Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en tot wijziging van artikel 3.7.10.2 van titel III van het VLAREM van 16 mei 2014, de 27 octobre 2017

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de omzetting van richtlijn 2015/2193 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door middelgrote stookinstallaties en richtlijn 2016/2284 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen, tot wijziging van Richtlijn 2003/35/EG en tot intrekking van Richtlijn 2001/81/EG.

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van titel II van het VLAREM

Art. 2. In artikel 1.1.2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. de zinsnede "DEFINITIES DIERLIJKE BIJPRODUCTEN (Hoofdstuk 5.2, Afdeling 5.2.1)" wordt vervangen door de zinsnede "Definities dierlijke bijproducten (hoofdstuk 5.2, afdeling 5.2.1 en hoofdstuk 5.43)";

  2. aan "DEFINITIES DIERLIJKE BIJPRODUCTEN (Hoofdstuk 5.2, Afdeling 5.2.1)" wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "4° verordening (EU) nr. 592/2014: verordening (EU) nr. 592/2014 van de Commissie van 3 juni 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 142/2011 voor wat betreft het gebruik van dierlijke bijproducten en afgeleide producten als brandstof in stookinstallaties.";

  3. de zinsnede "DEFINITIES LUCHTVERONTREINIGING (delen 3, 4, 5 en 6)" wordt vervangen door de zinsnede "Definities luchtverontreiniging (hoofdstuk 2.10, deel 3, 4, 5 en 6)";

  4. in "DEFINITIES LUCHTVERONTREINIGING (delen 3, 4, 5 en 6)", "ALGEMEEN", worden tussen de definitie "bepalingsdrempel" en de definitie "geleide emissie" de volgende definities ingevoegd:

    "- emissie: het vrijkomen van stoffen in de atmosfeer uit een puntbron of een diffuse bron;

    - antropogene emissie: emissie in de atmosfeer van verontreinigende stoffen ten gevolge van menselijke activiteiten;";

  5. in "DEFINITIES LUCHTVERONTREINIGING (delen 3, 4, 5 en 6)", "ALGEMEEN", wordt de bepaling "-"stikstofoxiden": de som van het totale aantal volumedelen per miljard (ppbv) van stikstofmonoxide en stikstofdioxide, uitgedrukt in massaconcentratie-eenheden van stikstofdioxide (µg/m3)" vervangen door de bepaling "- stikstofoxiden: de som van stikstofmonoxide en stikstofdioxide, uitgedrukt als stikstofdioxide (NO2);";

  6. in "DEFINITIES LUCHTVERONTREINIGING (delen 3, 4, 5 en 6)", "ALGEMEEN", worden tussen de definitie "stikstofoxiden" en de definitie "PM10" de volgende definities ingevoegd:

    "- zwaveloxiden (SOX): alle zwavelverbindingen, uitgedrukt als zwaveldioxide, waaronder zwaveltrioxide (SO3), zwavelzuur (H2SO4) en gereduceerde zwavelverbindingen zoals zwavelwaterstof (H2S), mercaptanen en dimethylsulfiden;

    - stof: in de gasfase onder bemonsteringscondities verstrooide deeltjes van welke vorm, structuur of dichtheid ook, die kunnen worden opgevangen door filtering onder specifiek omschreven omstandigheden na representatieve bemonstering van het te analyseren gas en vóór het filter en op het filter achterblijven;

    - zwarte koolstof: koolstofhoudende stofdeeltjes die licht absorberen;";

  7. aan "DEFINITIES LUCHTVERONTREINIGING (delen 3, 4, 5 en 6)", "ALGEMEEN", worden de volgende definities toegevoegd:

    "- luchtkwaliteitsdoelstellingen: de grenswaarden, streefwaarden en blootstellingsconcentratieverplichtingen voor de luchtkwaliteit zoals vastgesteld in hoofdstuk 2.5 van dit besluit;

    - LRTAP-verdrag: het verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand, opgemaakt in Genève op 13 november 1979;

    - landings- en startcyclus: de cyclus die het taxiën na landing en voor vertrek, starten, opstijgen, aanvliegen en landen en alle andere manoeuvres van het vliegtuig die plaatsvinden beneden een hoogte van 3000 voet, omvat;

    - internationale zeevaart: reizen over zee en in de kustwateren door vaartuigen van alle vlaggen, uitgezonderd vissersvaartuigen, die vertrekken van het grondgebied van het ene land en aankomen op het grondgebied van een ander land.";

  8. in "DEFINITIES LUCHTVERONTREINIGING (delen 3, 4, 5 en 6)", "STOOKINSTALLATIES", wordt tussen de definitie "stoom- en gasturbine-installatie (STEG)" en de definitie "gasmotor" de volgende definitie ingevoegd:

    "- motor: een gasmotor, dieselmotor of dualfuelmotor;";

  9. aan "DEFINITIES LUCHTVERONTREINIGING (delen 3, 4, 5 en 6)", "STOOKINSTALLATIES", worden de volgende definities toegevoegd:

    "- gasolie: een van de volgende zaken:

    1. een uit aardolie verkregen vloeibare brandstof die onder GN-code 2710 19 25, 2710 19 29, 2710 19 47, 2710 19 48, 2710 20 17 of 2710 20 19 valt;

    2. een uit aardolie verkregen vloeibare brandstof, waarvan minder dan 65 volumeprocent (met inbegrip van verliezen) bij 250 ° C overdistilleert, en waarvan ten minste 85 volumeprocent (met inbegrip van verliezen) bij 350 ° C overdistilleert, gemeten met de ASTM-methode D86;

      - zware stookolie: een van de volgende zaken:

    3. een uit aardolie verkregen vloeibare brandstof die onder GN-code 2710 19 51 tot en met 2710 19 68, 2710 20 31, 2710 20 35 of 2710 20 39 valt;

    4. een uit aardolie verkregen vloeibare brandstof, met uitzondering van gasolie, die op grond van de distillatiegrenzen ervan behoort tot de categorie zware oliën die bestemd zijn om als brandstof te worden gebruikt en die, verliezen inbegrepen, voor minder dan 65 volumeprocent overdistilleren bij 250 ° C, gemeten met ASTM-methode D86. Als de distillatie niet met behulp van ASTM-methode D86 kan worden bepaald, wordt het aardolieproduct ook als zware stookolie ingedeeld;

      - raffinaderijbrandstof: een vaste, vloeibare of gasvormige brandbare stof, afkomstig uit de distillatie en de omzettingsstappen bij de raffinage van ruwe olie, met inbegrip van raffinaderijgas, syngas, geraffineerde oliën en petroleumcokes;

      - noodstroomgenerator: een installatie voor de productie van elektriciteit die ervoor zorgt dat bij problemen met de levering via het stroomnet de stroomvoorziening gegarandeerd blijft;

      - vloeibare recuperatiebrandstof: bijproduct van een chemisch proces, dat niet wordt beschouwd als een afvalstof als vermeld in het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, dat niet geschikt is voor verdere verwerking en daarom energetisch gevaloriseerd wordt, en dat niet voldoet aan de definitie van een andere vloeibare brandstof, zoals gasolie of zware stookolie.";

  10. het stuk "DEFINITIES BELEIDSTAKEN INZAKE EMISSIEPLAFONDS VOOR SO2, NOX, VOS EN NH3 (hoofdstuk 2.10)", die de definitie voor "AOT40 voor ozon" tot en met de definitie voor "vluchtige organische stoffen (VOS)" bevat, wordt opgeheven.

    Art. 3. In hetzelfde besluit wordt hoofdstuk 2.10, dat bestaat uit artikel 2.10.1 tot en met 2.10.5, vervangen door wat volgt:

    "Hoofdstuk 2.10. - Beleidstaken voor emissieplafonds voor SOX, NOX, VOS, NH3 en PM2,5

    Afdeling 2.10.0. - Algemene bepaling

    Art. 2.10.0.1. Dit hoofdstuk voorziet in de omzetting van richtlijn 2016/2284 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen, tot wijziging van Richtlijn 2003/35/EG en tot intrekking van Richtlijn 2001/81/EG.

    Afdeling 2.10.1. - Emissieplafonds

    Art. 2.10.1.1. § 1. Tegen 2010 is de jaarlijkse emissie van de verontreinigende stoffen zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOX), vluchtige organische stoffen (VOS) en ammoniak (NH3) van alle bronnen in het Vlaamse Gewest, exclusief de transportsector, beperkt tot hoeveelheden die niet groter zijn dan de emissieplafonds, vermeld in bijlage 2.10.A. Die emissieplafonds mogen vanaf het jaar 2010 niet worden overschreden.

    § 2. Vanaf 2020 is de jaarlijkse emissie van de verontreinigende stoffen zwaveloxiden (SOX), stikstofoxiden (NOX), vluchtige organische stoffen (VOS), ammoniak (NH3) en fijn stof met een aerodynamische diameter kleiner dan of gelijk aan 2,5µm (PM2,5) van alle bronnen in het Vlaamse Gewest, inclusief de transportsector, beperkt tot hoeveelheden die niet groter zijn dan de emissieplafonds, vermeld in bijlage 2.10.B.

    § 3. Vanaf 2030 is de jaarlijkse emissie van de verontreinigende stoffen zwaveloxiden (SOX), stikstofoxiden (NOX), vluchtige organische stoffen (VOS), ammoniak (NH3) en fijn stof met een aerodynamische diameter kleiner dan of gelijk aan 2,5 µm (PM2,5) van alle bronnen in het Vlaamse Gewest, inclusief de transportsector, beperkt tot hoeveelheden die niet groter zijn dan de emissieplafonds, vermeld in bijlage 2.10.C.

    § 4. De emissieplafonds, vermeld in paragraaf 2 en 3, staan in relatie tot de gerapporteerde emissies in het basisjaar 2005. De emissieplafonds worden aangepast op basis van de formule, vermeld in bijlage 2.10.D.

    § 5. Vanaf 2025 is de jaarlijkse emissie van de verontreinigende stoffen zwaveloxiden (SOX), stikstofoxiden (NOX), vluchtige organische stoffen (VOS), ammoniak (NH3) en fijn stof met een aerodynamische diameter kleiner dan of gelijk aan 2,5 µm (PM2,5) van alle bronnen in het Vlaamse Gewest, inclusief de transportsector, zo veel mogelijk beperkt tot het niveau dat wordt bepaald met een lineair reductietraject tussen de emissieplafonds voor 2020 en de emissieplafonds voor 2030.

    Als dat economisch of technisch gezien efficiënter is, als dat vanaf 2025 geleidelijk samenloopt met het lineaire reductietraject en als het geen afbreuk doet aan het emissieplafond voor 2030, kan een niet-lineair reductietraject gevolgd worden. Dat niet-lineaire reductietraject en de redenen om dat te volgen, worden beschreven in de reductieprogramma's die conform afdeling 2.10.3 worden opgesteld.

    Als het niet mogelijk is om de emissies in 2025 te beperken overeenkomstig het vastgestelde reductietraject, licht het Departement de redenen van die afwijking, alsook de maatregelen die de emissies weer op hun traject moeten brengen, toe in de daaropvolgende informatieve inventarisrapporten die het aan de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT