Koninklijk besluit tot vaststelling van het bestek van toepassing op de spraaktelefoondienst en de procedure inzake de toekenning van individuele vergunningen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-07-1998 en tekstbijwerking tot 05-10-2001), de 22 juin 1998

EERSTE HOOFDSTUK. - Definities.

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. Minister : de Minister of de Staatssecretaris die de telecommunicatie onder zijn bevoegdheid heeft;

  2. Instituut : het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, afgekort : "B.I.P.T.", bedoeld in artikel 71 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;

  3. dienst : de spraaktelefoondienst bedoeld in artikel 68, 10° van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;

  4. operator : persoon die houder is van een individuele vergunning voor de levering van een spraaktelefoondienst;

  5. individuele vergunning : vergunning verleend op basis van dit besluit die het opzetten en de exploitatie van een spraaktelefoondienst dekt;

  6. wet : wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;

  7. CLI : identificatie van de lijn van de oproeper (Calling Line Identification);

  8. transporteur : operator die tijdens een oproep geen controle heeft over de toegang tot de eindgebruiker die aan de oorsprong van de oproep is.

    HOOFDSTUK II. - Bestek voor de spraaktelefoondienst.

    Art. 2. Het bestek voor de spraaktelefoondienst bevat alle voorwaarden waaraan de operator zich moet houden.

    Eerste Afdeling. - Economisch vermogen en technische bekwaamheid.

    Art. 3. De operator voorziet in voldoende financiële en technische middelen met het oog op de levering, de exploitatie en de duurzaamheid van de dienst, onder andere inzake voldoende waarborgen met betrekking tot de financiering van de werkingskosten van die dienst vastgelegd in het ondernemingsplan.

    Afdeling 2. - Essentiële eisen.

    Eerste Onderafdeling. - In het kader van toegang en gebruik van de dienst.

    Art. 4. De operator brengt zijn klanten op de hoogte van de verplichting om enkel gebruik te maken van (apparatuur die voldoet aan alle wettelijke voorwaarden).

    (Lid 2 opgeheven)

    Indien de operator vaststelt dat een klant (apparatuur die niet voldoet aan alle wettelijke voorwaarden) op het openbaar telecommunicatienet heeft aangesloten, kan hij deze klant vragen de betreffende apparatuur af te koppelen. Wanneer die klant onbereikbaar is of niet ingaat op dit verzoek kan de operator de dienstverlening schorsen tot de apparatuur daadwerkelijk is afgekoppeld. De operator brengt deze klant zo vlug mogelijk en uiterlijk de volgende werkdag op de hoogte van deze schorsing.

    Onderafdeling 2. - In het kader van interconnectie.

    Art. 5. § 1. De operator neemt de maatregelen die hij vermeldt in zijn interconnectieovereenkomsten om de naleving van de essentiële eisen te garanderen, in het bijzonder :

  9. de interoperabiliteit van de spraaktelefoondiensten, meer bepaald met het oog op het, samen met de geïnterconnecteerde operatoren, garanderen van een eind-tot-eind kwaliteit;

  10. de gegevensbescherming, in de mate dat die nodig is voor het naleven van de geldende bepalingen krachtens het artikel 109ter D van de wet, de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en de wet van 30 juni 1994 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer tegen het afluisteren, kennisnemen en openen van privé-communicatie en telecommunicatie.

    § 2. De operator specificeert in zijn interconnectie-overeenkomsten de genomen maatregelen om de toegang tot de spraaktelefoondiensten te behouden of te herstellen in geval van storing of onderbreking van de dienst tengevolge van een defect in de installaties of infrastructuur of tengevolge van overmacht.

    In de interconnectieovereenkomsten die hij met een derde sluit, neemt de operator de nodige maatregelen opdat die interconnectie geen afbreuk kan doen aan de goede werking van de dienst of aan de naleving van de essentiële eisen. Mocht een dergelijke afbreuk zich voordoen, dan brengt de operator daarvan de leidinggevende ambtenaar van het Instituut op de hoogte die de Kamer voor interconnectie, bijzondere toegang en gedeeld gebruik, waarvan sprake in artikel 79ter, § 1 van de wet, samenstelt. Deze neemt binnen vijf werkdagen een beslissing en staat, indien nodig, na raadpleging van de betrokken derde, de schorsing van de interconnectie toe.

    Wanneer een storing personen of installaties in gevaar brengt mag de operator onmiddellijk de interconnectie schorsen. Hij brengt het Instituut en de derde onmiddellijk op de hoogte van die schorsing.

    Afdeling 3. - Aard, karakteristieken en dekkingszone.

    Art. 6. § 1. De dienst die wordt verleend door de operator die de toegang tot de eindgebruiker controleert, moet het mogelijk maken om vanaf of naar apparatuur die op een aansluitpunt van een openbaar net aangekoppeld is de volgende communicatie tot stand te brengen :

    1. met elke gebruiker van een andere operator van een spraaktelefoondienst in België of in het buitenland;

    2. met elke gebruiker van een mobiele telefoondienst aangeboden aan het publiek in België of in het buitenland;

    3. met elke gebruiker van de door de operator geleverde dienst.

      Die verschillende mogelijkheden mogen geen afbreuk doen aan eventuele beperkingen van de toegang in één van de betrokken spraaktelefoondiensten, op verzoek van de gebruikers of overeenkomstig reglementaire bepalingen.

      § 2. De geografische zone waarin de operator zijn dienst aanbiedt, maakt deel uit van de individuele vergunning van de operator.

      § 3. De door het Instituut aangewezen operatoren leveren de mogelijkheid tot toonkiezen (DTMF/Dual Tone Multi Frequency) met naleving van de ETSI-aanbeveling ETR 207. Bovendien voorziet de operator op verzoek in :

      - gedetailleerde facturen;

      - het selectieve verbod op uitgaande oproepen.

      § 4. De operator die als een organisatie met een sterke marktpositie is aangemerkt, levert de volgende dienstfaciliteiten :

    4. identificatie van de oproepende lijn;

    5. direct inkiezen;

    6. automatische oproepdoorschakeling.

      Afdeling 4. - Permanentie, kwaliteit en beschikbaarheid van de dienst.

      Art. 7. De dienst is continu operationeel, 24 uur op 24, met inbegrip van zaterdagen, zondagen en feestdagen.

      Art. 8. § 1. De operator neemt de nodige maatregelen zodat de doelstellingen met betrekking tot de kwaliteitsindicatoren van de dienst die door de Minister worden vastgesteld in uitvoering van artikel 105sexies, § 4 van de wet, worden nageleefd ten laatste vanaf 18 maanden na de commerciële opening van zijn dienst.

      § 2. De operator die sedert 18 maanden of meer zijn dienst commercieel heeft opengesteld, deelt elk jaar, uiterlijk op 31 januari aan het Instituut de waarden mee die hij in de loop van het voorgaande jaar heeft bereikt voor de kwaliteitsindicatoren, bedoeld in artikel 105sexies, § 4 van de wet.

      Het Instituut bepaalt de vorm van die mededelingen en zorgt voor de publicatie ervan.

      § 3. De operator evalueert tevens elk kalenderjaar de adequaatheid van de definities en meetmethodes van de kwaliteitsindicatoren bedoeld in het artikel 105sexies, § 4 van de wet, en maakt zijn bevindingen over aan het Instituut uiterlijk één maand na afloop van het betrokken kalenderjaar.

      Afdeling 5. - Bescherming van de abonnees en de gegevens.

      Art. 9. § 1. De operator neemt alle nodige en redelijke maatregelen om de naleving te garanderen van artikel 109ter D van de wet, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levensfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en van de wet van 30 juni 1994 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer tegen het afluisteren, kennisnemen en openen van privé-communicatie en telecommunicatie.

      § 2. De operator waarborgt het recht van iedereen om niet te worden vermeld in de lijsten van eindgebruikers die dienen voor de vervaardiging van telefoongidsen. Die mogelijkheid wordt kosteloos geboden of tegen een prijs die gebaseerd is op de rechtstreekse netto-kosten die voortvloeien uit de weglating van de eindgebruikergegevens van de personen die dat recht hebben uitgeoefend. Die prijs zal voor akkoord aan het Instituut worden voorgelegd.

      Bovendien laat de operator op de lijst van de eindgebruikers die niet dient voor de levering van de dienst, noch voor de vervaardiging van telefoongidsen en die aan derden ter beschikking wordt gesteld, de gegevens weg van de personen die niet hebben aanvaard om op die lijst te worden vermeld. Die weglating is gratis.

      § 3. (Wanneer presentatie van de identificatie van het oproepende nummer als dienst wordt aangeboden staat de operator alle oproepende gebruikers toe om zich kosteloos en op eenvoudige wijze voor elke oproep apart of op bestendige wijze te verzetten tegen de identificatie van hun nummer en naam op het opgeroepen toestel. De oproepende abonnee moet over deze mogelijkheid beschikken voor elke afzonderlijke lijn.

      Wanneer presentatie van de identificatie van het oproepende nummer als dienst wordt aangeboden, moet de opgeroepen abonnee:

  11. eenvoudig en bij redelijk gebruik van deze voorziening kosteloos de presentatie van de identificatie van het oproepende nummer van inkomende oproepen kunnen opheffen;

  12. de mogelijkheid hebben om eenvoudig en kosteloos de doorgifte van de identificatie van het opgeroepen nummer naar de oproepende partij te verhinderen.

    Wanneer presentatie van de identificatie van het oproepende nummer als dienst wordt aangeboden en die identificatie wordt gepresenteerd alvorens de oproep wordt gedaan, moet de opgeroepen abonnee eenvoudig inkomende oproepen kunnen weigeren wanneer de presentatie van de identificatie van het oproepende nummer door de oproepende gebruiker of abonnee ongedaan is gemaakt.

    De operator stelt het publiek in kennis van deze diensten en van de mogelijkheden waarin dit artikel voorziet.)

    § 4. (De operator ziet er op toe dat zijn abonnees kosteloos en op eenvoudige wijze de automatische doorschakeling van oproepen door een derde naar hun eindtoestel kunnen voorkomen.)

    § 5. In geval van kwaadwillige oproepen identificeert de operator op verzoek van de klant die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT