Besluit van de waarnemend secretaris-generaal van het departement Financiën en Begroting tot subdelegatie van sommige bevoegdheden inzake algemene werking aan personeelsleden van het departement Financiën en Begroting en tot werking van het operationeel comité inzake kas- en schuldbeheer van de Vlaamse Gemeenschap, de 12 mai 2016

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het departement Financiën en Begroting.

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. subentiteit: elke subentiteit van het Departement Financiën en Begroting zoals opgenomen in het organisatiebesluit;

  2. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen;

  3. secretaris-generaal: de secretaris-generaal van het departement Financiën en Begroting;

  4. strategisch comité: het orgaan dat belast is met het bepalen van het strategisch kader en de krijtlijnen inzake het kas- en schuldbeheer van de Vlaamse Gemeenschap;

  5. operationeel comité: het orgaan dat belast is met het nemen van autonome beslissingen over beleggingen, ontleningen en het gebruik van afgeleide financiële producten binnen de krijtlijnen, bepaald door de Vlaamse minister bevoegd voor de financiën en de begrotingen;

  6. zichtrekening: elke financiële rekening waarop een tegoed op eenvoudig verzoek onmiddellijk en zonder beperking beschikbaar is;

  7. CFO : cashpooling van financiële rekeningen bij een financiële instelling, en beleggingen, zoals bepaald in artikel 24 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003;

  8. belegging: elke vorm van financiële transactie waarbij een kapitaal tegen een bepaald rendement geplaatst wordt met een looptijd van minstens één dag, en met uitsluiting van het beschikbaar houden van gelden op een zichtrekening. Deze transactie kan zowel betrekking hebben op gelden van de Vlaamse Gemeenschap zelf als op gelden, beheerd door de Vlaamse Gemeenschap in het kader van het centraal thesauriebeheer voor het CFO, zoals vermeld in artikel 10, § 4 en 24 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, zowel op lange als op korte termijn;

  9. ontlening: elke vorm van financiële transactie waarbij een kapitaal tegen een bepaalde intrest geleend wordt met een looptijd van minstens één dag, en met uitsluiting van debetstanden op een zichtrekening. Deze transactie kan zowel betrekking hebben op gelden van de Vlaamse Gemeenschap zelf als op gelden, beheerd door de Vlaamse Gemeenschap in het kader van het centraal thesauriebeheer voor het CFO, zoals bepaald in artikel 10, 24 en 25 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003. Voor de gelden van de Vlaamse Gemeenschap zelf mag de transactie aangegaan worden, zowel op lange als op korte termijn, terwijl voor de gelden die beheerd worden voor het centraal financieringsorgaan de transactie enkel op korte termijn aangegaan kan worden;

  10. transactie: elke vorm van financiële verrichting, waarvan de bedragen per looptijd gecumuleerd moeten worden om de grensbedragen te bepalen;

  11. afgeleide financiële producten: elk financieel instrument waarbij het risico van een onderliggende belegging of ontlening wordt ingedekt.

    Art. 3. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met inachtname van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van relevante wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, richtlijnen en beslissingen.

    De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden kunnen enkel uitgeoefend worden inzake de aangelegenheden die tot de taken van de betrokken subentiteit behoren en dit binnen de perken van de beschikbare kredieten en middelen die onder het beheer van de betrokken subentiteit ressorteren voor zover deze kaderen binnen een normaal verloop van een globaal jaarlijkse uitvoeringsprognose goedgekeurd door de secretaris-generaal.

    Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot:

  12. de beslissingen die moeten genomen worden in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de in dit artikel bedoelde aangelegenheden;

  13. de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;

  14. het afsluiten van overeenkomsten.

    Art. 4. De bij dit besluit verleende delegaties hebben zowel betrekking op de apparaatskredieten als op de beleidskredieten.

    Art. 5. De in dit besluit vermelde bedragen zijn bedragen, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.

    HOOFDSTUK II. - Delegatie inzake de uitvoering van de begroting

    Art. 6. § 1. Het personeelslid belast met de leiding van een subentiteit heeft delegatie om, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgestelde kredieten, de beslissingen te nemen met betrekking tot het aangaan van verbintenissen en het nemen van de eraan verbonden vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen en de eruit voortvloeiende uitgaven en betalingen, het vaststellen van vorderingen en het verkrijgen van ontvangsten en inkomsten.

    § 2. Met betrekking tot de niet aan het in § 1 bedoeld personeelslid gedelegeerde aangelegenheden, waarvoor de beslissing bij de Vlaamse Regering, de minister of de secretaris-generaal berust, heeft de in § 1 bedoelde delegatie betrekking op de administratieve beslissingen en handelingen die, in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus, noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering, de minister of de secretaris-generaal.

    § 3. De door het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT