Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 32 betreffende de vergaderingen van de organen van de intercommunales, van de maatschappijen met een significante lokale overheidsparticipatie, van de verenigingen van overheden bedoeld in artikel 118 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, van de openbare huisvestingsmaatschappijen, van de gemeentelijke of provinciale vzw, van de autonome gemeente- of provinciebedrijven, van de projectvereniging of iedere andere bovenlokale instelling die de vorm heeft aangenomen van een vennootschap of een vereniging, de 30 avril 2020

Artikel 1. In afwijking van artikel L1523-13, § 1, eerste lid, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie wordt de eerste algemene vergadering van het boekjaar 2020 van de intercommunales uiterlijk op 30 september 2020 gehouden.

Art. 2. In afwijking van artikel L6421-1, § 1, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie moet het in deze bepaling bedoelde bezoldigingsverslag in 2020 op de agenda van de Algemene Vergadering worden geplaatst, uiterlijk op 30 september.

Art. 3. In afwijking van artikel L6421-1, § 2, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie moet het in dit artikel bedoelde verslag in 2020 uiterlijk op 30 september worden aangenomen.

Art. 4. In afwijking van artikel L6421-1, § 3, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie moet het in dit artikel bedoelde verslag in 2020 uiterlijk op 30 september worden ingediend.

Art. 5. In afwijking van artikel L6421-1, § 4, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie moet het in dit artikel bedoelde verslag in 2020 uiterlijk op 30 september worden ingediend.

Art. 6. § 1. De algemene vergadering van de intercommunales, van de maatschappijen met een significante lokale overheidsparticipatie, van de verenigingen van overheden bedoeld in artikel 118 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, van de openbare huisvestingsmaatschappijen, van de gemeentelijke of provinciale vzw, van de autonome gemeente- of provinciebedrijven, van de projectvereniging of iedere andere bovenlokale instelling kunnen, zelfs bij gebrek aan een wettelijke toelating en ondanks elke andersluidende bepaling, tot 30 september 2020 worden gehouden zonder de fysieke aanwezigheid van de leden, met of zonder gebruik te maken van de volmachten die aan de mandatarissen worden gegeven, of met een beperkte fysieke aanwezigheid van de leden door het gebruik van volmachten die aan de mandatarissen worden gegeven, onder de voorwaarden van artikel 6 van het Koninklijk besluit nr. 4 van 9 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake mede-eigendom en het vennootschaps- en verenigingsrecht in het kader van de strijd tegen de COVID-19 pandemie.

§ 2 Artikel L-1523-13, § 1, blijft van toepassing op intercommunales die paragraaf 1 toepassen.

§ 3. Indien aan de mandatarissen volmachten worden verleend, is artikel L1523-12, § 1, lid 2, niet van toepassing. Een beraadslaging in de gemeenteraad over elk agendapunt overeenkomstig de bepalingen van artikel L1523-12, § 1, lid 1, is verplicht.

§ 4. Indien de gemeenteraad zich niet fysiek wenst te laten vertegenwoordigen, deelt hij zijn beraadslagingen onverwijld mee aan de structuur, die er rekening mee houdt wat betreft het uitbrengen van de stemmen, maar ook wat betreft de berekening van de verschillende aanwezigheids- en stemquorums.

Voor de intercommunales, in het geval van de deelneming van een OCMW of een provincie, zijn de paragrafen 3 en 4 mutatis mutandis van toepassing.

Art. 7. Het bestuursorgaan van de intercommunales, van de maatschappijen met een significante lokale overheidsparticipatie, van de verenigingen van overheden bedoeld in artikel 118 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, van de openbare huisvestingsmaatschappijen, van de gemeentelijke of provinciale vzw, van de autonome gemeente- of provinciebedrijven, van de projectvereniging of iedere andere bovenlokale instelling dat dit wenst, kan elke algemene vergadering die reeds is bijeengeroepen op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit, uitstellen tot de datum van zijn keuze en tot 30 september 2020.

Art. 8. De beslissingen en vergaderingen van de collegiale bestuursorganen van de intercommunales, van de maatschappijen met een significante lokale overheidsparticipatie, van de verenigingen van overheden bedoeld in artikel 118 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, van de openbare huisvestingsmaatschappijen, van de gemeentelijke of provinciale vzw, van de autonome gemeente- of provinciebedrijven, van de projectvereniging of iedere andere bovenlokale instelling kunnen, zelfs bij gebrek aan een wettelijke toelating en niettegenstaande elke andersluidende bepaling, worden aangenomen en gehouden tot 30 september 2020 onder de voorwaarden van artikel 8 van het koninklijk besluit nr. 4 van 9 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake mede-eigendom en het vennootschaps- en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT