Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor sommige voorzieningen voor personen met een handicap en tot wijziging van artikel 16 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, de 23 novembre 2018

HOOFDSTUK 1. - Definities, toepassingsgebied en algemene bepaling

Artikel 1. § 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. centrum voor ontwikkelingsstoornissen: een erkende dienst als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 1998 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor ontwikkelingsstoornissen;

  2. dienst voor zelfstandig wonen: een dienst voor personen met een fysieke handicap die nu vergund is conform het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap en die tot en met 31 december 2015 erkend was door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende de vaststelling van de erkenningsvoorwaarden, de werkings- en subsidiëringsmodaliteiten voor diensten voor zelfstandig wonen van gehandicapte personen zoals bedoeld in artikel 3, § 1bis, van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten;

  3. gebruiker: de persoon met een handicap die gebruikmaakt van de ondersteuning door een voorziening voor personen met een handicap;

  4. internaat voor minderjarigen: een voorziening die nu erkend is als een multifunctioneel centrum als vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap en die tot en met 31 december 2015 erkend was door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, en die onder het internaatstelsel zorgt voor huisvesting, onderhoud, behandeling en opvoeding van de personen met een handicap die jonger zijn dan 21 jaar, vermeld in het koninklijk besluit van 23 december 1970 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden van de residentiële en semiresidentiële voorzieningen voor personen met een handicap;

  5. multifunctioneel centrum: een multifunctioneel centrum voor minderjarige personen met een handicap als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap;

  6. oriëntatie- en behandelingscentrum: een centrum voor observatie, oriëntering en medische, psychologische en pedagogische begeleiding van minderjarige personen met een handicap dat nu erkend is als een multifunctioneel centrum met ondersteuningsfunctie diagnostiek als vermeld in artikel 10, § 6, van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap, en dat tot en met 31 december 2015 erkend was door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap als vermeld in het koninklijk besluit van 12 december 1975 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de centra voor observatie, oriëntering en medische, psychologische en pedagogische behandeling voor gehandicapten, evenals van de te volgen bijzondere regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, toegekend voor het onderhoud, de opvoeding en de behandeling van de gehandicapten die er geplaatst zijn ten laste van de openbare besturen;

  7. revalidatiecentrum: een door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap erkend extramuraal centrum of erkende extramurale dienst voor de functionele revalidatie van personen met een handicap als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1996 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en -modaliteiten van de centra of diensten voor revalidatie;

  8. semi-internaat: een voorziening die nu erkend is als een multifunctioneel centrum als vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap, en die tot en met 31 december 2015 erkend was door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, die onder het semi-internaatstelsel zorgt voor huisvesting, onderhoud, behandeling en opvoeding van de personen met een handicap die jonger zijn dan 21 jaar en die niet schoolgaand zijn, alsook een voorziening die over geen andere erkenning beschikt dan die van semi-internaat voor schoolgaanden als vermeld in het koninklijk besluit van 23 december 1970 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden van de residentiële en semi-residentiële voorzieningen voor personen met een handicap;

  9. subsidiabele oppervlakte: de som van de per bouwlaag berekende nuttige vloeroppervlakte, buitenmuren inbegrepen, die in aanmerking wordt genomen voor subsidiëring;

  10. tehuis van kort verblijf: een voorziening voor kortverblijf die nu voor minderjarigen erkend is als een multifunctioneel centrum als vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap, en die tot en met 31 december 2015 erkend was door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap als vermeld in het koninklijk besluit van 25 januari 1971 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van tehuizen van kort verblijf ten behoeve van gehandicapten;

  11. Toegankelijk Vlaanderen: het agentschap, vermeld in het decreet van 28 maart 2014 houdende machtiging tot oprichting van het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Toegankelijk Vlaanderen in de vorm van een private stichting;

  12. unit voor geïnterneerden: een voorziening die ondersteuning biedt aan geïnterneerde personen met een handicap als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2017 over de erkenning en subsidiëring van voorzieningen die ondersteuning bieden aan personen met een handicap in de gevangenis, en van units voor geïnterneerden;

  13. units voor observatie, diagnose en behandeling: observatie-, diagnose- en behandelingsunits voor meerderjarige personen met een handicap als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2017 over de erkenning en subsidiëring van observatie-, diagnose- en behandelingsunits;

  14. vergunde zorgaanbieder: een aanbieder van niet rechtstreeks toegankelijke zorg of ondersteuning als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap;

  15. Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap: het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, vermeld in het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.

    § 2. Dit besluit is van toepassing op de volgende voorzieningen voor personen met een handicap:

  16. centra voor ontwikkelingsstoornissen;

  17. internaten voor minderjarigen;

  18. oriëntatie- en behandelingscentra;

  19. revalidatiecentra;

  20. semi-internaten;

  21. tehuizen van kort verblijf;

  22. units voor geïnterneerden;

  23. units voor observatie, diagnose en behandeling.

    Dit besluit is niet van toepassing op voorzieningen die onder het toepassingsgebied vallen van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juni 2018 tot regeling van het infrastructuurforfait binnen de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden.

    § 3. Als in uitvoering van dit besluit staatssteun in de zin van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wordt verleend, wordt die staatssteun toegekend met inachtneming van het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.

    HOOFDSTUK 2. - Bouwtechnische en bouwfysische normen

    Afdeling 1. - Algemene bouwtechnische en bouwfysische normen

    Art. 2. De algemene bouwtechnische en bouwfysische normen waaraan de infrastructuur van de voorzieningen voor personen met een handicap moet voldoen om voor een investeringssubsidie in aanmerking te komen, zijn:

  24. de regelgeving over de brandveiligheid;

  25. de regelgeving over de toegang van personen met een handicap tot gebouwen die toegankelijk zijn voor het publiek;

  26. de regelgeving over de eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat voor gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat;

  27. de regelgeving over ruimtelijke ordening en milieu;

  28. als dat van toepassing is, de regelgeving over de integratie van kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap behoren.

    Afdeling 2. - Specifieke bouwtechnische en bouwfysische normen voor de centra voor ontwikkelingsstoornissen en de revalidatiecentra

    Art. 3. § 1. De infrastructuur van de centra voor ontwikkelingsstoornissen en de revalidatiecentra moet voldoen aan de specifieke bouwtechnische en bouwfysische normen, vermeld in paragraaf 2 tot en met 5, om voor een investeringssubsidie in aanmerking te komen.

    § 2. Algemeen gelden voor de infrastructuur de volgende normen:

  29. de ligging en het concept van het gebouw zijn aangepast aan de behoeften en de mogelijkheden van de doelgroep;

  30. de inrichting en uitrusting van het gebouw en de omgeving houden rekening met de leeftijd en de specifieke behoeften van de doelgroep. Het ontwerp en de uitvoering van de sanitaire installaties, de leuningen aan trappen en de inrichting van binnen- en buitenruimten houden daar voldoende rekening mee;

  31. het gebouw is zo geconcipieerd dat er voldoende zicht is op het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT