Besluit van de Waalse Regering betreffende de in aanmerking komende uitgaven in het kader van subsidies toegekend op het gebied van Tewerkstelling en Beroepsopleiding, de 29 avril 2019

Titel I. - Begripsomschrijvingen en bescherming van persoonsgegevens

Artikel 1. Dit besluit regelt gedeeltelijk aangelegenheden bedoeld in artikel 127, § 1, van de Grondwet, overeenkomstig artikel 138 ervan.

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. de Minister: de Minister bevoegd voor Tewerkstelling en Vorming;

  2. de Administratie: het Departement Tewerkstelling en Beroepsopleiding van de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek;

  3. " FOREm ": de " Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling);

  4. de Inspectie: het Departement Inspectie van de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek;

  5. de begunstigde: de subsidiegerechtigde.

    In het kader van subsidies gestort krachtens het decreet van 10 juli 2013 betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling, is de Administratie bedoeld in lid 1, 2°, de Dienst "Forem".

    Art. 3. De Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek is verantwoordelijk voor de verwerking in de zin van artikel 4, 7), van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG voor de verwerkingen van persoonsgegevens nodig voor de uitvoering van de bepalingen van dit besluit.

    In afwijking van lid 1 zijn de verantwoordelijken voor de verwerking, in het kader van de subsidies gestort krachtens het decreet van 10 juli 2013 betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling, elk wat hem betreft, de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek en "Forem" voor de verwerkingen van persoonsgegevens nodig voor de uitvoeringen van de bepalingen van dit decreet, en die zij respectievelijk beheren.

    De begunstigde richt zich tot de verantwoordelijke voor de verwerking om zijn rechten, bepaald in de artikelen 12 tot 22 van voornoemde Verordening (EU) 2016/679 uit te oefenen.

    Art. 4. Onverminderd de bewaring noodzakelijk voor de verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden bedoeld in artikel 89 van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG, en overeenkomstig artikel 5.1, e) van voornoemde Verordening (EU) 2016/679 worden de persoonsgegevens in verband met een subsidie gedurende een periode van tien jaar, te rekenen van 1 januari van het jaar volgend op de definitieve sluiting van het begrotings- en boekjaar waaronder de begroting valt, door de Administratie en de Inspectie bewaard.

    De bewaringsduur bedoeld in lid 1 wordt opgeschort bij een vordering voor een rechtbank of de administratie totdat alle beroepsmiddelen uitgedoofd zijn.

    Titel II. - Algemene beginselen

    Art. 5. De begunstigde:

  6. voldoet aan de bepalingen van het Wetboek van Economisch Recht op de boekhouding en, in het bijzonder, aan het koninklijk besluit van 21 oktober 2018 tot uitvoering van de artikelen III.82 tot en met III.95 van het Wetboek van Economisch Recht, in het bijzonder door de organisatie van een boekhouding die aangepast is aan de aard en de omvang van haar activiteiten en die voldoet aan de specifieke wettelijke bepalingen die op haar van toepassing zijn;

  7. voorziet in de onverwijlde, getrouwe en volledige registratie van al zijn verrichtingen, in volgorde van datums en ondersteund door een gedateerd, genummerd en leesbaar verantwoordingsstuk;

  8. hanteert een systeem van gescheiden boekhoudingen voor elke activiteit in geval van afzonderlijke activititeiten;

  9. zorgt ervoor dat de boekhoudkundige bescheiden gedurende een bepaalde periode worden bewaard in overeenstemming met de specifieke wettelijke bepalingen die op haar van toepassing zijn;

  10. neemt de reglementering inzake overheidsopdrachten in acht;

  11. neemt de reglementering inzake staatssteun in acht;

  12. neemt de beginselen inzake zorgvuldig financieel beheer in acht, met name inzake zuinigheid en de verhouding tussen kosten en efficiëntie;

  13. neemt de algemene en specifieke reglementeringen in acht tot organisatie van de subsidie(s) die hij geniet;

  14. waarborgt de afwezigheid van elk belangenconflict;

  15. waarborgt de afwezigheid van overlappende subsidies, van publieke of private oorsprong.

    Een goed dat geheel of ten dele in zijn financiering voorziet uit publieke middelen kan niet het voorwerp uitmaken van een gift, een verkoop, een pachtovereenkomst of een terbeschikkingstelling zonder voorafgaande instemming van de Minister, die daar de grenzen en voorwaarden voor vast kan stellen.

    Art. 6. De bewijslast voor de inachtneming van de bepalingen van de artikelen 5, 7 en 8, van artikel 9, lid 1, en van de artikelen 12, 16, 30 en 31 is voor rekening van de begunstigde.

    De begunstigde is verantwoordelijk voor de uitvoering van de procedures waarmee wordt nagegaan of hij de regels bedoeld in lid 1 in acht neemt.

    Bij een controle is het de begunstigde die dient aan te tonen dat hij dergelijke procedures uitgevoerd heeft en dat hij het toezicht op de naleving van die procedures door zijn werknemers op zich neemt.

    Bij niet-inachtneming van één of meerdere principes bedoeld in lid 1 eist de Administratie de gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de betrokken subsidie.

    Art. 7. In aanmerking komend voor subsidiëring zijn uitsluitend de uitgaven:

  16. die rechtstreeks verband houden met de actie waarvoor de subsidie is toegekend;

  17. die de werkelijke kosten van de gesubsidieerde actie niet overschrijden;

  18. waarvan elke terugvordering in verband met de gesubsidieerde actie afgetrokken is;

  19. die betrekking hebben op de periode gedekt door de subsidie;

  20. die het voorwerp (zullen) uitmaken van een betaling door de begunstigde.

    Art. 8. De uitgaven die in het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT