Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, wat betreft de invoering van de gecombineerde procedure, en tot opheffing van het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 betreffende de regels voor het indienen van de aanvragen en het afleveren van voorlopige arbeidsvergunning in het kader van de aanvraag door een buitenlandse werknemer ter verkrijgen van een 'Europese blauwe kaart', de 1 juin 2018

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers

Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 mei 2009, van 13 maart 2011 en van 17 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. punt 4° wordt vervangen door wat volgt :

    "4° gewestminister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid;";

  2. in punt 18° wordt de zinsnede "bij artikel 1, 3° " vervangen door de zinsnede "bij artikel 1, 15° ";

  3. in punt 19° worden tussen de woorden "het bestuur" en de woorden "dat belast" de woorden "van de federale overheid" ingevoegd;

  4. er worden een punt 20° tot en met 23° toegevoegd, die luiden als volgt :

    "20° dienst Economische Migratie : de dienst Economische Migratie van het Departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie van Werk en Sociale Economie, vermeld in artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;

  5. gecombineerde vergunning : een verblijfstitel die een vermelding bevat over de toegang tot de arbeidsmarkt en die een onderdaan van een derde land in staat stelt om wettelijk op het Belgische grondgebied te verblijven om er te werken;

  6. samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 : het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 tussen de Federale Staat, het Waals Gewest, het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de coördinatie tussen het beleid inzake de toelatingen tot arbeid en het beleid inzake de verblijfsvergunningen en inzake de normen betreffende de tewerkstelling en het verblijf van buitenlandse arbeidskrachten;

  7. gecombineerde procedure : de procedure, vermeld in hoofdstuk IV van het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018.".

    Art. 2. In artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 mei 2009, van 13 maart 2011 en van 17 juli 2012, en de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 december 2014 en van 26 juni 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  8. in het eerste lid wordt punt 34° opgeheven;

  9. in het derde en zevende lid wordt het woord "Minister" vervangen door het woord "gewestminister".

    Art. 3. In artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 juli 2012 en het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 2015, wordt de zinsnede ", bij artikel 2, eerste lid, 34° " opgeheven.

    Art. 4. In artikel 9 van hetzelfde koninklijk besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  10. in het eerste lid wordt punt 4° opnieuw opgenomen in de volgende lezing :

    "4° het hoogopgeleide personeel, vermeld in afdeling 1bis;";

  11. het vijfde lid wordt opgeheven.

    Art. 5. Aan artikel 14 van hetzelfde koninklijk besluit wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt :

    "Voor de toepassing van hoofdstuk IV van het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 wordt het geneeskundig getuigschrift, vermeld in artikel 61/25-2, § 1, tweede lid, 5°, van de wet van 15 december 1980, gelijkgesteld met een geneeskundig getuigschrift als vermeld in het eerste tot en met het vierde lid.".

    Art. 6. In artikel 15, 2°, van hetzelfde koninklijk besluit wordt de zinsnede "bedoeld in artikel 9, 9° en 10° " vervangen door de zinsnede "als vermeld in artikel 9, eerste lid, 4°, 9°, 10° en 20° ".

    Art. 7. In hoofdstuk IV van hetzelfde koninklijk besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 2015, wordt het opschrift van afdeling 1bis vervangen door wat volgt :

    "Afdeling 1bis. De toelating tot arbeid in het kader van de Europese blauwe kaart".

    Art. 8. Artikel 15/1 van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 juli 2012 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 december 2013 en het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, wordt vervangen door wat volgt :

    "Art. 15/1. § 1. Deze afdeling voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan.

    § 2. De toelating tot arbeid in het kader van de Europese blauwe kaart wordt toegekend als aan al de volgende voorwaarden is voldaan :

  12. de werkgever heeft met de buitenlandse werknemer een arbeidsovereenkomst gesloten van onbepaalde duur of voor minstens één jaar;

  13. de buitenlandse werknemer krijgt een bruto jaarloon van 49.995 euro of meer, berekend en aangepast conform artikel 37/1;

  14. de werknemer toont hogere beroepskwalificaties aan en is in het bezit van een diploma, uitgereikt door een onderwijsinstituut dat erkend is als hogere onderwijsinstelling door de Staat waarin het instituut is gevestigd.

    In het eerste lid wordt verstaan onder diploma van het hoger onderwijs : alle diploma's, getuigschriften of andere opleidingstitels die uitgereikt zijn door een overheid, waarbij het succesvol beëindigen van een postsecundair programma voor hogere studies wordt aangetoond. Dat is een geheel van lessen, verstrekt door een onderwijsinstituut dat erkend is als hoger onderwijsinstelling door de staat waarin het instituut is gevestigd, op voorwaarde dat de studies die nodig zijn om het diploma van hoger onderwijs te behalen, minstens drie jaar hebben geduurd.

    § 3. In afwijking van paragraaf 2 kan de bevoegde overheid in de volgende gevallen een vraag afwijzen :

  15. om een ethische rekrutering te verzekeren in de sectoren met een tekort aan gekwalificeerde werknemers in het land van oorsprong;

  16. als de werkgever, zijn aangestelde of lasthebber eerder gesanctioneerd werd omdat hij zich niet schikte naar de bepalingen tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling of omdat hij werknemers heeft tewerkgesteld die geen toelating tot verblijf en tewerkstelling hadden.".

    Art. 9. Artikel 15/2 van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 juli 2012, wordt vervangen door wat volgt :

    "Art. 15/2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, 4°, kan de Vlaamse Regering de gevallen bepalen waarin een onderzoek van de arbeidsmarkt noodzakelijk is.".

    Art. 10. Artikel 15/3 van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 juli 2012, wordt opgeheven.

    Art. 11. In artikel 15/4 van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 17 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  17. in de inleidende zin worden de woorden "door een voorlopige arbeidsvergunning of" opgeheven;

  18. punt 2° wordt vervangen door wat volgt :

    "2° veronderstelt elke wijziging van werkgever, alsook elke betekenisvolle wijziging van de arbeidsvoorwaarden, vermeld in artikel 15/1, § 2, die gevolgen heeft voor de geldigheid van de Europese blauwe kaart, een nieuwe aanvraag van toelating tot arbeid die deel uitmaakt van een procedure om de Europese blauwe kaart te verkrijgen;";

  19. in punt 3° worden de woorden "de toekenning door de bevoegde overheid van een nieuwe voorlopige arbeidsvergunning aan de werkgever" vervangen door de woorden "een nieuwe aanvraag van toelating tot arbeid die deel uitmaakt van een procedure om de Europese blauwe kaart te verkrijgen".

    Art. 12. In hoofdstuk IV van hetzelfde koninklijk besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 juni 2015, wordt afdeling 3, die bestaat uit artikel 17 en 18, vervangen door wat volgt :

    "Afdeling 3. Procedure voor de toelating tot arbeid die deel uitmaakt van een procedure om de gecombineerde vergunning, de Europese blauwe kaart of een andere verblijfstitel te verkrijgen met het oog op werk voor een periode van meer dan negentig dagen.

    Art. 17. Deze afdeling voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een lidstaat, alsmede inzake een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven.

    Art. 17/1. § 1. De bepalingen van hoofdstuk IV van het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 gelden met behoud van de toepassing van :

  20. hoofdstuk II en III, hoofdstuk IV, afdeling 1, 1bis en 2, hoofdstuk V, hoofdstuk VI, afdeling 1 en 3, hoofdstuk VII, met uitzondering van artikel 31, tweede lid, en hoofdstuk VIII tot en met XI van dit besluit;

  21. het koninklijk besluit van 7 oktober 2009 houdende bijzondere bepalingen met betrekking tot de tewerkstelling van sommige categorieën van buitenlandse werknemers.

    § 2. De bepalingen van hoofdstuk IV van het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 zijn niet van toepassing op aanvragen op basis van artikel 2, eerste lid, 14°, van dit besluit.

    Art. 18. Voor de tewerkstelling van een werknemer, onderdaan van een derde land...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT