Besluit van de Regering tot uitvoering van het Sportdecreet van 19 april 2004, de 26 août 2021
Hoofdstuk 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
-
koepelorganisatie: de Koepelorganisatie voor de Sport in de Duitstalige Gemeenschap;
-
decreet: het Sportdecreet van 19 april 2004;
-
departement: het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor Sport;
-
Minister: de Minister van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap die bevoegd is voor Sport.
Hoofdstuk 2. - Vakjury voor de adviesverlening over de sportondersteuningsconcepten
Art. 2. § 1 - De vakjury vermeld in artikel 16, § 2, van het decreet bestaat uit hoogstens zeven onafhankelijke leden. Bij de samenstelling wordt rekening gehouden met de ervaring op het gebied van sportondersteuning.
De vakjury kiest een voorzitter onder haar leden. Het departement zorgt voor het secretariaat van de juryvergaderingen.
§ 2 - De vakjury kan beraadslagen en besluiten in niet-openbare vergaderingen of via een schriftelijke procedure.
Besluiten worden met eenparigheid van stemmen genomen, waarbij individuele meningen worden genotuleerd.
§ 3 - Mag geen lid worden van de vakjury:
-
wie bij de koepelorganisatie of bij het departement in dienst is of als vrijwilliger werkt;
-
wie gehuwd is of was met, wettelijk of feitelijk samenwoont met of in rechte lijn bloed- of aanverwant is of was van een andere persoon die betrokken is bij de sportfederatie waarover advies moet worden verstrekt.
Een lid van de vakjury dat beroepsmatig of privé een rechtstreeks voordeel of nadeel kan hebben in verband met een sportfederatie waarover advies moet worden verstrekt, mag in die aangelegenheid geen adviserende of beslissende rol spelen. Het lid verlaat gedurende die tijd de vergadering of uit zich niet in de schriftelijke procedure. Bij het begin van de vergadering of de schriftelijke procedure moet het lid eventuele belangenconflicten meedelen aan de voorzitter van de jury.
§ 4 - De leden van de vakjury ontvangen een honorarium van 50 euro per uur, alsook reis- en verblijfsvergoedingen voor vergaderingen. De verblijfsvergoeding stemt overeen met de werkelijke kosten die in verband met de vergadering zijn gemaakt. De reisvergoeding voor de verplaatsing met de eigen personenauto wordt berekend overeenkomstig de bepalingen inzake reisvergoedingen die voor het personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap gelden.
Art. 3. De beoordeling van het door een sportfederatie ingediend sportondersteuningsconcept is gebaseerd op...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI