Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan de investeringen en aan de overname in de landbouw, de 19 décembre 2014

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. activiteiten met betrekking tot landbouwverbreding : de activiteiten met betrekking tot hoevetoerisme, dagrecreatie, verwerking van zelf geteelde of gekweekte landbouwproducten tot producten die niet opgenomen zijn in bijlage 1 van het Verdrag, rechtstreekse verkoop van eigen hoeveproducten, verkoop van niet zelf geteelde, gekweekte of artisanaal verwerkte hoeveproducten via de korte keten, productie van hernieuwbare energie voor eigen verbruik, paardenpension, landschapsbeheer en zorgboerderij;

  2. bedrijfsleider : de natuurlijke persoon, landbouwer die de leiding heeft van het landbouwbedrijf en de vennoten van de maatschap die het landbouwbedrijf exploiteert of de bestuurder-landbouwer van de consumentencoöperatie en de beherende vennoten, zaakvoerders of bestuurders van de rechtspersoon, landbouwer die het landbouwbedrijf exploiteert;

  3. bestuurder-landbouwer : de bestuurder van wie de beroepsactiviteit in de consumentencoöperatie de belangrijkste beroepsactiviteit is, die op jaarbasis meer dan 12.000 euro nettoberoepsinkomen haalt uit de activiteiten in de vennootschap en minder dan 12.000 euro nettoberoepsinkomen haalt uit activiteiten buiten de vennootschap, en die geen ouderdomspensioen geniet

  4. bevoegde entiteit : het Departement Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij;

  5. blokperiode : een periode van maximaal drie maanden waarbinnen aanvragen voor investerings- of opstartsteun ingediend kunnen worden;

  6. brutobedrijfsresultaat : het verschil tussen de bedrijfsopbrengsten en de operationele kosten bepaald op de wijze die wordt beschreven in de bijlage bij het ministerieel besluit van 1 oktober 2007 betreffende bepalingen en minimumstandaard voor bedrijfseconomische boekhouding in de landbouw, dienstig als basis voor de door de Vlaamse overheid gesteunde adviseringssystemen. Het brutobedrijfsresultaat wordt ofwel vereenvoudigd berekend door de oppervlakte van de teelten en de aantallen dieren te vermenigvuldigen met een gemiddeld brutobedrijfsresultaat per eenheid en het resultaat te verhogen met inkomensvervangende steun, ofwel met controleerbare boekhoudkundige gegevens van het laatste volledige boekjaar;

  7. e-loket : het elektronisch loket voor het aanvragen van steun dat ontwikkeld en beheerd wordt door de bevoegde entiteit;.

  8. landbouwbedrijf : een bedrijf dat uitsluitend activiteiten met betrekking tot landbouw uitvoert, namelijk het kweken, telen, artisanaal be- en verwerken en commercialiseren van landbouwproducten die opgenomen zijn in bijlage 1 van het Verdrag, uitgezonderd producten van de visserij en de viskweek, en activiteiten met betrekking tot landbouwverbreding met een voldoende brutobedrijfsresultaat per bedrijfsleider. Het brutobedrijfsresultaat van de activiteiten met betrekking tot landbouw is groter dan dat van de activiteiten met betrekking tot landbouwverbreding;

  9. landbouwer : de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een landbouwbedrijf exploiteert, die geïdentificeerd is door het Departement Landbouw en Visserij, en die voldoet aan de voorwaarden om een natuurlijke persoon, landbouwer of een rechtspersoon, landbouwer te zijn;

  10. maatschap : de vennootschap, vermeld in artikel 2, § 1, van het Wetboek van Vennootschappen die aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoet :

    1. de exploitatie van een landbouwbedrijf en de commercialisatie van de voortgebrachte producten zijn de enige doelstelling van de vennootschap;

    2. alle vennoten zijn natuurlijke persoon, landbouwer;

  11. machinecoöperatie : de handelsvennootschap, vermeld in artikel 2, § 2, van het Wetboek van Vennootschappen, die cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoet :

    1. de doelstellingen van de vennootschap houden in hoofdzaak verband met het gemeenschappelijk gebruik en stallen van landbouwmaterieel dat noodzakelijk is voor landbouwactiviteit van de vennoten;

    2. de vennootschap telt ten minste drie vennoten;

    3. de vennoten exploiteren samen ten minste twee landbouwbedrijven;

    4. de meerderheid van de vennoten, met een minimum van drie, is landbouwer;

    5. de statuten bepalen dat iedere vennoot op de algemene vergadering over ten minste één stem beschikt en dat, in geval van verschillende stemmen per vennoot, het aantal stemmen waarover een vennoot beschikt, beperkt wordt tot ten hoogste een vijfde van de stemmen die op de algemene vergadering verbonden zijn aan de vertegenwoordigde deelbewijzen;

  12. minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw;

  13. natuurlijke persoon, landbouwer : de natuurlijke persoon die de exploitatie van een landbouwbedrijf en de commercialisatie van de voortgebrachte producten als belangrijkste beroepsactiviteit heeft. Hij haalt op jaarbasis meer dan 12.000 euro nettoberoepsinkomen uit de activiteiten op dat bedrijf en minder dan 12.000 euro nettoberoepsinkomen uit andere beroepsactiviteiten, en hij geniet geen ouderdomspensioen;

  14. rechtspersoon, landbouwer :

    1. de handelsvennootschap, vermeld in artikel 2, § 2, van het Wetboek van Vennootschappen, met uitzondering van het economisch samenwerkingsverband, die cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoet :

      1) de exploitatie van een landbouwbedrijf en de commercialisatie van de voortgebrachte producten zijn een doelstelling van de vennootschap;

      2) alle zaakvoerders of bestuurders zijn natuurlijke personen;

      3) voor alle zaakvoerders of bestuurders is de beroepsactiviteit in de vennootschap de belangrijkste activiteit;

      4) alle zaakvoerders of bestuurders halen op jaarbasis meer dan 12.000 euro nettoberoepsinkomen uit hun activiteiten in de vennootschap en minder dan 12.000 euro nettoberoepsinkomen uit activiteiten buiten de vennootschap, en ze genieten geen ouderdomspensioen;

      5) de zaakvoerders of bestuurders worden onder de vennoten aangewezen en bezitten elk minstens 25 % van de aandelen;

      6) alle aandelen zijn op naam en zijn ingeschreven in het aandelenregister;

      7) de vennootschap is opgericht voor onbepaalde duur of voor ten minste twintig jaar;

    2. de landbouwvennootschap, vermeld in artikel 2, § 3, van het Wetboek van Vennootschappen, waarvan de beherende vennoten op jaarbasis meer dan 12.000 euro nettoberoepsinkomen halen uit hun activiteiten in de vennootschap en minder dan 12.000 euro nettoberoepsinkomen uit activiteiten buiten de vennootschap, en waarvan de beherende vennoten geen ouderdomspensioen genieten;

    3. de sociale instelling, die cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoet :

      1) de instelling is erkend als sociale werkplaats met toepassing van artikel 7 van het decreet van 14 juli 1998 met betrekking tot sociale werkplaatsen;

      2) de exploitatie van een landbouwbedrijf en de commercialisatie van de voortgebrachte producten zijn doelstellingen van de instelling;

      3) de bestuurders worden onder de leden aangewezen;

      4) ten minste één bestuurder is belast met de bedrijfseconomische opvolging van het landbouwbedrijf;

      5) de instelling is opgericht voor onbepaalde duur of voor ten minste twintig jaar;

    4. de consumentencoöperatie, namelijk een handelsvennootschap als vermeld in artikel 2, § 2, van het Wetboek van Vennootschappen, die cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoet :

      1) de exploitatie van een landbouwbedrijf en de commercialisatie van de voortgebrachte producten zijn doelstellingen van de coöperatie;

      2) de bestuurders worden onder de vennoten aangewezen;

      3) de coöperatie heeft ten minste één bestuurder-landbouwer;

      4) de coöperatie is opgericht voor onbepaalde duur of voor ten minste twintig jaar;

  15. sociale instelling : de vereniging zonder winstoogmerk met een maatschappelijke of sociale doelstelling die een landbouwactiviteit uitoefent;

  16. Verdrag : het verdrag betreffende werking van de Europese Unie.

    Art. 1/1. Het hoofd van de bevoegde entiteit kan de aangelegenheden die conform dit besluit en de uitvoeringsbepalingen ervan onder de bevoegdheid van de bevoegde entiteit vallen, subdelegeren aan personeelsleden van de bevoegde entiteit die onder zijn hiërarchisch gezag staan, tot op het meest functionele niveau.

    HOOFDSTUK 2. - Steun aan de investeringen in de landbouw

    Art. 2. De landbouwer die cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoet, kan investeringssteun verkrijgen :

  17. de landbouwer exploiteert een landbouwbedrijf dat een brutobedrijfsresultaat per bedrijfsleider aantoont van minimaal 40.000 euro;

  18. de landbouwer leeft alle wettelijke normen over leefmilieu, hygiëne, dierenwelzijn en ruimtelijke ordening na;

  19. de landbouwer voert investeringen uit die de naleving van die normen, vermeld in punt 2°, niet in het gedrang brengen.

    De landbouwer die een landbouwbedrijf exploiteert dat een brutobedrijfsresultaat aantoont van meer dan 800.000 euro kan geen investeringssteun verkrijgen tenzij voor investeringen die specifiek gericht zijn op de realisatie van een primaire energiebesparing en voor investeringen die specifiek gericht zijn op de vermindering van de emissies.

    De machinecoöperatie kan dezelfde steun verkrijgen als de landbouwer.

    De minister bepaalt de wijze waarop de naleving van de wettelijke normen over leefmilieu, hygiëne, dierenwelzijn en ruimtelijke ordening aangetoond wordt.

    Art. 3. De natuurlijke persoon, landbouwer, alle beherende vennoten, zaakvoerders of bestuurders van de rechtspersoon, landbouwer, en de bestuurder-landbouwer van de consumentencoöperatie, moeten vakbekwaam zijn. De vakbekwaamheid wordt aangetoond op een van de volgende wijzen :

  20. een diploma of een getuigschrift van een basisopleiding met betrekking tot landbouw, tuinbouw of aanverwant op het niveau hoger secundair, hoger niet-universitair of universitair onderwijs;

  21. een installatieattest van een startersopleiding land- en tuinbouw en ten minste twee jaar ervaring met land- en tuinbouwproductie op het tijdstip van de aanvraag voor steun;

  22. een diploma of een getuigschrift van een basisopleiding die door de minister tenminste als gelijkwaardig met een startersopleiding land- en tuinbouw wordt erkend...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT