Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van subsidies voor de vormings- en vervolmakingsdiensten bedoeld in artikel 145 van het decreet van 18 januari 2018 houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming, de 26 mars 2019

HOOFDSTUK 1. - Definities en opdrachten

Artikel 1. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. decreet : het decreet van 18 januari 2018 houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming;

  2. administratie : de bevoegde administratie in de zin van artikel 2, 3°, van het decreet ;

  3. vormingsdienst : vormings- en vervolmakingsdienst in de zin van artikel 145 van het decreet ;

  4. erkende dienst : erkende dienst in de zin van artikel 2, 29°, van het decreet;

  5. erkenningscommissie : de erkenningscommissie bedoeld in artikel 146 van het decreet ;

  6. nieuw personeelslid : nieuw personeelslid in de zin van artikel 22 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2018 betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de diensten bedoeld in artikel 139 van het decreet van 18 januari 2018 houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming;

  7. nieuwe directeur : nieuwe directeur in de zin van artikel 22 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2018 betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de diensten bedoeld in artikel 139 van het decreet van 18 januari 2018 houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming;

  8. erkend personeelskader : personeelskader zoals bepaald in het erkenningsbesluit en dat in aanmerking wordt genomen voor de provisionele subsidie voor personeelskosten.

    Art. 2. De vormingsdiensten hebben als opdrachten :

  9. programma's voor vorming en beroepsvervolmaking van het personeel bedoeld in artikel 145 van het decreet voor te stellen en uit te voeren, met inbegrip van de gespecialiseerde informatie van dit personeel, inzonderheid door de verspreiding van publicaties, de organisatie van informatiesessies en de begeleiding bij het opvatten en uitvoeren van de opvoedingsprojecten alsook bij de supervisie van de opvoedingsteams van de erkende diensten ;

  10. de vormingsstelsels van het globale plan bedoeld in artikel 3 uit te voeren, in samenwerking met de andere vormingsdiensten.

    In het kader van hun opdrachten kunnen de vormingsdiensten een beroep doen op leraren, opleiders, vorsers en deskundigen van buiten de instelling en samenwerken met de diensten van de administratie.

    Art. 3. § 1. Elk jaar, uiterlijk op 30 september, stellen de vormingsdiensten voor het jaar daaropvolgend een globaal vormingsplan op, met als doel :

    1 ° in hoofdorde, het ontwerpen en organiseren van de uitvoering van vormingsmodules die bij voorkeur bedoeld zijn voor nieuwe personeelsleden en nieuwe directeuren;

  11. in ondergeschikte orde, het personeel bedoeld in artikel 145 van het besluit te voorzien van informatie of vorming in geval van belangrijke wijzigingen in wet- of regelgeving of wanneer moeilijkheden bij de toepassing van nieuwe wetgeving of nieuwe regelgeving vastgesteld worden.

    § 2. De vormingsmodules bedoeld in paragraaf 1, 1°, zijn bedoeld om nieuwe personeelsleden en nieuwe directeurs in staat te stellen om:

  12. zich volledig te integreren in de filosofie en de oriëntaties van de sector ;

  13. het juridisch, organisatorisch en ethisch kader van de sector te begrijpen en hun praktijk daar te situeren ;

  14. hun vaardigheden specifiek voor de sector te verfijnen om de opdrachten met betrekking tot hun nieuwe ambt uit te voeren.

    De vormingsmodules worden op een specifieke manier georganiseerd en dit, voor elke volgende categorie van personeel :

  15. personeel dat sociaal-opvoedingsambten uitoefent;

  16. intendancepersoneel ;

  17. administratief personeel ;

  18. directiepersoneel.

    Het globale vormingsplan bepaalt :

  19. de duur van de verschillende types modules ;

  20. het aantal modules per categorie van personeel ;

  21. het aantal deelnemers per module ;

  22. de geografische verspreiding van modules ;

  23. het aantal modules die elke vormingsdienst organiseert;

  24. de modules die toegankelijk zijn voor de werknemers van erkende diensten die geen nieuwe personeelsleden zijn noch nieuwe directeurs of personeelsleden van de overheidsdiensten van de sector, alsook het aantal plaatsen per module die hen open zijn.

    § 3. Er wordt een comité ingesteld dat elk jaar een advies uitbrengt over de programmering van het globale plan voor het jaar daarop en dat om de drie jaar aanbevelingen doet voor het opstellen van het globale vormingsplan.

    De adviezen en aanbevelingen bedoeld in het eerste lid worden aan de Minister meegedeeld.

    Het adviescomité is samengesteld uit de volgende leden :

  25. de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde;

  26. een vertegenwoordiger van elke erkende vormingsdienst;

  27. een vertegenwoordiger van elke organisatie of federatie van erkende diensten ;

  28. een vertegenwoordiger van elke representatieve werknemersorganisatie van de privé sector ;

  29. een vertegenwoordiger van elke representatieve werknemersorganisatie van de openbare sector ;

  30. een vertegenwoordiger van de minister.

    Het lid van het adviescomité bedoeld in het derde lid, 6°, woont de vergaderingen met raadgevende stem bij.

    Het adviescomité wordt voorgezeten door de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde.

    Binnen de maand van de inwerkingtreding van dit besluit delen de diensten en organisaties bedoeld in het derde lid, 2° tot 6°, de naam van hun vertegenwoordiger aan de voorzitter mee.

    Als een lid van het adviescomité om welke reden dan ook aftreedt of ophoudt lid te zijn, wordt hij of zij vervangen volgens dezelfde procedure.

    Het adviescomité stelt zijn huishoudelijk reglement op, waarin zijn werkwijze wordt bepaald en legt dit reglement en eventuele wijzigingen daarvan ter goedkeuring aan de minister voor.

    HOOFDSTUK 2. - Erkenningsvoorwaarden

    Art. 4. Om de erkenning van een vormingsdienst te bekomen moet de inrichtende machten aan de volgende voorwaarden beantwoorden :

    1. een publiekrechtelijke rechtspersoon zijn of samengesteld worden als Belgische vereniging zonder winstoogmerk of als stichting van openbaar nut, overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 en met als doel de vorming, de evaluatie, het onderzoek en de informatie;

    2. zijn burgerlijke aansprakelijkheid laten dekken door een verzekeringscontract, alsook deze van zijn personeel en van de personen waarop de vormingsdienst een beroep kan doen in het kader van zijn opdrachten, alsook van zijn goederen.

    3. alle wettelijke en regelgevende voorschriften die van toepassing zijn, naleven, met name inzake huisvestings- en bezettingsnormen, algemene en specifieke arbeidsreglementen van de betrokken paritaire commissie en gezondheidsnormen;

    4. de risico's in verband met zijn burgerlijke aansprakelijkheid laten dekken door verzekeringspolissen, alsook deze van zijn personeel en van de personen die zich in de activiteits- en verblijfslokalen bevinden en van zijn goederen ;

    5. over voldoende financiële middelen beschikken om alle schulden op ten hoogste één jaar te kunnen betalen;

    6. beschikken over gekwalificeerd en opgeleid personeel om zijn opdracht uit te voeren;

    7. een naam voor de dienst kiezen die geen homoniem is van een andere, reeds erkende dienst.

    Art. 5. De erkenning van een inrichtende macht voor de organisatie van een vormingsdienst wordt toegekend op basis van een vormingsproject.

    Het vormingsproject bepaalt ten minste :

  31. de doelstellingen van de dienst en de middelen, die worden ingezet om de doelstellingen te bereiken;

  32. de werkmethode van de dienst, met de theoretische referenten waarop die steunt;

  33. de types van georganiseerde vormingen en supervisies.

    Art. 6. De vormingsdienst moet voortdurend streven naar het bereiken van alle doelstellingen van zijn vormingsproject. Hij moet op elk moment kunnen aantonen dat de voorwaarden hiervoor verenigd zijn en dat alle middelen die hij inzet, bijdragen tot de verwezenlijking van voormelde doelstellingen.

    Art. 7. § 1. De uitvoering van het vormingsproject wordt periodiek geëvalueerd, ten minste één keer per jaar, door de personeelsleden van de vormingsdienst.

    § 2. Ten gevolge van de evaluatie bedoeld in paragraaf 1 werkt de directie het vormingsproject bij indien ze dat nodig acht om de vormingen te verbeteren en om in te spelen op de evolutie van de behoeften.

    De directie stuurt het bijgewerkte vormingsproject binnen de maand naar de dienst van de administratie die belast is met de begeleiding en de pedagogische controle.

    Indien het advies van de dienst bedoeld in het tweede lid gunstig is, vervangt dit vormingsproject het vorige.

    Indien het advies van de dienst bedoeld in het tweede lid ongunstig is, stuurt de directie binnen de zes maanden na ontvangst van het advies een vormingsproject dat aangepast wordt aan de opmerkingen van de administratie.

    § 3. Het vormingsproject wordt minstens éénmaal om de vijf jaar bijgewerkt en voor advies voorgelegd aan de dienst van de administratie die belast is met de begeleiding en de pedagogische controle.

    Indien het advies van de dienst bedoeld in het eerste lid gunstig is, vervangt dit vormingsproject het vorige.

    Indien het advies van de dienst bedoeld in het eerste lid ongunstig is, stuurt de directie binnen de zes maanden na ontvangst van het advies een vormingsproject dat aangepast wordt aan de opmerkingen van de administratie.

    Art. 8. De dienst onderwerpt zich volledig aan de controle door de diensten van de administratie, houdt alle documenten bij die nodig zijn voor de controle van de uitvoering van zijn opdrachten en van de naleving van dit besluit en willigt elk verzoek voor informatie van de administratie in, inzonderheid in het kader van de opgelegde softwaretoepassingen.

    Art. 9. § 1. De inrichtende macht, opgericht als vereniging zonder...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT