Besluit van de Waalse Regering betreffende de erkenning van de personen die een boring verrichten of die putten bestemd voor een toekomstige grondwaterwinning, de installatie van geothermische sondes, de geologische erkenning, de prospectie en de installatie van piëzometers uitrusten, en tot wijziging van diverse besluiten, de 13 décembre 2018

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het reglementair deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt

Artikel 1. In deel II, Titel VII, Hoofdstuk III, van het reglementair deel van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt een afdeling 5 die de artikelen R.187ter-1 tot en met R.187ter-18 inhoudt, ingevoegd, luidend als volgt:

"Afdeling 5 - Erkenning van de boorders

Onderafdeling 1. - Algemeen

Art. R.187ter-1. Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder :

  1. Administratie: het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst;

  2. boringsactiviteitengebied: de boring en de uitrusting van putten bestemd voor :

    1. een toekomstige grondwaterwinning;

    2. de installatie van geothermische sondes;

    3. de geologische erkenning en de prospectie;

    4. de installatie van piëzometers;

  3. directeur-generaal: de directeur-generaal van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst;

  4. afgevaardigde : de inspecteur-generaal van het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst;

  5. Minister : de Minister van Leefmilieu;

  6. piëzometer : de uitgeruste boorput die toegang geeft tot een grondwaterlaag, die niet als grondwaterwinning en niet voor het kunstmatige aanvullen van grondwaterlagen wordt uitgebaat, waarin het niveau, in hoogte of in diepte, van de oppervlakte van vrij water of de overeenstemmende piëzometrische last, of, de druk in geval van artesische bron, gemeten wordt aan de hand van een instrument, met name een handsonde, een druksonde, een peilschaal, een manometer, of waarin een grondwatermonster voor analyse, met name voor een fysische, chemische, microbiologische analyse en isotopenanalyse wordt genomen.

    Art. R.187ter-2. De directeur-generaal beslist over iedere erkenningsaanvraag, -wijziging, -opschorting of -intrekking die in deze afdeling bedoeld is.

    Onderafdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden

    Art. R.187ter-3. De toekenning van de erkenning voor één of meerdere boringsactiviteitengebieden hangt af van de volgende voorwaarden :

  7. voor de natuurlijke of rechtspersonen :

    1. niet het voorwerp zijn geweest van een veroordeling die nog steeds gevolgen heeft bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing, wegens een overtreding bedoeld in artikel D.138, eerste lid, 7°, 8°, 9° en 12° van Boek I van het Milieuwetboek of iedere gelijksoortige overtreding bedoeld bij een gelijkwaardige wetgeving van een ander Gewet of van een lidstaat van de Europese Unie die partij is bij het Akkoord betreffende de Europese Economische Ruimte;

    2. zich niet in een toestand bevinden waar de opdrachten niet meer vervuld kunnen worden op een objectieve en onafhankelijke manier ten opzichte van zijn klanten;

    3. over het materieel en de technische middelen beschikken om de opdrachten na te komen waarvoor de erkenning is vereist;

    4. over de financiële en personele middelen beschikken om de activiteiten uit te voeren, waarvoor een erkenning wordt aangevraagd;

    5. door een verzekeringsovereenkomst gedekt zijn of zich ertoe verbinden om een verzekeringsovereenkomst te sluiten ter dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid voortvloeiend uit de activiteiten waarvoor een erkenning wordt aangevraagd;

    6. geen intrekking van de erkenning hebben ondergaan binnen de drie jaar die voorafgaan aan de erkenningsaanvraag;

    7. iedere verandering betreffende zijn erkenningsaanvraag aan de Administratie onmiddellijk sturen;

    8. zich ertoe verbinden de in artikel R.185ter-4 bedoelde gebruiksvoorwaarden van de erkenning na te leven;

  8. voor de natuurlijke personen :

    1. onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie of partij zijn bij het Akkoord betreffende de Europese Economische Ruimte;

    2. zijn burgerlijke en politieke rechten niet verloren hebben;

  9. voor de rechtspersonen en tijdelijke vennootschappen :

    1. opgericht zijn overeenkomstig de Belgische wetgeving of de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie of van een partij bij het Akkoord betreffende de Europese Economische Ruimte en zijn (haar) hoofdbestuur of hoofdzetel binnen de Europese Unie hebben, of er zijn (haar) maatschappelijke zetel hebben, op voorwaarde dat zijn (haar) activiteiten een reële en duurzame band hebben met de economie van een lidstaat van de Europese Unie;

    2. onder zijn bestuurders, beheerders of personen die de maatschappij kunnen binden, enkel personen tellen die voldoen aan de voorwaarden waarvan sprake in 1°, a) en b), en 2°, b).

    Het materiaal en de in het eerste lid, 1°, c), bedoelde technische middelen die vermeld zijn in de erkenningsaanvraag, maken het mogelijk vast te stellen of de aanvrager, zelf of aan de hand van een onderaannemingsovereenkomst ter vervanging van een tijdelijk defect materiaal, over de nodige middelen beschikt om het veldwerk zoals de uitvoering van de boring, de installaties van piëzometers, van putten te verrichten. Deze aanwijzingen maken het mogelijk om het activiteitengebied waarvoor de erkenning wordt aangevraagd en de vereiste vaardigheden voor de bediening en behandeling van bouwmachines te beoordelen.

    De in het eerste lid, 1°, d) bedoelde menselijke hulpkrachten van de onderneming stellen de aanvrager in staat te beschikken over de technische vaardigheden die nodig zijn voor de uitvoering van een boring op het specifieke boringsactiviteitengebied waarvoor de erkenning wordt aangevraagd, en met name over de bekwaamheid om de gebruikte machines te besturen en te bedienen. Die vaardigheden worden bevestigd ofwel :

  10. door een beroepsopleidingstitel voor het overwogen boringsactiviteitengebied;

  11. door de aanwijzing van minstens vijf boorreferenties voor het betrokken activiteitengebied binnen twee jaar die aan de erkenningsaanvraag voorafgaan.

    De beroepservaring wordt bevestigd met een curriculum vitae, een lijst van referenties of de omschrijving van de verworven relevante ervaring, bij voorbeeld in het kader van een soortgelijke erkenning afgegeven door de bevoegde overheden van een ander Gewest of een andere lidstaat van de Europese Unie.

    De Minister of diens afgevaardigde beoordeelt of de door de aanvrager voorgestelde personen de kennis of de vereiste beroepservaring bezitten rekening houdende met de technische en milieuaspecten verworven in het kader van de vorming of de beroepservaring. De Minister kan met name de bevoegde overheden van een ander Gewest of van een andere lidstaat van de Europese Unie ondervragen.

    Art. R.187ter-4. Tijdens de duur van de erkenning vervult de houder van de erkenning de volgende taken :

  12. hij verricht boorhandelingen die behoorlijk aangegeven of toegelaten worden krachtens het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en, in voorkomend geval, van het decreet van 10 juli 2013 betreffende de geologische opslag van kooldioxide of krachtens artikel 63 van het decreet van 5 december 2008 betreffende het bodembeheer of artikel 67 van het decreet van 1 maart 2018 betreffende bodembeheer en bodemsanering;

  13. hij voert de in 1° bedoelde werken uit overeenkomstig de sectorale en de integrale...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT