Besluit van de Vlaamse Regering over de zorg en ondersteuning voor geïnterneerde personen met een handicap door vergunde zorgaanbieders, de 14 décembre 2018

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. aanvrager: naargelang van het geval de persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger en, als de persoon met een handicap een rechterlijke beschermingsmaatregel geniet met toepassing van boek I, titel XI, hoofdstuk II, afdeling 3, van het Burgerlijk Wetboek, rekening houdend met de beschermingsmaatregel, de persoon met een handicap en de bewindvoerder samen of de bewindvoerder;

  2. agentschap: het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;

  3. besluit van 24 juli 1991: het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1991 betreffende de indiening en afhandeling van de aanvraag tot ondersteuning bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een

    Handicap;

  4. besluit van 27 november 2015: het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget;

  5. budget: een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning als vermeld in hoofdstuk 5 van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap;

  6. dagondersteuning: dagondersteuning als vermeld in artikel 1, 3°, van het besluit van 27 november 2015;

  7. decreet van 7 mei 2004: het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;

  8. directeur: de directeur, vermeld in artikel 3, 2°, van de wet van 5 mei 2014;

  9. geïnterneerde persoon: een persoon die geïnterneerd is conform de wet van 5 mei 2014;

  10. individuele dienstverleningsovereenkomst: een individuele dienstverleningsovereenkomst als vermeld in artikel 8, § 1, eerste lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap;

  11. module van ondersteuning: een module van ondersteuning als vermeld in de tabel die opgenomen is in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd;

  12. persoon met een handicap: een persoon met een handicap als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 7 mei 2004;

  13. unit voor geïnterneerden: een unit voor geïnterneerden als vermeld in artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2017 over de erkenning en subsidiëring van voorzieningen die ondersteuning bieden aan personen met een handicap in de gevangenis, en van units voor geïnterneerden;

  14. vergunde zorgaanbieder: de aanbieder van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning die vergund is conform het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van aanbieders van niet- rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap;

  15. woonondersteuning: de woonondersteuning, vermeld in artikel 1, 23°, van het besluit van 27 november 2015;

  16. wet van 5 mei 2014: de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering.

    HOOFDSTUK 2. - Doelgroep

    Art. 2. Dit besluit is van toepassing op geïnterneerde personen die verblijven in een van de volgende inrichtingen:

  17. een inrichting als vermeld in 3, 4°, a), van de wet van 5 mei 2014;

  18. een inrichting als vermeld in artikel 3, 4°, b), van de voormelde wet;

  19. een inrichting als vermeld in artikel 3, 4°, c), van de voormelde wet;

  20. een door de bevoegde overheid gesubsidieerde medium risk afdeling in het kader van het pilootproject internering of een afdeling met een voorbehouden capaciteit voor geïnterneerde personen die er verblijven onder het statuut van plaatsing als vermeld in artikel 19 van de voormelde wet, met het oog op een verdere maatschappelijke re-integratie. Het gaat om afdelingen van de campus van het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem, het Universitair Psychiatrisch Centrum Bierbeek of het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan-Baptist Zelzate;

  21. een unit voor geïnterneerden.

    HOOFDSTUK 3. - Het aanvragen van een budget en het stopzetten van de toewijzingen terbeschikkingstelling van een budget

    Art. 3. § 1. In afwijking van artikel 3 van het besluit van 27 november 2015 kan er geen toewijzing van een budget worden aangevraagd door of voor een geïnterneerde persoon die verblijft in een inrichting als vermeld in artikel 2, 1° tot en met 4°, van dit besluit.

    Het agentschap kan geen budget toewijzen of ter beschikking stellen aan geïnterneerde personen met een handicap die verblijven in een inrichting als vermeld in het eerste lid.

    De beslissing van het agentschap tot toewijzing of terbeschikkingstelling van een budget vervalt vanaf het ogenblik dat een geïnterneerde persoon verblijft in een inrichting als vermeld in het eerste lid.

    In afwijking van het derde lid wordt de uitvoering van de beslissing tot toewijzing of terbeschikkingstelling van een budget geschorst gedurende de periode dat de geïnterneerde persoon onder het statuut plaatsing, vermeld in artikel 19 van de wet van 5 mei 2014, verblijft in een inrichting als vermeld in het eerste lid, als gevolg van een voorlopige aanhouding als vermeld in artikel 65 van de voormelde wet, of van een schorsing van een invrijheidstelling op proef of een elektronisch toezicht als vermeld in artikel 61 van de voormelde wet en wordt de beslissing tot toewijzing of terbeschikkingstelling van een budget stopgezet vanaf de eerste dag van de vierde maand na de maand waarin de geïnterneerde persoon met een handicap voor crisisondersteuning of time-out is overgestapt naar een inrichting als vermeld in artikel 2, 4°.

    § 2. In afwijking van artikel 3 van het besluit van 27 november 2015 kunnen de geïnterneerde personen die verblijven in een inrichting als vermeld in artikel 2, 5°, van dit besluit, of die een individuele dienstverleningsovereenkomst hebben afgesloten als vermeld in artikel 9 van dit besluit, ten vroegste een budget aanvragen met toepassing van het besluit van 27 november 2015 vanaf de eerste dag van de zevende maand na de maand waarin ze zijn opgenomen in een inrichting als vermeld in artikel 2, 5°, van dit besluit, of waarin de individuele dienstverleningsovereenkomst is gestart.

    In afwijking van artikel 22 van het besluit van 27 november 2015 wordt het dossier niet voorgelegd aan de regionale prioriteitencommissie. Er wordt van rechtswege prioriteitengroep 1 toegekend. De vraag naar een budget wordt binnen de prioriteitengroep 1 gerangschikt met de datum van de aanvraag, vermeld in artikel 5 van het besluit van 27 november 2015.

    Art. 4. Geïnterneerde personen kunnen, binnen de grenzen van de middelen die daarvoor zijn vastgelegd op zijn begroting bij het agentschap aanspraak maken op zorg en ondersteuning voor geïnterneerde personen met een handicap die wordt geboden door een vergunde...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT