Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van het infrastructuurforfait binnen de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, de 22 juin 2018

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. bestaand project met autofinanciering: een project met autofinanciering dat voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit een gunstig advies heeft gekregen van de daarvoor bevoegde adviescommissie;

  2. budgethouder: een persoon met een handicap die gebruikmaakt van een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning, of zijn wettelijke vertegenwoordiger;

  3. capaciteitseenheid: de plaats voor één gebruiker in de infrastructuur als vermeld in het akkoord infrastructuurforfait;

  4. coördinatiecommissie: de coördinatiecommissie, vermeld in artikel 10, § 4;

  5. dagondersteuning: de ondersteuning die gedurende de dag wordt geboden. De geleverde ondersteuning is moeilijk tot niet individueel planbaar of toewijsbaar. De ondersteuning heeft per definitie voor een deel een niet-instrumenteel karakter en bestaat uit begeleiding en permanentie;

  6. decreet van 23 februari 1994: het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden;

  7. Fonds: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, opgericht bij het decreet van 2 juni 2006 tot omvorming van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden tot een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid, en tot wijziging van het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden;

  8. functioneel bevoegde administratie: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;

  9. gebruiker: een budgethouder of gebruiker van rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning;

  10. infrastructuurforfait: een alternatieve vorm van investeringssubsidie als vermeld in artikel 7bis van het decreet van 23 februari 1994;

  11. masterplan: de globale en beschrijvende schets met kostenraming van het geplande project of de geplande projecten, met vermelding van de doelgroep, de capaciteit, de uitvoeringstermijnen en toekomstige ontwikkelingen, met daarbij een financieel plan in verhouding tot de verwachte exploitatie;

  12. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen;

  13. niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: de zorg en ondersteuning die de duur, intensiteit en frequentie van de rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning overschrijdt;

  14. project: het voorwerp van de geplande investering, zoals omschreven in het masterplan, waarvoor een akkoord infrastructuurforfait wordt gevraagd;

  15. project met autofinanciering: een project met financiering zonder voorafgaande subsidiebelofte of principieel akkoord als vermeld in artikel 8 van het decreet van 23 februari 1994, dat een gunstig advies van de daarvoor bevoegde adviescommissie heeft gekregen;

  16. rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: verblijf, beperkt in tijd, intensiteit en frequentie conform artikel 1, 7, van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2013 betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap, en waarvoor de persoon met een handicap geen aanvraag tot ondersteuning bij het agentschap moet indienen, of de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening, vermeld in artikel 2, § 1, 47°, van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp;

  17. woonondersteuning: de ondersteuning die tot doel heeft de persoon met een handicap tijdens de week te ondersteunen bij het wonen. De geleverde uren ondersteuning zijn moeilijk tot niet individueel planbaar of toewijsbaar. De ondersteuning heeft per definitie voor een deel een niet-instrumenteel karakter en bestaat uit begeleiding en permanentie;

  18. zorgaanbieder: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die niet-rechtstreeks toegankelijke zorg of ondersteuning aanbiedt aan een budgethouder.

    HOOFDSTUK 2. - Infrastructuurforfait

    Afdeling 1. - Toepassingsgebied

    Art. 2. Binnen de beschikbare begrotingskredieten kan het Fonds aan zorgaanbieders die woon- en dagondersteuning bieden, en aan zorgaanbieders die alleen dagondersteuning bieden, een infrastructuurforfait toekennen voor de terbeschikkingstelling en het gebruik van infrastructuur, als ze voldoen aan een van de volgende voorwaarden:

  19. beschikken over een vergunning voor het aanbieden van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning conform het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap;

  20. vrijgesteld zijn van een vergunning voor het aanbieden van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning met toepassing van artikel 2, eerste lid, 1°, of 3°, van het voormelde besluit.

    Art. 3. De aanvrager komt in aanmerking voor een infrastructuurforfait als al de volgende voorwaarden vervuld zijn:

  21. hij verleent niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning als vermeld in artikel 2, 7°, van decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap;

  22. hij beschikt over een genotsrecht op het project als vermeld in artikel 12 van het decreet van 23 februari 1994. Als de aanvrager en de eigenaar of de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop een project wordt gepland, twee verschillende personen zijn, mag er tussen hen geen ongeoorloofde verwantschapsband bestaan als vermeld in artikel 4 van dit besluit;

  23. hij is op het ogenblik van de aanvraag infrastructuurforfait financieel in staat de kost van de investering te dragen zonder de continuïteit van de dienstverlening in gevaar te brengen.

    Als de aanvrager een onderneming is, wordt het infrastructuurforfait verleend met inachtneming van het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.

    Art. 4. De aanvrager en de eigenaar van de grond waarop een project wordt uitgevoerd, of de aanvrager en de houder van de zakelijke rechten op de grond waarop een project wordt uitgevoerd, worden geacht een ongeoorloofde verwantschapsband te hebben als de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond een natuurlijke persoon is of een vennootschap met rechtspersoonlijkheid als vermeld in het Wetboek van Vennootschappen, met uitzondering van een coöperatieve vennootschap die erkend is met toepassing van artikel 5 van de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor de Coöperatie, en als de ene rechtstreeks of onrechtstreeks de bevoegdheid in rechte of in feite heeft om bij de andere een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van de leden van het bestuursorgaan of op de oriëntatie van het beleid.

    De ongeoorloofde verwantschapsband is in rechte en wordt onweerlegbaar vermoed als:

  24. de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond in het bezit is van de meerderheid van de stemrechten die verbonden zijn aan het totaal van de deelnamerechten van de aanvrager;

  25. de aanvrager in het bezit is van de meerderheid van de stemrechten die verbonden zijn aan het totaal van de effecten van de eigenaar van de grond of de houder van de zakelijke rechten op de grond;

  26. de meerderheid van de bestuurders van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond, of de aandeelhouders van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond, op persoonlijke titel, alleen of samen, de meerderheid bezitten van de stemrechten die verbonden zijn aan de deelnamerechten van de aanvrager;

  27. de meerderheid van de bestuurders, of de leden van de aanvrager op persoonlijke titel, alleen of samen, de meerderheid bezitten van de stemrechten die verbonden zijn aan de effecten van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond;

  28. de eigenaar van de grond, of de houder van de zakelijke rechten op de grond, of de meerderheid van zijn bestuurders of aandeelhouders, of zijn economische rechthebbenden het recht hebben om de meerderheid van de bestuurders van de aanvrager te benoemen of te ontslaan;

  29. de aanvrager, of de meerderheid van zijn bestuurders of leden, of zijn economische rechthebbenden het recht hebben om de meerderheid van de bestuurders van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond te benoemen of te ontslaan;

  30. de eigenaar van de grond, of de houder van de zakelijke rechten op de grond, of de meerderheid van zijn bestuurders of aandeelhouders, of zijn economische rechthebbenden krachtens de statuten van de aanvrager of krachtens een gesloten overeenkomst, over de bevoegdheid beschikken om een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van het bestuursorgaan of op de oriëntatie van het beleid;

  31. de aanvrager, of de meerderheid van zijn bestuurders of leden, of zijn economische rechthebbenden krachtens de statuten van de eigenaar van de grond of van de houder van de zakelijke rechten op de grond of krachtens een gesloten overeenkomst, over de bevoegdheid beschikken om een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van het bestuursorgaan of op de oriëntatie van het beleid;

  32. de eigenaar van de grond, of de houder van de zakelijke rechten op de grond, zijn bestuurders of aandeelhouders, op de voorlaatste en laatste algemene vergadering van de aanvrager stemrechten...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT