Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 20 juni 2017 betreffende mobiliteitshulpmiddelen, de 27 mai 2021

Artikel 1. - In artikel 1 van het besluit van de Regering van 20 juni 2017 betreffende mobiliteitshulpmiddelen worden de woorden "bejaardentehuizen en rust- en verzorgingstehuizen" vervangen door de woorden "woonzorgcentra voor ouderen".

Art. 2. - In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° de bepaling onder 8° wordt vervangen als volgt :

"8° woonzorgcentrum voor ouderen : het zorgaanbod vermeld in artikel 24 van het decreet van 13 december 2018 betreffende het aanbod aan diensten voor ouderen en personen met ondersteuningsbehoefte, alsook betreffende palliatieve zorg;"

2° de bepalingen onder 11° en 12° worden vervangen als volgt :

"11° ergotherapeut : een ergotherapeut die aangesteld is bij de Dienst voor zelfbeschikkend leven en die de op de behoeften afgestemde en passende ondersteuning, begeleiding, stimulering en verzorging van de gebruiker organiseert. Het is zijn taak samen met de gebruiker een doelgerichte samenwerkingsregeling te plannen, te organiseren en te evalueren die op de concrete ondersteuningsbehoefte van de gebruiker afgestemd is;

12° modulaire rolstoel : aanpasbaar hulpmiddel in de vorm van een stoel op vier wielen, met voet- en/of beensteunen, dat via standaardopties kan worden aangepast en door een begeleidende persoon of de gebruiker zelf kan worden voortbewogen door de rolstoel aan te duwen;"

3° er wordt een bepaling onder 13° ingevoegd, luidende :

"13° multipositionele rolstoel : aanpasbaar voortbewegingsmiddel in de vorm van een kantelbare stoel op vier wielen, met voet- en/of beensteunen en met hoofdsteun, dat via standaardopties kan worden aangepast om een zo goed mogelijk passief zitcomfort te bieden. De rolstoel wordt door de begeleidende persoon voortbewogen door de rolstoel aan te duwen."

Art. 3. - Artikel 8, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

§ 2 - Het multidisciplinair team beslist :

1° over de verstrekking van hulpmiddelen in geval van een negatieve aanbeveling of een negatief deskundigenadvies in de zin van artikel 14, § 3, artikel 25 en artikel 29.3, § 5;

2° het deskundigenadvies vermeld in artikel 32, § 2;

3° bij meningsverschillen tussen het voorschrift van de arts en de aanbeveling of het deskundigenadvies."

Art. 4. - In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° in het eerste lid worden de woorden "bij de Dienst aangestelde case manager" vervangen door het woord "ergotherapeut";

2° in het tweede lid, 1°, worden de woorden "case manager" vervangen door het woord "ergotherapeut";

3° in het tweede lid, 2°, worden de woorden "case manager" vervangen door het woord "ergotherapeut";

4° in het tweede lid, 3°, worden de woorden "case manager" vervangen door het woord "ergotherapeut".

Art. 5. - In artikel 13, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "case manager" vervangen door het woord "ergotherapeut".

Art. 6. - Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

"Art. 14 - § 1 - Na het gesprek vermeld in artikel 12 doet de ergotherapeut, in samenwerking met de leverancier, een aanbeveling omtrent de vraag welk standaardhulpmiddel aan de gebruiker moet worden verstrekt en omtrent de vraag of de aankoop van dat hulpmiddel moet worden gesubsidieerd, dan wel of dat hulpmiddel moet worden uitgeleend.

§ 2 - Bij een positieve aanbeveling kan de ergotherapeut over de verstrekking van een hulpmiddel beslissen. Die beslissing wordt genomen binnen een termijn van vijftien werkdagen na het gesprek. Die termijn wordt echter opgeschort tot alle inlichtingen en documenten vermeld in artikel 13 voorhanden zijn.

De Dienst deelt de gunstige beslissing schriftelijk mee aan de gebruiker.

In de beslissing wordt vermeld :

1° welk standaardhulpmiddel aan de gebruiker verstrekt moet worden;

2° of de aankoop van dat hulpmiddel gesubsidieerd moet worden, dan wel of dat hulpmiddel uitgeleend moet worden;

3° dat de gebruiker de leverancier van het hulpmiddel mag kiezen als de aankoop van het hulpmiddel gesubsidieerd wordt.

§ 3 - Bij een negatieve aanbeveling zendt de ergotherapeut die negatieve aanbeveling aan het multidisciplinair team met het oog op een beslissing.

Het multidisciplinair team...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT