Besluit van de Waalse Regering betreffende steun voor ontwikkeling en investering in de landbouwsector, de 10 septembre 2015

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. toezichtcomité : het toezichtcomité ingesteld krachtens artikel 47 van verordening nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, hierna verordening nr. 1303/2013;

  2. overeenkomst inzake de garanties : de tussen een kredietinstelling en de Minister gesloten overeenkomst tot vastlegging van de modaliteiten voor het beheer van de krachtens dit besluit verleende garantie;

  3. CVGL : de coöperatieve vennootschap die opgericht is overeenkomstig artikel 2, § 2, vierde streepje, van het Wetboek van vennootschappen en die aan de volgende vereisten voldoet :

    1. haar maatschappelijk doel binnen het bedrijf van haar leden is hoofdzakelijk gericht op het gemeenschappelijke gebruik van landbouwmateriaal dat noodzakelijk is voor de landbouwactiviteit van haar leden;

    2. de meerderheid van de leden van de CVGL zijn partners van het type producent die in aanmerking komen voor steun, waarbij minimum drie partners in aanmerking komen voor steun;

    3. in de statuten wordt bepaald dat elke vennoot over minstens één stem beschikt op de algemene vergaderingen;

  4. vestigingscomité : het vestigingscomité in de zin van artikel 60 van het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015 tot uitvoering van het systeem van de rechtstreekse betalingen ten gunste van de landbouwers;

  5. indieningsdatum : de datum van indiening van de volledige en conforme steunaanvraag;

  6. datum van vestiging door oprichting : de datum van de eerste registratie bij het GBCS als landbouwer in hoofdberoep die overeenstemt met de datum van inschrijving bij de kas voor sociale verzekeringen als landbouwer in hoofdberoep;

  7. datum van vestiging door overname : de datum van de eerste registratie bij het GBCS als landbouwer in hoofdberoep die overeenstemt met de overnamedatum vermeld in de overnameovereenkomst en met de datum van inschrijving bij de kas voor sociale verzekeringen als landbouwer in hoofdberoep;

  8. steunaanvraag : de bijstandsaanvraag in de zin van artikel 2, § 1, (3) van verordening nr. 640/2014 voor een aanvraag tot toetreding tot één van de maatregelen voorzien in de artikelen 17 en 19 van verordening nr. 1305/2013;

  9. praktische ervaring : voltijdsequivalente beroepservaring in de landbouwsector als landbouwer of hulp of meewerkende echtgeno(o)t(e);

  10. garantie : steun verleend in de vorm van een overheidsgarantie die gekoppeld kan worden aan de terugbetaling in kapitaal, interesten en accessoria van de leningen die toegekend worden aan de in dit besluit bedoelde natuurlijke en rechtspersonen, op voorwaarde dat ze toegekend worden door een erkende kredietinstelling bedoeld in artikel D.248 van het Landbouwwetboek;

  11. investeringen : verrichtingen die gericht zijn op de aankoop, de bouw of de vernieuwing van onroerende goederen of op de aankoop van roerende goederen voor de steunbegunstigden;

  12. jonge landbouwer : de begunstigde van de vestigingssteun zoals bepaald in artikel 2, n), van verordening nr. 1305/2013;

  13. partner van het type producent : natuurlijke persoon of groepering van natuurlijke personen of rechtspersoon of groepering van rechtspersonen geïdentificeerd in het GBCS die een land- of tuinbouwactiviteit uitoefent/uitoefenen;

  14. partner van het type coöperatief : coöperatieve vennootschappen van het type CVGL of CVAV die in het GBCS geïdentificeerd zijn;

  15. bedrijfsplan : het plan bedoeld in artikel 19, § 4, van verordening nr. 1305/2013;

  16. kwaliteitsproducten : de kwaliteitsproducten bedoeld in de artikelen D.171 tot D.184 van het Waals landbouwwetboek;

  17. verordening nr. 1305/2013 : Verordening (EU) nr.1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad;

  18. verordening nr. 1306/2013 : Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad;

  19. verordening nr. 1307/2013 : Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad;

  20. verordening nr. 640/2014 : gedelegeerde Verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden;

  21. verordening nr. 702/2014 : Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard;

  22. verordening nr. 807/2014 : Verordening (EU) nr. 807/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake bijstand voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot invoering van overgangsbepalingen;

  23. vervanging : aankoop van nieuw materiaal dat identiek of soortgelijk is aan een ander materiaal dat toebehoort aan de landbouwer, de CVGL of de CVAV, ten einde het te vervangen, met minder dan zeven jaar tussentijd tussen de fabricagejaren van beide materialen;

  24. CVAV : de coöperatieve vennootschap die opgericht is overeenkomstig artikel 2, § 2, vierde streepje, van het Wetboek van vennootschappen en die aan de volgende vereisten voldoet :

    1. het doel van de vennootschap is voornamelijk gericht op landbouw, tuinbouw of veeteelt en op de verbetering en rationalisatie van de behandeling, de verwerking of de afzet van landbouwproducten;

    2. de meerderheid van de leden van de CVGL zijn partners van het type producent die in aanmerking komen voor steun, waarbij minimum drie partners in aanmerking komen voor steun;

    3. in de statuten wordt bepaald dat elke vennoot over minstens één stem beschikt op de algemene vergaderingen;

  25. grondgebondenheidscijfer : het globale grondgebondenheidscijfer van het bedrijf bedoeld in artikel R.210, § 4, van het Waterwetboek en, in voorkomend geval, het grondgebondenheidscijfer van het bedrijf in een gevoelig gebied zoals bedoeld in artikel R.214, § 2, van het Waterwetboek;

  26. AE : de arbeidseenheid of de verhouding tussen, enerzijds, het jaarlijks op het bedrijf gepresteerd aantal werkuren, meer bepaald maximum 1.800 uren, verminderd met het aantal werkuren gepresteerd buiten het bedrijf in dezelfde periode en, anderzijds, de waarde van 1.800 werkuren.

    HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijke voorwaarden betreffende steun voor investering, vestiging en niet-agrarische diversificatie

    Afdeling 1. - Gemeenschappelijke bepaling

    Art. 2. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de aanvragen van steun voor investering, vestiging en investering in de niet-agrarische diversificatie.

    Afdeling 2. - Bepalingen betreffende de indiening, de behandeling van de steunaanvraag en de betaling van de steun

    Art. 3. De landbouwer dient zijn steunaanvraag in volgens de voorschriften die het betaalorgaan bepaalt.

    Binnen tien werkdagen na ontvangst van de steunaanvraag geeft het betaalorgaan de aanvrager per zending kennis van hetzij :

  27. de ontvankelijkheid van de steunaanvraag als ze volledig en conform bevonden wordt;

  28. de niet-ontvankelijkheid van de steunaanvraag als ze onvolledig of niet-conform bevonden wordt.

    In het geval bedoeld onder punt 2° wordt in de zending gewezen op de ontbrekende elementen.

    Als een aanvraag onontvankelijk is, wordt ze als onbestaand beschouwd.

    Art. 4. Na de kennisgeving van de ontvankelijkheid kan het betaalorgaan aanvullende stukken of gegevens van de aanvrager verlangen.

    Het verzoek om aanvullende informatie schorst de behandeling van het dossier. Na vijftien dagen kan de steunaanvraag als niet in aanmerking komend beschouwd worden als het betaalorgaan niet het geheel van de stukken en gegevens ontvangen heeft.

    De Minister kan de duur van de behandeling van het steunaanvraagdossier bepalen alsmede de duur van de behandeling van het dossier na ontvangst van de aanvullende stukken bedoeld in het tweede lid.

    Art. 5. § 1. Het betaalorgaan geeft de aanvrager kennis van de beslissing door elk middel dat een vaste datum verleent in de zin van artikel D.15 van het Waals Landbouwwetboek.

    De beslissing tot toekenning van de steun vermeldt :

  29. om welke investering of vestiging het gaat;

  30. het subsidiabele bedrag van de investering;

  31. het bedrag van de steun;

  32. de uiterste datum voor de verrichting van de investering;

  33. de eventueel in acht te nemen voorwaarden, met inbegrip van de als bewijs van de investering of vestiging over te leggen stukken.

    § 2. De betaling van de steun wordt bepaald na overlegging...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT