Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van residentiële diensten voor observatie en oriëntatie, de 5 décembre 2018

TITEL I. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen

Artikel 1. Dit besluit heeft als doel de bijzondere voorwaarden te bepalen voor de erkenning en de subsidiëring van de residentiële diensten voor observatie en oriëntatie, in het kader van de zorg voor kinderen in moeilijkheden en gevaar, zoals bedoeld in de artikelen 20 en 38 van het decreet van 18 januari 2018 houdende het wetboek preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming.

Voor de toepassing van dit besluit, dient te worden verstaan onder:

  1. dienst: de residentiële dienst voor observatie en oriëntatie;

  2. aantal erkende mandaten: het aantal mandaten dat de dienst tegelijk kan opnemen krachtens zijn erkenning;

  3. besluit van 5 december 2018: het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2018 betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de diensten bedoeld bij artikel 139 van het decreet van 18 januari 2018 houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming.

    Art. 2. De residentiële dienst voor observatie en oriëntatie voert ofwel de observatie- en oriëntatieopdracht uit zoals bedoeld in artikel 4, ofwel de observatie- en oriëntatieopdracht ten gunste van mishandelde kinderen zoals bedoeld bij artikel 7.

    Art. 3. § 1. Het mandaat verduidelijkt de identiteit van het kind, de opdracht die aan de dienst werd toevertrouwd, de aard van de verleende hulp, de nagestreefde doelstellingen, de motivatie en de duur ervan.

    De duur van het mandaat bedraagt maximaal 3 maanden en kan eenmaal worden verlengd als een langere observatieperiode of langer oriëntatiewerk noodzakelijk blijkt of als het opstarten van andere hulpverlening of de toelating van het kind tot een schoolinstelling, na afloop van de opvang van het kind door de dienst, een uitstel vereist.

    Een mandaat kan maar op een kind betrekking hebben.

    § 2. De dienst maakt binnen de maand die volgt op de datum van het mandaat een eerste verslag over aan de opdrachtgever. Dit verslag bevat een analyse van de situatie en de eerste elementen van de observatie.

    Minstens 5 dagen vóór het einde van het mandaat maakt de dienst een tweede rapport over aan de opdrachtgever. Dit verslag bevat de conclusies van de observatie, de voorstellen inzake oriëntatie of de elementen die een eventuele verlenging van de opvang rechtvaardigen.

    In geval van verlenging maakt de dienst minstens 5 dagen vóór het einde van de verlenging een bijkomend verslag over aan de opdrachtgever.

    De opdrachtgever kan altijd een bijkomend verslag vragen.

    TITEL II. - Observatie- en oriëntatieopdracht

    HOOFDSTUK 1. - Opdracht

    Art. 4. Het is de opdracht van de dienst om de collectieve opvang en de opvoeding te organiseren voor 10 tot 15 kinderen die, omwille van hun stoornissen en hun gedragingen, gespecialiseerde hulp buiten hun leefmilieu nodig hebben en voor wie de observatie, de grondige analyse en een specifiek optreden verantwoord zijn omwille van de ernst ervan, teneinde de crisis dankzij een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT