18 JUNI 2014. - Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van boviene virale diarree

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, artikel 3, artikel 6, § 1, artikel 7, artikel 8, eerste lid, 1° en 3°, artikel 9, 1°, 3°, 5°, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003, en 6°, artikel 15, 1° en 2°, gewijzigd bij de wet van 1 maart 2007, artikel 17, eerste lid, artikel 18, artikel 18bis, ingevoegd bij de wet van 29 december 1990 en gewijzigd bij de wet van 1 maart 2007 en artikel 28;

Gelet op de wet van 28 augustus 1991 betreffende de uitoefening van de diergeneeskunde, artikel 5, eerste lid, 1° ;

Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 4, § 5, eerste lid en § 6, ingevoegd bij de wet van 13 juli 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende het toevertrouwen van bijkomende opdrachten aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 2, d);

Gelet op het koninklijk besluit van 3 februari 2014 tot aanwijzing van de dierenziekten die vallen onder de toepassing van hoofdstuk III van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 en tot regeling van de aangifteplicht;

Gelet op het advies van de Raad van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, gegeven op 6 januari 2014;

Gelet op het advies van de Hoge Raad van de Orde der Dierenartsen, gegeven op 20 maart 2014;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de federale Overheid op 22 april 2014;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 januari 2014;

Gelet op het advies 09-2014 van het Wetenschappelijk Comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 25 april 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 1 april 2014;

Gezien de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op advies nr. 55.988/3 van de Raad van State, gegeven op 14 mei 2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van de identificatie- en registratieregeling voor runderen;

Overwegende Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad;

Overwegende de Verordening (EG) nr. 911/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft oormerken, paspoorten en bedrijfsregisters.

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en de Minister van Landbouw en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities

Artikel 1. Dit besluit bepaalt de regels voor de bestrijding van boviene virale diarree bij runderen.

Dit besluit is niet van toepassing op runderen in dierentuinen, zoals bedoeld in artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 betreffende de erkenning van dierentuinen.

Art. 2. § 1. Voor de toepassing van dit besluit gelden de definities van het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van de identificatie- en registratieregeling voor runderen.

Voor de toepassing van dit besluit wordt verder verstaan onder :

  1. B.V.D. : boviene virale diarree;

  2. B.V.D.V. : virus dat alle types van B.V.D. veroorzaakt, met inbegrip van « mucosal disease »;

  3. biopt-oormerk : primo-identificatiemiddel waarmee tegelijkertijd met het identificeren een weefselmonster van het betreffende rund wordt genomen;

  4. virologisch onderzoek : onderzoek naar de aanwezigheid van het B.V.D.V.;

  5. serologisch onderzoek : onderzoek naar de aanwezigheid van antistoffen tegen het B.V.D.V.;

  6. B.V.D. attest : document dat het statuut van een rund met betrekking tot het B.V.D.V. weergeeft;

  7. B.V.D. databank : databank waarin de resultaten van het virologisch en serologisch onderzoek worden geregistreerd;

  8. IPI rund : immunotolerant, persistent geïnfecteerd rund met het B.V.D.V.;

  9. statuut « IPI » : statuut toegekend aan een rund dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, A;

  10. statuut « IPI verdacht » : statuut toegekend aan een rund dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, B;

  11. statuut « IPI vrij door onderzoek » : statuut toegekend aan een rund dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, C;

  12. statuut « IPI vrij door afstamming » : statuut toegekend aan een rund dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, D;

  13. statuut « B.V.D. onbekend » : statuut toegekend aan een rund dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, E;

  14. erkend laboratorium : laboratorium dat beantwoordt aan de bepalingen van bijlage I;

  15. CODA-CERVA : het "Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA)" zoals bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 juni 1997 houdende oprichting van het Centrum van Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie als wetenschappelijke inrichting van de Staat;

  16. koninklijk besluit van 23 maart 2011 : koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van de identificatie- en registratieregeling voor runderen;

  17. Fonds : het begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, opgericht bij artikel 3 van de wet van 23 maart 1998;

  18. koninklijk besluit van 6 december 1978 : koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende de bestrijding van de runderbrucellose;

  19. B.V.D. certificaat : een door een bevoegde autoriteit uitgegeven en gevalideerd document in verband met de B.V.D. gezondheidsstatus van een rund;

  20. moederdier : biologische moederdier;

  21. N.R.L. : Nationaal Referentielaboratorium;

  22. PCR : polymerasekettingreactie;

  23. ELISA : Enzyme-Linked Immuno Sorbent Assay;

  24. de Dienst : Directoraat-Generaal Dier, Plant en Voeding van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid.

    § 2. Tenzij anders bepaald door dit besluit, gelden de identificatie- en registratieregels voor runderen overeenkomstig :

  25. Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad;

  26. Verordening (EG) nr. 911/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft oormerken, paspoorten en bedrijfsregisters;

  27. het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen.

    HOOFDSTUK II. - B.V.D.V. opsporing

    Art. 3. Elk nieuwgeboren kalf dient binnen de zeven dagen na de geboorte bemonsterd te worden voor virologisch onderzoek.

    Met het oog hierop kan de veehouder :

  28. een biopt-oormerk gebruiken in toepassing van artikel 7, tweede lid;

    of

  29. een beroep doen op zijn bedrijfsdierenarts voor het nemen van een monster met het oog op een virologisch onderzoek.

    De bedrijfsdierenarts bemonstert enkel runderen die geïdentificeerd...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT