Besluit van de Regering tot vaststelling van beperkingen bij kinderen met het oog op de uitbetaling van de bijslag voor kinderen met een beperking, de 23 décembre 2021

HOOFDSTUK 1. - Algemen bepalingen

Artikel 1. - Definities

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. decreet: het decreet van 23 april 2018 betreffende de gezinsbijslagen;

  2. Dienst voor zelfbeschikkend leven: de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven;

  3. besluit van 28 maart 2003: het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 88 van de programmawet (I) van 24 december 2002.

    HOOFDSTUK 2. - Criteria en nadere regels om de gevolgen van de beperking te beoordelen

    Art. 2. - Vaststelling

    Voor de toepassing van de artikelen 21 en 22 van het decreet wordt de beperking van een kind vastgesteld door de Dienst voor zelfbeschikkend leven of door een persoon die daartoe door de Dienst voor zelfbeschikkend leven is aangewezen, volgens één van de procedures vermeld in hoofdstuk 3.

    Art. 3. - Elementen om de gevolgen van de beperking vast te stellen

    § 1 - De gevolgen van de beperking worden beoordeeld op basis van drie pijlers. Die pijlers hebben betrekking op de volgende gevolgen van de beperking :

  4. pijler 1 heeft betrekking op de gevolgen van de beperking op het vlak van de lichamelijke of geestelijke gezondheid van het kind;

  5. pijler 2 heeft betrekking op de gevolgen van de beperking op het vlak van de activiteit van het kind en zijn participatie aan het maatschappelijk leven;

  6. pijler 3 heeft betrekking op de gevolgen van de beperking voor de familiale omgeving van het kind.

    § 2 - De gevolgen vermeld in § 1 worden vastgesteld aan de hand van de medisch-sociale schaal die als bijlage 1 bij het besluit van 28 maart 2003 is gevoegd. Voor elke pijler worden punten toegekend als volgt:

  7. voor pijler 1 worden de punten toegekend afhankelijk van het percentage lichamelijke of geestelijke beperking dat overeenkomstig artikel 3 bij het kind werd vastgesteld, waarbij de beperking in volgende gradaties wordt opgesplitst :

    1. 0 % - 24 % lichamelijke of geestelijke beperking: 0 punten;

    2. 24 % - 49 % lichamelijke of geestelijke beperking: 1 punt;

    3. 50 % - 65 % lichamelijke of geestelijke beperking: 2 punten;

    4. 66 % - 79 % lichamelijke of geestelijke beperking: 4 punten;

    5. 80 % - 100 % lichamelijke of geestelijke beperking: 6 punten.

  8. pijler 2 bestaat uit de volgende functionele categorieën die eventueel kunnen worden onderverdeeld in subcategorieën en waaraan punten worden toegekend volgens graduele criteria:

    1. beroepsopleiding, opleiding en sociale integratie;

    2. communicatie;

    3. mobiliteit en voortbeweging;

    4. lichaamsverzorging.

  9. pijler 3 bestaat uit de volgende categorieën die eventueel kunnen worden onderverdeeld in subcategorieën en waaraan punten worden toegekend volgens graduele criteria :

    1. de behandeling thuis;

    2. verplaatsing voor medisch toezicht en behandeling;

    3. aanpassing van de leefomgeving en de leefwijze.

    De punten van de pijlers 2 en 3 worden samengeteld als volgt :

  10. voor de punten in pijler 2 wordt het hoogste aantal punten uit elk van de vier functionele categorieën samengeteld. De som van het aldus berekende aantal punten is begrensd tot 12;

  11. voor pijler 3 wordt het hoogste aantal punten uit elk van de drie categorieën samengeteld en wordt die som vermenigvuldigd met 2. Het resultaat van het aldus berekende aantal punten is begrensd tot 18.

    Het eindresultaat van de vaststelling van de gevolgen van de beperking wordt bekomen door de pijlers 1, 2 en 3 samen te tellen en is begrensd tot 36.

    Art. 4. - Berekeningswijze om de gevolgen van de beperking vast te stellen

    § 1 - De in artikel 3 vermelde vaststelling van de lichamelijke of geestelijke beperking gebeurt op basis van:

  12. de lijst van de pediatrische aandoeningen die als bijlage 2 bij het besluit van 28 maart 2003 is gevoegd;

  13. het Regentsbesluit van 12 februari 1946 houdende goedkeuring van de officiële Belgische Schaal tot vaststelling van de graad van invaliditeit.

    De invaliditeitsschaal vermeld in het eerste lid, 2°, wordt uitsluitend gebruikt voor beperkingen of functies die niet voorkomen in de lijst vermeld in het eerste lid, 1°, alsook voor de beperkingen van de lijst die naar een artikel van de invaliditeitsschaal verwijzen.

    § 2 - Voor de evaluatie van de gevolgen van de beperking aan de hand van de in artikel 3 vermelde elementen door gebruik van de in § 1 vermelde lijst en invaliditeitsschaal gelden de volgende nadere regels:

  14. in geval van meervoudige gedeeltelijke beperkingen waarbij geen enkele gedeeltelijke beperking tot een volledige beperking leidt, wordt het percentage van de zwaarste beperking...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT