Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen en het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang, de 11 septembre 2015

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. punt 2° wordt vervangen door wat volgt:

    "2° beschermd voorwerp: een topstuk dat in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap is opgenomen;";

  2. er wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "9° certificaat: het certificaat, vermeld in artikel 3, § 3, tweede tot en met vierde lid van het decreet, dat bevestigt dat een roerend goed of verzameling geen topstuk is.".

    Art. 2. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

    Art. 3. In artikel 10, § 2, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede ", die éénmalig verlengbaar is" opgeheven.

    Art. 4. In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:

    "De Raad kan geldig beraadslagen en stemmen als de meerderheid van de leden aan de beraadslaging deelneemt. Indien dit aantal niet wordt gehaald, wordt binnen de veertien dagen een nieuwe beraadslaging en stemming georganiseerd. Deze is geldig ongeacht het aantal leden dat er aan deelneemt. De administratie neemt deel aan de beraadslaging met raadgevende stem.";

  4. aan paragraaf 1 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "De Raad kan zowel fysiek als op afstand beraadslagen.";

  5. in paragraaf 2 worden de woorden "aanwezig zijn" vervangen door de woorden "aan de beraadslagingen deelnemen".

    Art. 5. Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

    Art. 6. Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 20. De voorzitter en de leden van de Raad kunnen aanspraak maken op de volgende vergoedingen:

  6. de voorzitter: een presentiegeld van 120 euro per dagdeel, geïndexeerd, tot maximaal twee dagdelen per dag, om vergaderingen voor te bereiden en bij te wonen;

  7. de leden: een presentiegeld van 90 euro per dagdeel, geïndexeerd, tot maximaal twee dagdelen per dag, om vergaderingen voor te bereiden en bij te wonen;

  8. een reisvergoeding voor vergaderingen, gebaseerd op een treinrit in eerste klas;

  9. een forfaitaire vergoeding van 60 euro voor het formuleren van preadviezen in opdracht van de Raad;

  10. een reisvergoeding voor werkbezoeken in opdracht van de raad, gebaseerd op de prijs van een treinrit eerste klas.

    Voor beraadslagingen op afstand worden geen vergoedingen toegekend.".

    Art. 7. In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de woorden "goederen en verzamelingen" vervangen door het woord "topstukken".

    Art. 8. In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  11. in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede ", met gebruikmaking van het formulier waarvan het model als bijlage I bij dit besluit is gevoegd" opgeheven;

  12. aan paragraaf 1 worden een derde en een vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt:

    "Een volledige aanvraag tot uitvoering van een fysische ingreep omvat:

  13. de naam, het adres en de contactgegevens van de aanvrager;

  14. een toereikende identificatie van het topstuk;

  15. de naam en het adres van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT