Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van een aantal besluiten van de Vlaamse Regering over de ondersteuning van personen met een handicap, de 10 mai 2019

HOOFDSTUK 1. -Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de indiening en afhandeling van de aanvraag tot ondersteuning bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap

Artikel 1. In artikel 28 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de indiening en afhandeling van de aanvraag tot ondersteuning bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 en 8 juni 2018, worden volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in paragraaf 2 wordt het bedrag "300 euro" vervangen door het bedrag "425 euro";

  2. in paragraaf 3 wordt het bedrag "75 euro" vervangen door het bedrag "150 euro".

    HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 januari 2014 tot concretisering van de voorwaarden om vennootschappen met sociaal oogmerk en verenigingen zonder winstoogmerk die wooninfrastructuur ter beschikking stellen aan personen met een handicap te erkennen

    Art. 2. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 januari 2014 tot concretisering van de voorwaarden om vennootschappen met sociaal oogmerk en verenigingen zonder winstoogmerk die wooninfrastructuur ter beschikking stellen aan personen met een handicap te erkennen wordt punt 3° vervangen door wat volgt:

    "3° de wooneenheden alleen ter beschikking gesteld worden aan personen met een handicap die voldoen aan een van de volgende voorwaarden:

    1. minstens beschikken over een toewijzing tot ondersteuningsveld Z66, als vermeld in de bijlage bij het ministerieel besluit van 1 maart 2012 houdende vaststelling van de ondersteuningsvelden dat is bepaald conform artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de indiening en afhandeling van de aanvraag tot ondersteuning bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;

    2. een persoonlijkeassistentiebudget krijgen;

    3. behoren tot een van de zorggroepen, vermeld in artikel 21, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2018 tot regeling van het infrastructuurforfait binnen de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, en beschikken over een beslissing tot toewijzing van een persoonsvolgend budget van het VAPH;

    4. bij rolstoelafhankelijkheid voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3 van het ministerieel besluit van 26 november 2018 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2018 tot regeling van het infrastructuurforfait binnen de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden en beschikken over een beslissing tot toewijzing van een persoonsvolgend budget van het VAPH;".

    HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget

    Art. 3. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017 en 8 juni 2018, wordt een punt 5/1° ingevoegd dat luidt als volgt:

    "5/1° dienst maatschappelijk werk: een erkende dienst maatschappelijk werk van het ziekenfonds als vermeld in artikel 14 van het decreet Woonzorgdecreet van 13 maart 2009;".

    Art. 4. In artikel 5 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen door wat volgt:

    " In het geval, vermeld in artikel 10, tweede lid, is de datum van aanvraag, in afwijking van het eerste lid, de datum waarop de aanvrager zich aanmeldt bij de dienst Ondersteuningsplan of bij de dienst maatschappelijk werk.";

  4. in paragraaf 1, zesde lid, worden de woorden "door de dienst Ondersteuningsplan of door de persoon met een handicap" vervangen door de zinsnede "door de dienst Ondersteuningsplan, door de dienst maatschappelijk werk of door de persoon met een handicap".

    Art. 5. In artikel 6, tweede lid, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "een dienst Ondersteuningsplan" en de woorden " De organisaties" de woorden "of door een dienst maatschappelijk werk" ingevoegd.

    Art. 6. In artikel 9, tweede lid, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "een dienst Ondersteuningsplan, " en de woorden "beoordeelt het agentschap" de woorden "of van een dienst maatschappelijk werk" ingevoegd.

    Art. 7. In artikel 10, tweede lid, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "een dienst Ondersteuningsplan" en de woorden "het ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering" de woorden "of van een dienst maatschappelijk werk " ingevoegd.

    Art. 8. In artikel 11 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "een dienst Ondersteuningsplan" en de woorden "of als het oordeelt" de woorden "of van een dienst maatschappelijk werk " ingevoegd.

    Art. 9. Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

    Art. 10. Artikel 20 en 21 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 20. Voor elk van de gevraagde ondersteuningsfuncties, met uitzondering van oproepbare permanentie, waarvoor de persoon met een handicap financiering vraagt aan het agentschap wordt op basis van de frequenties, vermeld in het ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering een aantal zorggebonden punten vastgesteld conform tabel 3 tot en met 7 die zijn opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

    Als psychosociale begeleiding wordt gevraagd, wordt voor de berekening van het overeenstemmende aantal zorggebonden punten, voor maximaal twee uren een aantal zorggebonden punten vastgesteld conform tabel 6, die is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, en wordt in afwijking van het eerste lid, het aantal zorggebonden punten voor de overige uren vastgesteld conform tabel 7, die is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

    In afwijking van het eerste lid wordt geen aantal zorggebonden punten vastgesteld voor woonondersteuning of dagondersteuning als de budgetcategorie die overeenstemt met de resultaten van de afname van het zorgzwaarte-instrument voor de parameters begeleiding en permanentie, lager is dan budgetcategorie 3, conform tabel 2 die is opgenomen in bijlage 1 die bij dit besluit is gevoegd.

    Als er verschillende ondersteuningsfuncties worden gevraagd, wordt het aantal zorggebonden punten dat is vastgesteld voor de verschillende gevraagde ondersteuningsfuncties, opgeteld.

    Als oproepbare permanentie wordt gevraagd, wordt het aantal zorggebonden punten voor oproepbare permanentie, vermeld in tabel 8, die is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, opgeteld bij het resultaat van de optelsom, vermeld in het derde lid.

    Art. 21. De budgetcategorie die maximaal kan worden toegekend, wordt bepaald door de budgetcategorie die conform tabel 2 die is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd correspondeert met het totaal van de zorggebonden punten die zijn vastgesteld conform artikel 20, te vergelijken met de budgetcategorie die conform de voormelde tabel 2 overeenstemt met de resultaten van de afname van het zorgzwaarte-instrument voor de parameters begeleiding en permanentie.

    Als de budgetcategorie voor het totaal aantal zorggebonden punten van de vraag hoger is dan de budgetcategorie voor de resultaten van de afname van het zorgzwaarte-instrument voor de parameters begeleiding en permanentie, kan maximaal de budgetcategorie die overeenstemt met de vastgestelde waarden voor de parameters begeleiding en permanentie worden toegekend.

    Als de budgetcategorie voor het totaal aantal zorggebonden punten van de vraag lager is dan de budgetcategorie voor de resultaten van de afname van het zorgzwaarte-instrument voor de parameters begeleiding en permanentie, kan maximaal de budgetcategorie die overeenstemt met het totaal aantal zorggebonden punten van de vraag worden toegekend.".

    Art. 11. Aan artikel 37, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 4 maart 2016 en 24 februari 2017, wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt:

    "Als een persoonlijke-assistentiebudget wordt toegekend met toepassing van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp nadat een ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering aan het agentschap werd bezorgd of nadat het agentschap een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning heeft toegewezen wordt onmiddellijk na de toewijzing van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning of na de toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget, een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning ter beschikking gesteld voor een bedrag van de budgetcategorie die is toegewezen en die het bedrag van het persoonlijke-assistentiebudget dat is toegekend met toepassing van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, niet overschrijdt.".

    Art. 12. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2018, wordt een hoofdstuk 8/1 dat bestaat uit artikel 37/1 en artikel 37/2 ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "HOOFDSTUK 8/1 Financiering van de diensten maatschappelijk werk

    Art. 37/1. Het agentschap verleent aan de landsbonden vermeld in artikel 6, § 1, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT