Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, de 6 juillet 2018

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden

Artikel 1. Aan artikel 2bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016, wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:

"3° hij zorgt voor de toepassing van de regelgeving over overheidsopdrachten voor investeringen die onder het materieel toepassingsgebied vallen van de voormelde regelgeving.".

Art. 2. In artikel 2ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011, wordt de zinsnede "een handelsvennootschap met rechtspersoonlijkheid als vermeld in artikel 2, § 2, van het Wetboek van Vennootschappen," vervangen door de zinsnede "een vennootschap met rechtspersoonlijkheid als vermeld in het Wetboek van Vennootschappen, met uitzondering van een coöperatieve vennootschap die erkend is conform artikel 5 van de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een Nationale Raad voor de Coöperatie,".

Art. 3. In artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 november 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in punt 2° wordt punt c) opnieuw opgenomen in de volgende lezing:

    "c) de aanvraag tot goedkeuring van het masterplan;";

  2. in punt 3° wordt punt c) opnieuw opgenomen in de volgende lezing:

    "c) de aanvraag tot goedkeuring van het masterplan;";

  3. in punt 4° wordt punt c) opnieuw opgenomen in de volgende lezing:

    "c) de aanvraag tot goedkeuring van het masterplan;".

    Art. 4. In artikel 6, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016, wordt punt 1° opgeheven.

    Art. 5. In artikel 15, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016, wordt punt 3° vervangen door wat volgt:

    "3° een bewijs dat de aanvrager beschikt of zal beschikken over een genotsrecht als vermeld in artikel 12 van het decreet;".

    Art. 6. In artikel 16 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  4. in het tweede lid, 4°, wordt tussen het woord "vergunning" en het woord "en" de zinsnede "of de omgevingsvergunning," ingevoegd;

  5. aan het tweede lid wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "5° als de aankoop gebeurt met een eigendomsoverdracht na een overheidsopdracht voor werken: het proces-verbaal van voorlopige of definitieve oplevering over het gebouw en een overzicht van de gunningen dat is opgemaakt op basis van een model dat door het Fonds ter beschikking wordt gesteld.";

  6. tussen het tweede en het derde lid worden twee leden ingevoegd, die luiden als volgt:

    "De aankoop zonder verbouwing, vermeld in het tweede lid, moet voldoen aan al de volgende voorwaarden:

  7. het is een gebruiksklaar gebouw. Als de aankoop gebeurt met een eigendomsoverdracht na een overheidsopdracht voor werken, dateert de verkoopbelofte of het compromis met opschortende voorwaarden van na de datum van het proces-verbaal van voorlopige oplevering;

  8. de aanvrager is voorheen nooit eigenaar geweest van het gebouw in kwestie;

  9. de aankoop van het gebouw omvat ook de aankoop van de grond waarop het gebouw in kwestie is opgericht, tenzij de aanvrager al eigenaar was van de grond.

    Als het tweede lid, 5°, van toepassing is, houdt de aanvrager de volgende stukken ter beschikking:

  10. de bestekken;

  11. het gunningsdossier per aanbesteding, dat bestaat uit:

    1. het proces-verbaal van de opening van de inschrijvingen;

    2. alle biedingen;

    3. de verslagen van de controle van de biedingen;

    4. de gemotiveerde keuze van aannemer of leverancier.".

    Art. 7. In artikel 20, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008, 10 november 2011 en 15 januari 2016, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:

    "Terzelfdertijd wordt aan de minister een ontwerp van subsidiebelofte ter ondertekening voorgelegd. Het Fonds moet de stedenbouwkundige vergunning voor het project of de omgevingsvergunning voor het project hebben voordat de subsidiebelofte voor het project kan worden toegekend.".

    Art. 8. Artikel 22 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016, wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 22. § 1. Bij een project van aankoop met verbouwing wordt de investeringssubsidie voor aankoop betaald nadat de authentieke akte van aankoop bij het Fonds is ingediend.

    § 2. Bij een project van aankoop zonder verbouwing wordt 90% van de investeringssubsidie betaald nadat de authentieke akte van aankoop bij het Fonds is ingediend.

    Op zijn vroegst een jaar na de ingebruikname van de infrastructuur in kwestie kan de aanvrager de betaling van de resterende 10% van de investeringssubsidie aanvragen bij het Fonds.

    De aanvrager bezorgt bij zijn aanvraag, vermeld in het tweede lid, de volgende stukken aan het Fonds:

  12. een verslag met een overzicht van de wijze waarop de aanvrager tegemoetgekomen is aan de opmerkingen die vermeld zijn bij de subsidiebelofte, en van alle wijzigingen die ten opzichte van de subsidiebelofte doorgevoerd zijn, zowel op bouwfysisch, bouwtechnisch, conceptueel als op functioneel vlak;

  13. een definitief programma van eisen op het vlak van comfort en gebruik van energie, water en materialen;

  14. een evaluatie van het project, dat is opgemaakt op basis van een model dat door het Fonds ter beschikking wordt gesteld.

    De aanvrager houdt bij zijn aanvraag, vermeld in het tweede lid, de verbruiksgegevens van energie en water ter beschikking van het Fonds.".

    Art. 9. Aan artikel 23 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016, wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "3° een bewijs dat de aanvrager beschikt over een genotsrecht als vermeld in artikel 12 van het decreet.".

    Art. 10. In artikel 24 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:

    "De aanvrager bezorgt bij zijn aanvraag, vermeld in het eerste lid:

  15. het stuk waaruit blijkt dat de aanvrager beschikt over een genotsrecht als vermeld in artikel 12 van het decreet. Als volgens het gemeen recht een authentieke akte vereist is, betreft het een authentieke akte, anders betreft het een geregistreerde onderhandse akte;

  16. een kopie van de eerste factuur;

  17. een overzicht van de gunningen. Dat overzicht wordt opgemaakt op basis van een model dat door het Fonds ter beschikking wordt gesteld.".

    Art. 11. In artikel 28, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016, wordt punt 9° opgeheven.

    Art. 12. In artikel 36, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011, wordt het woord "subsidiebeslissing" vervangen door het woord "subsidiebelofte".

    Art. 13. In artikel 36bis, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 november 2011 en 14 februari 2014, wordt het woord "subsidiebeslissing" vervangen door het woord "subsidiebelofte".

    Art. 14. In artikel 40, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011, wordt het woord "subsidiebeslissingen" vervangen door het woord "subsidiebelofte".

    HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg

    Art. 15. In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 8 juni 2000, 4 juni 2010 en 14 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  18. paragraaf 2 wordt opgeheven;

  19. in paragraaf 3 wordt de zinsnede "en § 2" opgeheven.

    Art. 16. In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 1 juni 2001, 24 juli 2009 en 15 januari 2016, wordt paragraaf 2 opnieuw opgenomen in de volgende lezing:

    " § 2. Voor een nieuwbouw van een lokaal dienstencentrum, een regionaal dienstencentrum of een dagverzorgingscentrum kan een subsidiebelofte worden toegekend voor de projectfasen technische uitrusting, afwerking, uitrusting en meubilering, ook al is de projectfase ruwbouw al aangevat of gerealiseerd voordat de subsidiebelofte voor nieuwbouw wordt aangevraagd. De projectfase ruwbouw wordt dan niet gesubsidieerd. Een subsidiebelofte voor de projectfase uitrusting en meubilering alleen is niet mogelijk. Bij de subsidiebelofte wordt de investeringssubsidie voor nieuwbouw, vermeld in paragraaf 1, 2°, 3° of 4°, dan verdeeld op de volgende wijze:

  20. technische uitrusting: 30%;

  21. afwerking: 25%;

  22. uitrusting en meubilering: 10%.

    De projectfase ruwbouw, vermeld in het eerste lid, omvat de gevelsluiting, bovenbouw, onderbouw en dakwerken, en wordt gerealiseerd conform de bouwtechnische en bouwfysische normen, vermeld in dit besluit.".

    Art. 17. Aan artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 1 juni 2001 en 24 juli 2009, wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt:

    " § 3. Voor een uitbreiding van een lokaal...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT