Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 11 december 2017 betreffende integratie en samenleven in diversiteit, de 4 octobre 2018

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1 - Definities

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. decreet: het decreet van 11 december 2017 betreffende integratie en samenleven in diversiteit;

  2. referentiecentrum: het referentiecentrum voor integratie en migratie overeenkomstig artikel 3, 7°, van het decreet;

  3. aanbieder: de instituten voor voortgezette schoolopleiding en de instellingen voor volwassenenonderwijs overeenkomstig het decreet van 17 november 2008 ter ondersteuning van de instellingen voor volwassenenonderwijs;

  4. Algemene Verordening Gegevensbescherming: de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;

  5. departement: het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd voor Integratie;

  6. Minister: de minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden.

    HOOFDSTUK 2. - Integratietraject

    Art. 2. - Verlenging van de looptijd

    De migrant die het integratietraject niet binnen de termijn bepaald in artikel 5, § 2, van het decreet kan doorlopen, dient ten vroegste zes maanden en ten laatste één maand vóór het verstrijken van die termijn een aanvraag tot verlenging van de termijn in bij het referentiecentrum.

    Het referentiecentrum kan de termijn telkens met hoogstens één jaar verlengen :

  7. bij onverenigbaarheid van de etappen van het integratietraject met een beroepsopleiding of een beroepsactiviteit;

  8. voor migranten die bij het begin van het integratietraject het Latijnse alfabet niet beheersen;

  9. om de volgende gezondheidsredenen :

    1. bij een afwezigheid wegens ziekte van in totaal minstens één maand;

    2. bij de geboorte van een kind;

    3. bij een tijdelijk verblijf in het buitenland om medische redenen;

  10. om de volgende persoonlijke redenen :

    1. de migrant is om dwingende redenen tijdelijk in het buitenland;

    2. bij een tijdelijke afwezigheid overeenkomstig artikel 18 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister;

    3. de migrant wordt beschouwd als mantelzorger overeenkomstig artikel 3 van de wet van 12 mei 2014 betreffende de erkenning van de mantelzorger die een persoon met een grote zorgbehoefte bijstaat;

    4. de regelmatige kinderopvang voor de baby's en peuters van de migrant is niet gewaarborgd;

    5. bij de adoptie van een kind;

  11. bij een ontoereikend aanbod aan cursussen in het kader van het integratietraject;

  12. als de eerstvolgende beschikbare taal- of integratiecursus ten vroegste drie of meer maanden nadat betrokkene zich bij het referentiecentrum voor het integratietraject heeft ingeschreven, van start gaat.

    De gezondheidsredenen vermeld in het tweede lid, 3°, en de afwezigheidsduur worden gestaafd met een medisch attest.

    De door het referentiecentrum toegekende verlenging wordt opgenomen in de overeenkomst over het integratietraject vermeld in artikel 8 van het decreet.

    Het referentiecentrum houdt een geanonimiseerd register van de aangenomen en afgewezen verlengingsaanvragen bij.

    Art. 3. - Taalcursus in één van de beide andere landstalen

    Indien in het kader van de sociale balans die het referentiecentrum overeenkomstig artikel 14, eerste lid, 1°, a), van het decreet heeft opgemaakt, wordt vastgesteld dat de migrant door het leren van één van de beide andere landstalen meer mogelijkheden tot maatschappelijke integratie en/of inschakeling in het arbeidsproces heeft, wordt hij ingeschreven in een taalcursus die in voorkomend geval in een andere deelentiteit in het kader van het daar geldende integratietraject wordt gegeven of in een taalcursus erkend overeenkomstig hoofdstuk 3.

    HOOFDSTUK 3. - Erkenning en subsidiëring van de taalcursussen

    Art. 4. - Erkenningsvoorwaarden

    Om erkend te worden, moeten de taalcursussen op zijn minst voldoen aan de volgende voorwaarden :

  13. de taalcursussen worden georganiseerd door de aanbieders vermeld in artikel 1, 3°;

  14. de taalcursussen zijn laagdrempeling en/of intensief :

    1. de laagdrempelige taalcursus voldoet op zijn minst aan de volgende criteria :

      - hij telt bij het begin van de cursus minstens 5 en hoogstens 12 deelnemers;

      - hij omvat minstens 2 uur per week;

      - hij is rechtstreeks relevant voor het leven en praktijkgericht;

    2. de intensieve taalcursus voldoet op zijn minst aan de volgende criteria :

      - hij telt bij het begin van de cursus minstens 8 en hoogstens 18 deelnemers;

      - hij omvat minstens 12 uur per week;

  15. met de taalcursussen wordt alfabetisering of het bijbrengen van het taalniveau A1, A1+ of A2 overeenkomstig het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen beoogd;

  16. de taalcursussen omvatten op zijn minst 120 uur per taalniveau;

  17. de taalcursussen zijn afgestemd op de behoeften en worden op flexibele tijdstippen aangeboden;

  18. de taalcursussen worden gegeven door cursusleiders in hoofdberoep of op honorariumbasis werkzame krachten die minstens drie jaar ervaring in volwassenonderwijs, taalonderwijs, vreemdetalenonderwijs of in de interculturele sector hebben of die een voor die functie nuttige opleiding kunnen aantonen.

    Art. 5. - Erkenningsprocedure

    § 1 - Aanbieders die voor één of meer taalcursussen een erkenning willen krijgen, dienen daartoe een aanvraag in bij het departement.

    § 2 - Bij de aanvraag worden minstens de volgende stukken en gegevens gevoegd :

  19. de identiteit van de aanvrager;

  20. de statuten van de rechtspersoon;

  21. het concept voor de organisatie en het verloop van de taalcursussen dat minstens de volgende inlichtingen bevat :

    1. de aangeboden cursusniveaus;

    2. het minimumaantal en het maximumaantal deelnemers per taalcursus;

    3. het tijdstip waarop een taalcursus kan worden aangevat;

    4. de kwalificatie van het onderwijzend personeel;

    5. de doelgroepgegevens;

    6. de mogelijke partnerorganisaties;

    7. de nadere regels voor de samenwerking met het referentiecentrum;

    8. de leermethoden of taallesmethoden.

    Het departement legt het aanvraagformulier vast.

    De aanvraag wordt per post of elektronisch ingediend. Het departement bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen dertig kalenderdagen. De datum van de poststempel of - naargelang van het geval - van de elektronische tijdstempel geldt als indieningsdatum.

    § 3 - Het departement onderzoekt of de ingediende aanvraag om erkenning volledig is en onderzoekt de bijgevoegde stukken. Indien de aanvraag volledig is, bezorgt het departement de aanvrager een bevestiging. Indien de aanvraag niet volledig is, vraagt het departement de ontbrekende gegevens of - naargelang van het geval - de ontbrekende stukken aan bij de aanvrager.

    Binnen zestig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de volledige aanvraag, stelt het departement op basis van zijn bevindingen een advies op en zendt het over aan de Minister. Als na afloop van die termijn geen advies is gegeven of als de aanvraag onvolledig is, wordt het advies als negatief beschouwd.

    Binnen zestig dagen na ontvangst van het advies van het departement of na het verstrijken van de termijn vermeld in het tweede lid beslist de Minister of de erkenning wordt toegekend. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de erkenning als geweigerd.

    § 4 - De erkenning wordt verleend voor een termijn van vier jaar.

    § 5 - Indien niet voldaan is aan één of meer voorwaarden die voor een erkenning noodzakelijk zijn, kan het departement in zijn advies vermeld in § 3, tweede lid, een voorwaardelijke voorlopige erkenning voorstellen.

    Binnen zestig dagen na ontvangst van het advies van het departement of na het verstrijken van de termijn vermeld in § 3, tweede lid, beslist de Minister of een voorlopige erkenning wordt toegekend en bepaalt hij de voorwaarden en de duur van de voorlopige erkenning.

    Het departement verstrekt uiterlijk zestig dagen voor het verstrijken van de voorlopige erkenning een advies over de vraag of aan de voorwaarden is voldaan en bezorgt dat advies aan de Minister.

    Binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het advies van het departement, beslist de Minister of een definitieve erkenning wordt toegekend.

    Indien de taalcursus, na het verstrijken van de voorlopige erkenning ervan, niet definitief erkend wordt, wordt de eventuele ondersteuning van de Duitstalige Gemeenschap stopgezet.

    § 6 - Wijzigingen van de gegevens vermeld in § 2 moeten vooraf worden goedgekeurd.

    Daartoe dient de aanbieder een individuele schriftelijke aanvraag bij het departement in. Het departement onderzoekt of een afwijking met betrekking tot de behoefte en de integratie gerechtvaardigd is en bezorgt de Minister een advies binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag. Indien binnen die termijn geen advies wordt verstrekt, wordt dit beschouwd als een negatief advies.

    Binnen dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het advies van het departement, beslist de Minister of de wijziging wordt goedgekeurd. Indien binnen de gestelde termijn geen beslissing is genomen, geldt de goedkeuring als geweigerd.

    De aanbieder kan de taalcursus alleen wijzigen, als hij de goedkeuring voor die wijziging heeft gekregen.

    De duur waarvoor de wijziging wordt goedgekeurd, is in elk geval beperkt tot hoogstens twaalf maanden en kan verlengd worden.

    Het departement legt elke goedkeuring van een wijziging, alsook de motivering en de duur ervan, schriftelijk vast.

    § 7 - Uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de erkenning dient de aanbieder een nieuwe aanvraag bij het departement in. Die aanvraag bevat de stukken en gegevens vermeld in § 2, voor zover die verschillen van de stukken en gegevens in de oorspronkelijke aanvraag.

    Art. 6. - Behoud van de erkenning

    Voor het behoud van de erkenning komen de aanbieders de verplichtingen vermeld in dit besluit na, alsook de in het decreet vermelde voorwaarden die aan de erkenning ten grondslag liggen.

    Art. 7. - Schorsing van de erkenning

    § 1 - Indien de aanbieder de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT