Besluit van de Waalse Regering tot invoeging van bepalingen betreffende de collectieve huisvesting van personen in langdurige moeilijkheden in het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, de 18 juillet 2019

Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128 ervan.

Art. 2. In het tweede deel, Boek II, van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, wordt een Titel VIII die de artikelen 1968 tot 1982 omvat, ingevoegd, luidend als volgt:

"Boek IX. - Tehuizen voor de collectieve huisvesting van personen in langdurige moeilijkheden

TITEL I. - Erkenning

HOOFDSTUK 1. - Erkenning

Afdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden

Onderafdeling 1. . - Algemene voorwaarden en toekenningsprocedure

Art. 1968. Overeenkomstig artikel 694/16 van het decreetgevend deel van het Wetboek omvat de dossier met de erkenningsaanvraag:

  1. de vragenlijst voor de erkenningsaanvraag, bedoeld in bijlage 139, aangevuld en ondertekend;

  2. een plan waarin de verschillende lokalen, hun afmetingen en hun bestemming, alsmede het aantal plaatsen per kamer en, in voorkomend geval, de aangrenzende sanitaire installaties per kamer;

  3. het aantal gehuisveste personen op de datum van verzending van de aanvraag en de maximale huisvestingscapaciteit rekening houdend met de kenmerken vermeld onder artikel 694/20 van het decreetgevend deel van het Wetboek en de maximumcapaciteit vermeld in het veiligheidsattest bedoeld in 9° en van het plan bedoeld in 2° ;

  4. de ontwerp-overeenkomst voor individuele huisvesting, bedoeld in artikel 694/28 van het decreetgevend deel van het Wetboek, bepaald op grond van het model vermeld in bijlage 140;

  5. het levensproject uitgewerkt op grond van de nadere regels vermeld in artikel 1971 en bijlage 141;

  6. het huishoudelijk reglement uitgewerkt op grond van het model opgenomen in bijlage 142;

  7. een anoniem gemaakte lijst, waarbij personen namelijk niet geïdentificeerd kunnen worden, met het aantal personeelsleden, hun kwalificatie, een omschrijving van hun functie zoals bedoeld in artikel 694/22 van het decreetgevend deel van het Wetboek en hun voornaamste opdrachten in de inrichting;

  8. een verklaring op erewoord waarbij ieder personeelslid het tehuis voor collectieve huisvesting een afschrift van zijn diploma verstrekt, en een uittreksel uit het strafregister overeenkomstig artikel 694/22, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek en waarbij aangestipt wordt dat deze uittreksels, ter beschikking van de inspectie gesteld, samen met het arbeidscontract van elk personeelslid bewaard worden in het tehuis voor collectieve huisvesting;

  9. het veiligheidsattest zoals bedoeld in artikel 694/21, § 1, 1°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;

  10. een afschrift van de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekeringspolis voor vestigingen en bedrijven bedoeld in artikel 694/21, § 1, 2°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;

  11. een afschrift van de objectieve burgerlijke aansprakelijkheidsverzekeringspolis brand of ontploffingen bedoeld in artikel 694/21, § 1, 2°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;

  12. de samenwerkingsovereenkomsten met inrichtingen erkend in het kader van het decreetgevend deel van dit Wetboek, waarin vastgesteld wordt dat het tehuis voor collectieve huisvesting in staat is om in geval van nood een beroep te doen op de professionele sector of de diensten die actief zijn op medisch, psychologisch of sociaal gebied in functie van het profiel van de bewoners;

  13. in voorkomend geval, een afschrift van de overeenkomsten gesloten met vrijwilligers, gelijken-hulpverleners of ervaringsdeskundigen;

  14. in voorkomend geval, het plan bedoeld in artikel 694/38 van het decreetgevend deel van het Wetboek met de acties die de inrichting jaar per jaar zal uitvoeren om de infrastructuren in overeenstemming te brengen met de normen bedoeld in artikel 694/20 van het decreetgevend deel van het Wetboek.

    Art. 1969. § 1. De erkenningsaanvraag voor ieder tehuis voor collectieve huisvesting wordt per aangetekend schrijven of bij ieder ander middel waarbij de zending een vaste datum verleend wordt, bij het Agentschap ingediend.

    Binnen de dertig dagen na de ontvangst van de aanvraag richt het Agentschap per aangetekend schrijven of via een zending naar een duidelijk elektronisch adres of bij ieder ander middel waarbij de zending een vaste datum verleend wordt een ontvangstbevestiging voor het dossier, indien dit volledig is.

    Als het dossier onvolledig is, licht het Agentschap er de aanvrager in dezelfde voorwaarden over in en stipt aan, welke de ontbrekende dossierstukken zijn en dat de termijn voor de ontvangst van de ontbrekende stukken minstens één maand bedraagt.

    Hoe dan ook licht het Agentschap de aanvrager in over:

  15. de naam en de persoonsgegevens van het personeelslid dat het dossier zal behandelen;

  16. de naam en de adresgegevens van het personeelslid belast met de naleving van de regels inzake bescherming van de persoonsgegevens (met inbegrip van veiligheidsregels voor gegevensbescherming) en tot wie de betrokkenen van het tehuis voor collectieve huisvesting zich kunnen richten.

    Daarentegen, wordt de aanvraag, als de aanvrager het geheel van de door de administratie verlangde stukken binnen de voorgeschreven aanvullende termijn niet overmaakt, als onontvankelijk beschouwd. De beslissing wordt bij aangetekend schrijven of elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend, door het Agentschap medegedeeld.

    § 2. Binnen de zes maanden na ontvangst van de volledige aanvraag wordt door het Agentschap:

  17. een inspectie van het tehuis voor collectieve huisvesting uitgevoerd als het Agentschap dit nuttig acht of kennis heeft van informatie waaruit zou blijken dat het tehuis voor collectieve huisvesting elementen bevat die nadeel zouden kunnen berokkenen aan de veiligheid, de gezondheid, de waardigheid van de gehuisveste personen of aan hun lichamelijke of geestelijke integriteit;

  18. een verslag opgesteld over het dossier;

  19. aan de Minister een dossier overgemaakt met:

    1. het dossier van de aanvrager;

    2. het verslag van het Agentschap met het advies van de inspectie;

    3. een voorstel tot beslissing.

    De Minister beslist over de erkenningsaanvraag binnen twee maanden te rekenen van de ontvangst van het door het Agentschap toegestuurde dossier.

    § 3. De erkenning wordt geweigerd als het tehuis voor collectieve huisvesting de voorwaarden voor het verkrijgen ervan niet vervult.

    § 4. De beslissing tot toekenning van de erkenning wordt door het Agentschap bij aangetekend schrijven of door zending via een duidelijk e-mailadres of nog via ieder middel waarbij de zending een vaste datum verleend wordt, aan de aanvrager medegedeeld.

    Iedere wijziging in één van de elementen van de erkenningsaanvraag wordt onverwijld door het betrokken tehuis voor collectieve huisvesting aan het Agentschap meegedeeld, middels het formulier opgenomen als bijlage 139. Binnen twee maanden volgend op de ontvangst van dat formulier waarop de wijzigingen duidelijk worden vermeld, stelt het Agentschap een verslag op ter beoordeling van de impact van de wijzigingen op de geldigheid van de erkenning. Het verslag wordt binnen de twee maanden te rekenen van de ontvangst van het door het Agentschap toegestuurd dossier gericht aan de Minister, die zich op de voorstellen van het Agentschap baseert om te beslissen.

    § 5. De erkenning wordt verleend voor een hernieuwbare periode van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT