Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers, de 7 mai 2021

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming

Artikel 1. Aan artikel 431 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 en 4 december 2020, wordt een punt 17° toegevoegd, dat luidt als volgt:

"17° bachelor in de mondzorg."

Art. 2. In artikel 469,2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019, wordt de zinsnede "vermeld in artikel 70 van bijlage 11 bij het besluit van 28 juni 2019;" vervangen door de zinssnede "vermeld in artikel 33/1. § 4, van bijlage 11 bij het besluit van 28 juni 2019;".

Art. 3. In artikel 485 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in paragraaf 1, tweede lid, wordt het bedrag "19,51 euro" vervangen door het bedrag "19,45 euro" en wordt het bedrag "6,53 euro" vervangen door het bedrag "8,92 euro";

  2. in paragraaf 2, tweede lid, wordt het bedrag "19,51 euro" vervangen door het bedrag "19,45 euro en wordt het bedrag "6,53 euro" vervangen door het bedrag "8,92 euro".

    Art. 4. In titel 3, hoofdstuk1, afdeling 1, van hetzelfde besluit wordt onderafdeling 13, die bestaat uit artikel 500, vervangen door wat volgt:

    "Onderafdeling 13. Deel F: financiering van de coördinerend en raadgevend arts in woonzorgcentra al dan niet met bijbehorend centrum voor kortverblijf"

    "Art. 500. § 1. De tegemoetkoming per verblijfsdag en per gebruiker voor de functie van coördinerend en raadgevend arts bedraagt 0,61 euro.

    Die financiering is bestemd voor de vergoeding van de coördinerend en raadgevend arts.

    Om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming vermeld in het eerste lid moeten al de volgende voorwaarden vervuld te zijn:

  3. de gegevens van de coördinerend en raadgevend arts zijn doorgegeven via de elektronische vragenlijst, vermeld in artikel 452;

  4. de voorwaarden vermeld in artikel 33/1 van de bijlage 11 bij het besluit van de Vlaamse Regering 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers, worden nageleefd.

    § 2. Het woonzorgcentrum al dan niet met bijbehorend centrum voor kortverblijf heeft recht op de tegemoetkoming, vermeld in paragraaf 1, vanaf de begindatum vermeld in het ondernemingscontract waarmee de coördinerend en raadgevend arts verbonden is aan het woonzorgcentrum al dan niet met bijbehorend centrum voor kortverblijf, op voorwaarde dat de gegevens van de coördinerend en raadgevend arts uiterlijk in de maand van de begindatum doorgegeven zijn via de elektronische vragenlijst, vermeld in artikel 452. Als de gegevens van de coördinerend en raadgevend arts via de elektronische vragenlijst, vermeld in artikel 452, op een later tijdstip worden doorgegeven, heeft het woonzorgcentrum al dan niet met bijbehorend centrum voor kortverblijf recht op de tegemoetkoming vanaf de eerste dag van de maand waarin de gegevens zijn doorgegeven.

    Het woonzorgcentrum al dan niet met bijbehorend centrum voor kortverblijf heeft geen recht meer op de tegemoetkoming, vermeld in het eerste lid, vanaf de dag die volgt op de einddatum vermeld in het ondernemingscontract, bij de stopzetting van het ondernemingscontract vanaf de dag die volgt op de stopzetting, of vanaf de dag waarop de voorwaarden, vermeld in § 1 derde lid, niet meer worden nageleefd.".

    Art. 5. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2020, wordt een boek 3/3, dat bestaat uit artikel 534/12, ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "Boek 3/3. Subsidiëring van de coördinerend en raadgevend arts voor woongelegenheden woonzorgcentrum zonder bijkomende erkenning en woongelegenheden centrum voor kortverblijf tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021

    Art. 534/12. § 1. Aan de woonzorgcentra en centra voor kortverblijf wordt voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 een subsidie toegekend die bestemd is voor de vergoeding van de coördinerend en raadgevend arts.

    De subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 als volgt berekend: (0,63 euro x (aantal erkende woongelegenheden woonzorgcentrum zonder bijkomende erkenning op 31 maart 2021 + aantal erkende woongelegenheden centrum voor kortverblijf op 31 maart 2021) x referentiebezetting x 181 dagen).

    Voor nieuwe woonzorgcentra, al dan niet met bijbehorend centrum voor kortverblijf, waarvan de eerste erkenning ingaat na 1 januari 2021 en voor 1 april 2021 wordt de subsidie vermeld in het eerste lid als volgt berekend: (0,63 euro x (aantal erkende woongelegenheden woonzorgcentrum zonder bijkomende erkenning op 31 maart 2021 + aantal erkende woongelegenheden centrum voor kortverblijf op 31 maart 2021) x referentiebezetting x aantal dagen vanaf de begindatum erkenning tot en met 30 juni 2021).

    De referentiebezetting vermeld in het tweede en derde lid is gelijk aan de individuele gemiddelde bezettingsgraad van een woonzorgcentrum, al dan niet met bijbehorend centrum voor kortverblijf, in de referentieperiode van 1 juli 2018 tot en met 30 juni 2019 waarbij het aantal gefactureerde ligdagen tijdens de periode van 1 juli 2018 tot en met 30 juni 2019, zoals doorgegeven via de elektronische vragenlijst, vermeld in artikel 452 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, voor de berekening van de basistegemoetkoming voor zorg gedeeld wordt door "het gemiddelde aantal erkende woongelegenheden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT