Besluit van de Vlaamse Regering houdende de regeling van subsidies aan ondernemingen voor uitgaven ter bevordering van ecologisch en veilig goederenvervoer, de 22 septembre 2017

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. Agentschap Innoveren en Ondernemen : het agentschap, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen;

  2. decreet van 16 maart 2012 : het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;

  3. onderneming : een onderneming als vermeld in artikel 3, 1°, van het decreet van 16 maart 2012;

  4. steun : de steun, vermeld in artikel 3, 5° van het decreet van 16 maart 2012;

  5. voertuig : alle motorvoertuigen of samenstellen van voertuigen, bedoeld of gebruikt, al dan niet uitsluitend, voor het vervoer over de weg van goederen, waarvan het maximaal toegestane totaalgewicht meer dan 3,5 ton bedraagt.

    Art. 2. De steun valt onder de toepassing van de de-minimissteun, vermeld in verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun. (Publicatieblad van 24 december 2013, L 352, blz. 1-8).

    Art. 3. De steun, verleend in het kader van dit besluit, kan niet gecumuleerd worden met andere steun, ongeacht de bron, de vorm en het doel van de steun.

    Art. 4. Een onderneming komt alleen in aanmerking voor steun als ze beschikt over een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest en als ze aan een van de volgende voorwaarden voldoet :

  6. de onderneming is een natuurlijke persoon die koopman is of een zelfstandig beroep uitoefent;

  7. de onderneming is een handelsvennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht;

  8. de onderneming is een burgerlijke vennootschap met handelsvorm van privaat recht;

  9. de onderneming is een buitenlandse onderneming die voldoet aan een van de voorwaarden, vermeld in punt 1° tot en met 3°.

    Art. 5. Er kan geen steun verleend worden aan een onderneming als een administratieve overheid als vermeld in artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, of een buitenlandse vergelijkbare administratieve overheid, over een dominerende invloed beschikt. Er is een vermoeden van dominerende invloed als de onderneming voor 50% of meer van het kapitaal of de stemrechten rechtstreeks of onrechtstreeks in handen is van de administratieve overheid.

    Het vermoeden, vermeld in het eerste lid, kan worden weerlegd als de onderneming kan aantonen dat de administratieve overheid, vermeld in het eerste lid, in werkelijkheid geen dominerende invloed...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT