de telefoonsystemen en het aantal oproepen waarop een antwoord kon worden gegeven (I.6.7). In functie van die resultaten verbindt de RVP zich ertoe om de organisatie van de diensten die deze oproepen ontvangen, te analyseren.

    Kwaliteitsindicatoren.

    - Percentage schriftelijke antwoorden verstekt binnen en buiten de voorziene termijnen (I.6.8);

    - Percentage van de binnen en buiten de termijnen afgeleverde attesten en duplicata (I.6.9;)

    - Percentage van de afgeleverde ontvangstbewijzen binnen en buiten de voorziene termijnen (I.6.10);

    - Percentage van de niet afgehandelde oproepen " groene lijn " (I.6.11);

    - Aantal gegronde klachten (dwz die een administratieve actie veroorzaakt) (I.6.12);

    - Conclusies van de tevredenheidsenquêtes. Deze met betrekking tot afhandeling van de briefwisseling door de Contact centers (I.6.13) en deze betreffende de telefonische oproepen die binnenkomen via de " groene lijn " (I.6.14) worden gerealiseerd in de loop van het 2de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT