Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de uitzonderlijke zomer die zich voordeed van 15 juni tot 30 september 2019 als landbouwramp en de afbakening van de geografische uitgestrektheid en de getroffen teelten van die ramp, de 5 juin 2020

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder bevoegde entiteit: het Departement Landbouw en Visserij, vermeld in artikel 26, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.

Art. 2. § 1. De schade die is veroorzaakt door de weersfenomenen, vermeld in het tweede lid, die zich voordeden in de periode van 15 juni tot 30 september 2019, wordt beschouwd als een landbouwramp en wordt erkend als een schadelijk feit als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen.

De schade, vermeld in het eerste lid, wordt slechts erkend indien die veroorzaakt werd door de volgende weersfenomenen die de periode vermeld in het eerste lid, een uitzonderlijk klimatologisch karakter bezorgden:

  1. zonnebrand;

  2. droogte.

    § 2. De schade, vermeld in paragraaf 1, komt voor een tegemoetkoming in aanmerking, als voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  3. de schade die rechtstreeks veroorzaakt is door de weersfenomenen, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, is aan de volgende teelten aangebracht:

    1. fruitteelt: appelen, peren, rode bes, kiwibes, framboos;

    2. groententeelt: wortelen, uien, bonen, knolselder;

  4. het productieverlies van de aanvragende landbouwer bedraagt per teelt, zoals vermeld in de verzamelaanvraag, minstens 30%. Het productieverlies per teelt wordt berekend op basis van de totale oppervlakte van de teelt in kwestie.

    Art. 3. De geografische uitgestrektheid van de landbouwramp, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, omvat het hele grondgebied van het Vlaamse Gewest.

    Art. 4. Landbouwers als vermeld in artikel 4, eerste lid, a), van verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad, kunnen een aanvraag indienen tot tegemoetkoming voor de schade geleden naar aanleiding van de landbouwramp.

    Elke aanvragende landbouwer maakt maar één aanvraag van een tegemoetkoming op voor al zijn geteisterde percelen. Hij gebruikt daarvoor het formulier dat door de bevoegde entiteit ter beschikking wordt gesteld.

    Art. 5. De landbouwer, vermeld in artikel 4, voldoet aan de volgende voorwaarden:

  5. hij beschikte in de periode van 15 juni 2019 tot 30 september 2019 over een actief ondernemingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen of bij een buitenlandse databank waarin alle basisgegevens van ondernemingen en hun vestigingseenheden verzameld zijn;

  6. hij is in de periode van 15 juni 2019 tot 30 september 2019 geïdentificeerd als landbouwer bij de bevoegde entiteit.

    Art. 6. De aanvragende landbouwer kan de tegemoetkoming, vermeld in artikel 4, alleen aanvragen voor schade aan teelten op percelen die hij uiterlijk 22 oktober 2019 heeft aangegeven in zijn verzamelaanvraag 2019 als zijnde in gebruik op 31 mei 2019. De aanvraag bevat alle bewijsstukken over:

  7. het bestaan en de omvang van de schade;

  8. ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT