Besluit van de Waalse Regering van 21 december 2022 tot uitvoering van de artikelen 4/4, § 2, en 35 van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de 'Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi', de 21 décembre 2022

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Afdeling 1. - Begripsomschrijvingen - Berekening der termijnen

Artikel 1. Dit besluit regelt gedeeltelijk een aangelegenheid bedoeld in artikel 127 van de Grondwet, overeenkomstig artikel 138 ervan.

Art. 2. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. het decreet van 6 mei 1999: het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling);

  2. het decreet van 12 november 2021 : het decreet van 12 november 2021 betreffende de coaching- en oplossingsgerichte begeleiding van werkzoekenden;

  3. het koninklijk besluit van 25 november 1991: het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;

  4. het besluit van 21 december 2022: het besluit van 21 december 2022 ter uitvoering van het decreet van 12 november 2022 betreffende de coaching- en oplossingsgerichte begeleiding van werkzoekenden;

  5. "Forem" : de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling);

  6. de Controledienst: de dienst met afzonderlijk beheer bedoeld in artikel 35 van het decreet van 6 mei 199;

  7. de Begeleidingsdienst: de dienst van FOREm belast met het operationeel beheer van de begeleiding van werkzoekenden als bepaald bij het decreet van 12 november 2021 betreffende de coaching- en oplossingsgerichte begeleiding van werkzoekenden;

  8. passieve beschikbaarheid : de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt als bedoeld in artikel 51 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 voor de verplicht ingeschreven werkzoekende als bedoeld in 11°, a);

  9. actieve beschikbaarheid : de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt als bedoeld in artikel 36/1, lid 3, 2°, of in artikel 58, § 1, lid 1 en lid 2, van het koninklijk besluit van 25 november 1991;

  10. de aangepaste beschikbaarheid: de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt als bedoeld in artikel 56/2 van het koninklijk besluit van 25 november 1991;

  11. de verplicht ingeschreven werkzoekende: iedere werkzoekende:

    1. in de zin van artikel 1bis, 2° /1, van het decreet van 6 mei 1999;

    2. in de zin van artikel 1bis, 2° /2, van het decreet van 6 mei 1999;

    3. in de zin van artikel 1bis, 2° /3, van het decreet van 6 mei 1999;

  12. de deeltijdse werknemer met behoud van rechten: de verplicht ingeschreven werkzoekende die deeltijdse werknemer is met behoud van rechten die in aanmerking komt voor het leefloon en wiens arbeidsregeling normalerwijze gemiddeld per week een aantal uren bevat:

    1. dat minstens gelijk is met de helft van het aantal wekelijkse arbeidsuren, gepresteerd door de referentiepersoon in de zin van artikel 56/2, § 2, lid 1, 1°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991;

    2. of dat lager is dan de helft van het aantal wekelijkse arbeidsuren, gepresteerd door de referentiepersoon na de periode van de eerste twaalf ononderbroken maanden in de zin van artikel 56/2, § 2, lid 1, 1°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991;

  13. controlegesprek: het gesprek tijdens hetwelk:

    1. de controledienst de gezamenlijke inspanningen om actief naar werk te zoeken, verstrekt door de verplicht ingeschreven werkzoekende als bedoeld in 11°, a) en b), onderzoekt;

    2. de verplicht ingeschreven werkzoekende als bedoeld in 11°, a) en b), inlichtingen verstrekt over de stappen die hij heeft ondernomen om actief naar werk te zoeken tijdens de gecontroleerde periode en zijn bemerkingen verwoordt over het onderzoek gevoerd door de controledienst naar de inachtneming van zijn verplichtingen inzake actieve beschikbaarheid;

  14. hoorzitting: het gesprek met fysieke aanwezigheid waarin de controledienst voornemens is, de verplicht ingeschreven werkzoekende als bedoeld in 11°, a) en c), te horen over de potentieel aan betwisting onderhevige toestand die hem verweten wordt in verband met zijn verplichtingen inzake passieve beschikbaarheid en zijn verweermiddelen;

  15. RVA: de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening bedoeld in artikel 7 van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

    Art. 3. § 1. Behoudens andersluidende bepaling waarbij nader bepaald wordt dat het werkdagen betreft, wordt in kalenderdagen geteld wanneer dit besluit in termijnen voorziet, die in dagen worden uitgedrukt.

    Voor de berekening van termijnen, uitgedrukt in kalenderdagen, wordt de termijn berekend vanaf daags na de gebeurtenis die de termijn inzet.

    Voor de berekening van de termijnen, uitgedrukt in werkdagen, wordt de termijn berekend vanaf de eerste werkdag daags na de gebeurtenis die de termijn inzet.

    Voor de berekening van de termijnen, uitgedrukt in kalenderdagen, worden alle kalenderdagen verrekend.

    Voor de berekening van de termijnen, uitgedrukt in werkdagen, worden alle kalenderdagen verrekend uitgezonderd de zaterdag, de zondag en de wettelijke feestdagen.

    Als een termijn op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag ophoudt, is de laatste dag van de termijn de eerstvolgende werkdag.

    § 2. Wanneer dit besluit in termijnen voorziet die in maanden worden uitgedrukt, wordt de termijn berekend vanaf daags na de gebeurtenis die de termijn inzet.

    Als een termijn op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag ophoudt, is de laatste dag van de termijn de eerstvolgende werkdag.

    Afdeling 2. - Uitvoering door de controledienst van diens opdrachten en richtsnoeren

    Art. 4. Ter uitvoering van artikel 35 van het decreet van 6 mei 1999 beoordeelt de dienst:

  16. overeenkomstig hoofdstuk 2, de inachtneming door de verplicht ingeschreven werkzoekende als bedoeld in artikel 2, 11°, a), van diens verplichtingen inzake passieve beschikbaarheid;

  17. overeenkomstig hoofdstuk 3, de inachtneming door de verplicht ingeschreven werkzoekende als bedoeld in artikel 2, 11°, a), van diens verplichtingen inzake actieve beschikbaarheid;

  18. overeenkomstig hoofdstuk 4, de inachtneming door de verplicht ingeschreven jonge werkzoekende als bedoeld in artikel 2, 11°, b), van diens verplichtingen inzake actieve beschikbaarheid;

  19. overeenkomstig hoofdstuk 5, de inachtneming door de verplicht ingeschreven werkzoekende als bedoeld in artikel 2, 11°, c), van diens verplichtingen inzake aangepaste beschikbaarheid.

    Art. 5. § 1. Onverminderd artikel 14, § 1, lid 2, artikel 17, lid 2, artikel 18, § 3, lid 2, en § 4, artikel 19, § 3, lid 2, en § 4, artikel 20, § 2, artikel 23, § 1, lid 2, en § 2, en artikel 25 roept de controledienst de verplicht ingeschreven werkzoekende op voorafgaandelijk aan iedere beslissing betreffende de beoordeling van de actieve, passieve of aangepaste beschikbaarheid:

  20. wanneer de controle verband houdt met de inachtneming van zijn verplichtingen inzake actieve beschikbaarheid, voor een controlegesprek;

  21. wanneer de controle verband houdt met de inachtneming van zijn verplichtingen inzake passieve of aangepaste beschikbaarheid, voor een hoorzitting.

    § 2. Tijdens de controlegesprekken heeft de verplicht ingeschreven werkzoekende de mogelijkheid om zich te laten bijstaan door een advocaat, een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende betaalinstelling heeft opgericht of zijn bewindvoerder of door niemand.

    Tijdens de hoorzittingen heeft de verplicht ingeschreven werkzoekende de mogelijkheid om zich te laten bijstaan of vertegenwoordigen door een advocaat, een afgevaardigde van een werknemersorganisatie die een erkende betaalinstelling heeft opgericht of zijn bewindvoerder of door niemand.

    § 3. De verplicht ingeschreven werkzoekende die een schriftelijk verweer wenst te voeren, maakt dit aan de controledienst over op het adres, vermeld in de oproeping, uiterlijk de laatste werkdag voorafgaand aan de werkdag waarvoor de controledienst hem opgeroepen heeft.

    Het schriftelijk verweer is enkel mogelijk voor hoorzittingen.

    Art. 6. § 1. De controle van de verplichtingen inzake actieve, passieve of aangepaste beschikbaarheid wordt door de controledienst verricht op grond van volgende informatie waarover hij beschikt op het ogenblik van het controlegesprek of de hoorzitting:

  22. informatie afkomstig van de verplicht ingeschreven werkzoekende;

  23. informatie afkomstig van de andere diensten van FOREm die tussenbeide komen in het begeleidingstraject van de verplicht ingeschreven werkzoekende;

  24. informatie afkomstig van de begeleidingspartners en derden die tussenbeide komen in het begeleidingstraject van de verplicht ingeschreven werkzoekende, krachtens hoofdstuk 4 van het decreet van 12 november 2021 of artikel 7 van het decreet van 6 mei 1999, enkel de informatie betreffende de afwezigheid van de verplicht ingeschreven werkzoekende van de prestaties en het motief daarvoor;

  25. informatie afkomstig van openbare instellingen zoals de RVA, opdat FOREm na kan gaan of de verplicht ingeschreven werkzoekende ten aanzien van zijn recht op werkloosheidsuitkeringen in het kader van de controle op zijn beschikbaarheid op de arbeidsmarkt opgeroepen of beoordeeld kan worden door de controledienst;

  26. informatie afkomstig van de RVA, opdat FOREm na kan gaan of de verplicht ingeschreven werkzoekende ten aanzien van toestanden van werkloosheid afhankelijk van de wil van de werknemer als bedoeld in artikel 51 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 een controle-opdracht uitvoert over de passieve beschikbaarheid, zich niet in een toestand van recidive bevindt in de zin van artikel 52, § 2, van hetzelfde besluit of van uitstel of verwittiging in de zin van artikel 53bis van hetzelfde besluit.

    De informatie bedoeld in lid 1, 2°, omvat voor de uitoefening door de controledienst van zijn controle-opdrachten over de actieve beschikbaarheid met name:

  27. het dossier die de referentie-adviseur overmaakt aan de controledienst en minstens de volgende relevante informatie bevat:

    1. voor de verplicht ingeschreven werkzoekende als bedoeld in artikel 2, 11°, a) en b), zijn vaststellingen inzake de opvolging van zijn begeleiding van het sectorale of socioprofessionele type ten opzichte van de uitvoering van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT