Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet van 23 januari 2017 ter bevordering van het toerisme met betrekking tot de specifieke veiligheidsnormen voor toeristische verblijven, de 21 décembre 2023

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voorwerp

Dit besluit legt de minimumvoorschriften vast die gelden voor toeristische verblijven in de zin van artikel 9 van het decreet van 23 januari 2017 ter bevordering van het toerisme die zijn ondergebracht in bestaande gebouwen, teneinde:

  1. het ontstaan van brand te voorkomen;

  2. de veiligheid van personen te waarborgen;

  3. de brandweerinterventie te vergemakkelijken.

    Art. 2. Persoonsaanduidingen

    De verwijzingen naar personen in dit besluit gelden voor alle geslachten.

    Art. 3. Definities

    Aanvullend op de technische terminologie van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder:

  4. koninklijk besluit van 7 juli 1994: het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de gebouwen moeten voldoen;

  5. Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties: het koninklijk besluit van 8 september 2019 tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie;

  6. gebouwen van categorie 1: lage gebouwen overeenkomstig punt 1.2.2.3. van bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 7 juli 1994 die:

    1. werden gebouwd voor 31 december 1997 en één, twee of drie bovengrondse woonlagen hebben, waarvan één of twee boven het normale evacuatieniveau; of

    2. werden gebouwd na 31 december 1997;

  7. gebouwen van categorie 2: middelhoge gebouwen overeenkomstig punt 1.2.2.2. van bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 7 juli 1994 die:

    1. werden gebouwd voor 26 mei 1995, maximaal 25 m hoog zijn, drie of meer woonlagen boven het normale evacuatieniveau hebben en niet kunnen worden ingedeeld in categorie 3; of

    2. werden gebouwd na 26 mei 1995;

  8. gebouwen van categorie 3: hoge gebouwen overeenkomstig punt 1.2.2.1. van bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 7 juli 1994 die:

    1. werden gebouwd voor 26 mei 1995 en meer dan 25 m hoog zijn; of

    2. werden gebouwd na 26 mei 1995;

  9. brandwerende deur: een deur die werd geplaatst overeenkomstig de montage-eisen op basis waarvan ze is ingedeeld als brandwerend, en waarvoor de plaatser een attest heeft afgegeven waarin hij verklaart dat ze is geplaatst overeenkomstig de instructies van de fabrikant. De brandweerstand van de deuren wordt getest overeenkomstig de normen NBN EN 1634-1 en NBN EN 13501-2;

  10. keuken: elke ruimte waarin kookapparatuur met een totaal vermogen van meer dan 10 kW is geïnstalleerd;

  11. vlucht- en reddingsweg: elk element van een gebouw dat wordt gebruikt voor de evacuatie van de aanwezige personen, in het bijzonder gangen, tussenbordessen, trappen en wegen.

    Art. 4. Toepassingsgebied

    De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op alle toeristische verblijven.

    Zijn naast deze bepalingen eveneens van toepassing:

  12. op toeristische verblijven met een maximumcapaciteit van meer dan 10 personen: de bepalingen van bijlage 1;

  13. op kampeerterreinen: de bepalingen van bijlage 2.

    De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing met behoud van de toepassing van de algemene en bijzondere normen en bepalingen van in het bijzonder:

  14. het koninklijk besluit van 7 juli 1994;

  15. de Codex over het welzijn op het werk;

  16. het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming;

  17. het decreet van het Waals Gewest van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning.

    Art. 5. Gedrag van de exploitant op het gebied van veiligheid

    De exploitant van een toeristisch verblijf neemt de passende maatregelen om:

  18. brand te voorkomen;

  19. brandhaarden snel en effectief te bestrijden;

  20. in geval van brand:

    1. de aanwezige personen de mogelijkheid te bieden om te waarschuwen en alarm te slaan;

    2. de veiligheid van personen te waarborgen en eventueel een snelle en veilige evacuatie mogelijk te maken; en

    3. de bevoegde hulpverleningszone onmiddellijk in kennis te stellen.

    Art. 6. Normconformiteit

    Wanneer documenten bewijzen dat een bouwproduct voldoet aan de eisen van de NBN-norm overeenkomstig gelijkwaardige beproevings- en classificatieprocedures in een andere lidstaat van de EU, wordt dat product beschouwd als in overeenstemming met de technische eisen van dit besluit en zijn bijlagen.

    Art. 7. Inrichtingsvoorschrift

    Onder het laagste evacuatieniveau worden geen woningen, individuele of gemeenschappelijke ruimten voor verblijfsdoeleinden ingericht.

    Art. 8. Brandgedrag en brandweerstand van de bouwmaterialen en -elementen

    De in het toeristisch verblijf gebruikte bouwmaterialen worden ingedeeld overeenkomstig het classificatiesysteem van het koninklijk besluit van 7 juli 1994.

    Op verzoek van de burgemeester of diens gemachtigde levert de exploitant van het toeristisch verblijf het bewijs dat voldaan is aan de bepalingen van datzelfde besluit inzake het brandgedrag en de brandweerstand van de bouwelementen.

    Voor de bouwmaterialen en -elementen waarvoor het bewijs vermeld in het tweede lid niet kan worden geleverd, dient de exploitant een schriftelijke beschrijving van de samenstelling in die is ondertekend door een architect.

    Art. 9. Afwijkingen in uitzonderlijke gevallen

    Bij het opstellen van het brandveiligheidsadvies kan in uitzonderlijke gevallen ter plaatse worden bepaald dat er maatregelen moeten worden genomen die niet uitdrukkelijk zijn opgenomen in dit besluit en zijn bijlagen, indien deze maatregelen noodzakelijk zijn voor de veiligheid van het gebouw en de daarin aanwezige personen.

    Bij het opstellen van het brandveiligheidsadvies kan in uitzonderlijke gevallen worden afgeweken van de bepalingen van dit besluit en kunnen compenserende maatregelen worden vastgelegd, bijvoorbeeld wanneer een andere wetgeving van toepassing is ter bescherming van monumenten of wanneer het gebouw op het moment van het eerste gebruik als toeristisch verblijf in overeenstemming was met de toen vigerende wetgeving inzake brandveiligheid.

    Alle bouwtechnische elementen die voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit werden aangebracht en werden aanvaard in een veiligheidsattest, blijven geldig. Als deze bouwtechnische elementen worden veranderd of vernieuwd, wordt voldaan aan de hier vermelde eisen.

    HOOFDSTUK 2. - Onderhoud en keuringen

    Art. 10. Algemene bepalingen

    De technische uitrusting van het gebouw wordt in goede toestand gehouden.

    De exploitant ziet erop toe dat de in dit hoofdstuk genoemde opleveringen en keuringen worden uitgevoerd en dat daarvan een attest wordt opgemaakt. Hij bewaart een exemplaar van de attesten en legt dat op verzoek voor aan de brandpreventiemedewerker van de bevoegde hulpverleningszone, de burgemeester of de minister bevoegd voor Toerisme.

    De keuringen worden uitgevoerd door instellingen die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT