Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 24 juni 2016 houdende de Vlaamse sociale bescherming, de 14 octobre 2016

BOEK 1. - Gemeenschappelijke basisbepalingen

Deel 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. agentschap : het Agentschap voor Vlaamse Sociale Bescherming, vermeld in artikel 6 van het decreet van 24 juni 2016;

  2. BEL-profielschaal of BelRAI screener : de evaluatieschalen waarmee de duur en de ernst van de verminderde zelfredzaamheid worden gemeten als vermeld in artikel 46 van het decreet van 24 juni 2016 en in de regelgeving over de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, meer bepaald artikel 4, A., 1°, van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers. De BelRAI screener betreft een wetenschappelijk onderbouwd evaluatie-instrument dat gebaseerd is op het internationale Resident Assessment Instrument. Het is een gevalideerd instrument dat gestandaardiseerde informatie over de zorgbehoefte van de gebruiker genereert met als doel een betere zorg voor de gebruiker;

  3. betaalde bijdrage : de bijdrage waarvan het bedrag op de rekening van de zorgkas of van het agentschap staat;

  4. budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning : een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning als vermeld in hoofdstuk 5 van het decreet van 25 april 2014;

  5. decreet van 24 juni 2016 : het decreet van 24 juni 2016 houdende de Vlaamse sociale bescherming;

  6. decreet van 7 mei 2004 : het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;

  7. decreet van 25 april 2014 : het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap;

  8. dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg : de dienst, vermeld in artikel 5 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, en erkend met toepassing van het voormelde decreet;

  9. dienst voor logistieke hulp : de dienst, vermeld in artikel 8 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, en erkend met toepassing van het voormelde decreet;

  10. gemachtigde indicatiesteller : een organisatie, voorziening of een professionele zorgverlener die gemachtigd is de ernst en de duur van de verminderde zelfredzaamheid van een persoon vast te stellen, vermeld in artikel 46 van het decreet van 24 juni 2016;

  11. indicatiestelling : het vaststellen van de ernst en de duur van de verminderde zelfredzaamheid, vermeld in artikel 2, 12°, van het decreet van 24 juni 2016; 1

  12. Katz-schaal in de thuisverpleging : de evaluatieschaal om de verminderde zelfredzaamheid te meten, die gebruikt wordt om de tegemoetkomingen in de verstrekkingen te berekenen, vermeld in artikel 34, eerste lid, 1°, b), van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

  13. Katz-schaal in een woonzorgcentrum, een dagverzorgingscentrum of een centrum voor kortverblijf : de evaluatieschaal om de verminderde zelfredzaamheid te meten, die gebruikt wordt om de tegemoetkomingen in de verstrekkingen te berekenen, vermeld in artikel 34, eerste lid, 11° en 12°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

  14. leidend ambtenaar : de leidend ambtenaar die door de Vlaamse Regering is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap;

  15. mantel- en thuiszorg : de zorgvorm betreffende de zorgverzekeringstegemoetkoming waarbij de niet-medische hulp- en dienstverlening verstrekt wordt door een niet-residentiële zorgvoorziening, een professionele zorgverlener of een mantelzorger;

  16. minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen;

  17. psychiatrisch verzorgingstehuis : een psychiatrisch verzorgingstehuis dat erkend is krachtens artikel 170 van de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, en het besluit van de Vlaamse Regering van 25 april 2014 tot vaststelling van de procedure voor de gezondheidsvoorzieningen;

  18. residentiële zorg : de zorgvorm betreffende de zorgverzekeringstegemoetkoming waarbij de niet-medische hulp- en dienstverlening verstrekt wordt door een voorziening die erkend is door de Vlaamse Gemeenschap als een woonzorgcentrum of een psychiatrisch verzorgingstehuis of een daarmee gelijkgesteld centrum;

  19. woonzorgcentrum : een erkend woonzorgcentrum als vermeld in artikel 37 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009;

  20. zorginspectie : Zorginspectie als vermeld in artikel 3, § 2, derde lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 betreffende het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, betreffende de inwerkingtreding van regelgeving tot oprichting van agentschappen in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en betreffende de wijziging van regelgeving met betrekking tot dat beleidsdomein;

  21. zorgvorm : de niet-medische hulp- en dienstverlening die verstrekt wordt door of een residentiële zorgvoorziening, of een niet-residentiële zorgvoorziening, een professionele zorgverlener of een mantelzorger.

    Deel 2. - Algemene principes

    Art. 2. De tegemoetkomingen worden automatisch toegekend als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden :

  22. de gebruiker heeft een attest als vermeld in artikel 87 of artikel 181;

  23. de zorgkas verkrijgt het attest via de bestandsmatige gegevens van het agentschap.

    Als aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, niet voldaan is, wordt de tegemoetkoming toegekend na een aanvraag.

    Deel 3. - Organisatie van de Vlaamse sociale bescherming

    TITEL 1. - Het Agentschap voor Vlaamse Sociale Bescherming

    HOOFDSTUK 1. - Omvorming van het Vlaams Zorgfonds

    Art. 3. Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, vermeld in artikel 2, 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.

    HOOFDSTUK 2. - Beheer en werking van het agentschap

    Art. 4. § 1. De leidend ambtenaar heeft delegatie van beslissingsbevoegdheid voor de aangelegenheden, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen.

    Naast de delegatie voor de aangelegenheden, vermeld in het eerste lid, wordt aan de leidend ambtenaar de aanvullende delegatie verleend voor het opleggen van de administratieve geldboete, vermeld in artikel 32 van het decreet van 24 juni 2016.

    § 2. Naast de delegaties voor de aangelegenheden, vermeld in paragraaf 1, worden aan de leidend ambtenaar de volgende specifieke delegaties verleend :

  24. alle noodzakelijke goedkeuringen geven en beslissingen nemen die eventueel in voorkomend geval nodig zijn voor de aangelegenheden, vermeld in artikel 8, 4° en 5°, van het decreet van 24 juni 2016 en binnen de regels, vastgesteld door de Vlaamse Regering;

  25. beslissingen nemen in het kader van het toezicht en de controle op de zorgkassen, vermeld in artikel 8, 2°, van het decreet van 24 juni 2016, conform de regels van de Vlaamse Regering;

  26. bij financiële instellingen rekeningen openen en erover beschikken afhankelijk van het gevoerde kasbeheer en de belegging van de beschikbare financiële activa op korte termijn, conform de regels van de Vlaamse Regering.

    § 3. Bij het gebruik van de delegaties, vermeld in paragrafen 1 en 2, gelden de algemene regelingen, de voorwaarden en de beperkingen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen, met inbegrip van de bepalingen over subdelegatie, de regeling bij vervanging en de verantwoording.

    Art. 5. § 1. De personeelsleden van zorginspectie kunnen ter plaatse en op stukken toezicht uitoefenen op het beheer, de werking en de financiële toestand van de zorgkassen.

    De personeelsleden, vermeld in het eerste lid, brengen aan het agentschap verslag uit over het door hen uitgeoefende toezicht.

    § 2. Het agentschap stelt alle gevraagde gegevens ter beschikking van zorginspectie.

    De personeelsleden van zorginspectie oefenen de inspectieopdrachten onder de volgende voorwaarden uit :

  27. zorginspectie voert de inspectieopdrachten uit, die jaarlijks door het agentschap gegeven zijn;

  28. zorginspectie stelt voor de inspectieopdrachten een inspectieconcept op, op basis van de risicoanalyse die in samenwerking met het agentschap is uitgevoerd;

  29. zorginspectie voert de door het agentschap gegeven opdrachten tot gerichte inspecties uit;

  30. zorginspectie kan, nadat ze het agentschap daarover geïnformeerd heeft, autonoom beslissen tot inspectie;

  31. zorginspectie maakt een inspectieverslag op.

    Art. 6. Tussen het agentschap en zorginspectie wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten, waarin de verdere modaliteiten bepaald worden.

    HOOFDSTUK 3. - Bepalingen over de financiering, het reservefonds en de boekhouding

    Art. 7. De dotaties voor het agentschap, vermeld in artikel 12, § 1, eerste lid, 1°, van het decreet van 24 juni 2016, worden uitbetaald vóór 10 januari van het begrotingsjaar in kwestie.

    Art. 8. Leningen kunnen door het agentschap worden aangegaan, na akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting, als minstens de volgende voorwaarden vervuld zijn :

  32. er worden minstens drie mogelijke leninggevers bevraagd;

  33. er wordt verwezen naar een marktrentevoet die algemeen gangbaar is.

    Art. 9. Elke opneming uit het reservefonds is afhankelijk van de voorafgaande toestemming van de minister en van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen.

    Art. 10. Het agentschap bezorgt uiterlijk op 31 maart aan de minister en de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT