Besluit van de Regering houdende organisatie van het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren, de 23 mai 2019

HOOFDSTUK I. - Algemene regels, organisatie en personeelsformatie

Afdeling 1. - Algemene regels en personeelsformatie

Artikel 1 - Dit besluit is van toepassing op het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap, hierna BRF genoemd, en zijn personeel.

Art. 2. - Ambtenaar van het BRF is elkeen die, in vast dienstverband, tewerkgesteld is bij deze instelling van openbaar nut en door de raad van beheer in deze hoedanigheid vastbenoemd is. De ambtenaar bevindt zich in een statutaire toestand waaraan slechts een einde kan worden gemaakt in de bij het statuut bepaalde gevallen.

De hoedanigheid van ambtenaar wordt bekrachtigd door de eed die door de ambtenaar binnen twee maanden na zijn benoeming wordt afgelegd in de termen bepaald bij artikel 2 van het decreet van 20 juli 1831.

Art. 3. - § 1 - In de personeelsbehoeften van het BRF wordt uitsluitend voorzien door ambtenaren die onderworpen zijn aan de bepalingen van dit besluit.

In afwijking van het eerste lid geschiedt een indienstneming bij arbeidsovereenkomst:

  1. om een ambtenaar gedurende een tijdelijke voltijdse of deeltijdse afwezigheid te vervangen;

  2. om te voldoen aan personeelsbehoeften, ongeacht de aard ervan, totdat de nodige selectieprocedures georganiseerd en afgesloten zijn om de functies door statutaire personeelsleden te laten bekleden;

  3. altijd om taken te vervullen die uitsluitend door contractuele personeelsleden uitgeoefend worden en die door de Regering vastgelegd worden.

    § 2 - Enkel wie aan de volgende algemene toelaatbaarheidsvereisten voldoet, kan tot ambtenaar worden benoemd:

  4. Belg zijn indien de uit te oefenen betrekking een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming aan de uitoefening van openbaar gezag inhoudt die werkzaamheden met zich brengt die strekken tot bescherming van de algemene belangen van de Staat, de Gemeenschap of het Gewest ofwel, in de overige gevallen, Belg zijn of burger of familielid van een burger van een staat van de Europese Economische Ruimte of van de Zwitserse Confederatie in de zin van het derde lid;

  5. van een gedrag zijn dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde betrekking;

  6. de burgerlijke en politieke rechten genieten;

  7. aan de dienstplichtwetten voldoen;

  8. de lichamelijke geschiktheid bezitten die vereist is voor het uit te oefenen ambt.

    De controle van de vereiste lichamelijke geschiktheid geschiedt door een door de Regering aangewezen erkende dienst.

    In de zin van het eerste lid, 1°, wordt onder 'familielid' verstaan:

    1. de echtgenoot;

    2. de partner met wie de in het eerste lid, 1°, vermelde burger samenwoont in de zin van de artikelen 1475 en volgende van het Burgerlijk Wetboek;

    3. de rechtstreekse bloedverwanten in neergaande lijn van de in het eerste lid, 1°, vermelde burger alsmede die van zijn echtgenoot of partner in de zin van b) die jonger zijn dan éénentwintig jaar of te hunnen laste zijn;

    4. de rechtstreekse bloedverwanten in opgaande lijn van de in het eerste lid, 1°, vermelde burger alsmede die van zijn echtgenoot of partner in de zin van b) die te hunnen laste zijn.

    Het familielid levert het bewijs dat het aan één der voorafgaande voorwaarden voldoet.

    De in het derde lid opgenomen definities dienen tot de omzetting van de Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG, en zijn in deze zin te verstaan.

    Art. 4. - De benoeming van een ambtenaar geschiedt van ambtswege in een voltijds ambt.

    Art. 5. - De graden die de ambtenaren van het BRF kunnen dragen, zijn in 5 niveaus opgedeeld.

    De niveaus zijn aangeduid door romeinse cijfers, het zijn de niveaus I, II+, II, III en IV:

  9. niveau I voor de betrekkingen die het bezit vereisen van een diploma van het universitair onderwijs of het hoger onderwijs van het lange type gelijkgesteld met universitair niveau;

  10. niveau II+ voor de betrekkingen die het bezit vereisen van een diploma van het hoger onderwijs van het korte type;

  11. niveau II voor de betrekkingen die het bezit vereisen van een diploma van het hoger secundair of het daarmee gelijkgestelde onderwijs;

  12. niveau III en niveau IV voor de andere betrekkingen.

    De lijst van de diploma's of getuigschriften die toegang geven tot de betrekkingen in de verschillende niveaus vormt bijlage IV van dit besluit.

    Voor de niveaus III en IV is geen diploma of getuigschrift vereist.

    Art. 6. - De niveaus bevatten rangen die de ambtenaren van het BRF kunnen dragen en worden aangeduid door romeinse cijfers die het niveau aangeven en met een letter, waarbij de hoogste rang in een niveau wordt aangegeven met de letter A voor de niveaus III en IV, de letters AA voor de niveaus II en II+ en de letter B voor niveau I.

    Art. 7. - De niveaus bevatten het volgende aantal rangen:

  13. het niveau I bevat 4 rangen, van I.F tot I.D en I.B

  14. het niveau II+ bevat 4 rangen, van II+.C tot II+.AA

  15. het niveau II bevat 4 rangen, van II.C tot II.AA

  16. het niveau III bevat 3 rangen, van III.C tot III.A

  17. het niveau IV bevat 3 rangen, van IV.C tot IV.A

    De volledige lijst van de graden en hun indeling in rangen vormt bijlage I van dit besluit.

    Art. 8. - Een personeelsformatie, aangenomen door de Regering, bepaalt het aantal betrekkingen per niveau en per graad. Deze personeelsformatie wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

    Onverminderd artikel 3, § 2, kunnen een toelating tot de stage of een vaste benoeming slechts plaatsvinden als een overeenkomstige betrekking in de personeelsformatie is ingeschreven en vacant is.

    Art. 9. - Niemand mag een betrekking van een bepaald niveau bekleden zonder vooraf in het bezit te zijn van het voor dit niveau vereiste diploma of geslaagd te zijn voor het overeenkomstige overgangsexamen.

    Art. 10. - De vacantverklaring van betrekkingen, de toelatingen tot de stage en de benoemingen worden door de raad van beheer besloten. De vacantverklaring van betrekkingen wordt door de Regering goedgekeurd, met uitzondering van de vacantverklaring van betrekkingen in de rangen II.AA en II+.AA: die worden door de Regering besloten.

    In afwijking van het eerste lid wordt de directeur aangesteld overeenkomstig het decreet van 27 juni 1986 betreffende het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap.

    Afdeling 2. - Organisatie

    Art. 11. - De werkterreinen van het BRF worden ingedeeld in departementen; elk departement wordt qua werkwijze en qua personeel geleid door een departementshoofd dat de nodige bevoegdheden krijgt. De departementshoofden hebben beslissingsbevoegdheid ten aanzien van hun medewerkers.

    De departementen worden bepaald als volgt:

  18. departement Redactie;

  19. departement Programmering;

  20. departement Administratie en Personeel;

  21. departement Productie en Techniek.

    Art. 12. - De raad van beheer wijst voor een verlengbare termijn van vijf jaar departementshoofden aan, hetzij onder de met 'positief' geëvalueerde ambtenaren, contractuelen of met een opdracht voor het BRF belaste personeelsleden van het onderwijs of onder externe gegadigden. Op het tijdstip van de aanwijzing als departementshoofd is betrokkene houder van een diploma dat hem toegang verleent tot niveau II+ of niveau I of is betrokkene geslaagd voor een overgangsexamen voor niveau II+ of niveau I.

    De aanwijzing geschiedt op de voordracht van de directeur, nadat hij een oproep tot de gegadigden heeft gedaan waarin het vereiste profiel is bekendgemaakt en nadat hij vervolgens de geschiktheid en de vaardigheden van alle gegadigden voor de leidinggevende taak heeft vergeleken.

    Op de voordracht van de directieraad, die de betrokkene vooraf gehoord heeft, kan de raad van beheer de aanwijzing van een departementshoofd op grond van ernstige tekortkomingen voortijdig beëindigen.

    Het departementshoofd kan zijn ambt te allen tijde neerleggen, met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden.

    Art. 13. - De directieraad van het BRF is samengesteld uit:

  22. de directeur;

  23. het hoofd van het departement Redactie;

  24. het hoofd van het departement Programmering;

  25. het hoofd van het departement Administratie en Personeel;

  26. het hoofd van het departement Productie en Techniek.

    De directeur bekleedt het voorzitterschap. Wanneer hij afwezig is, kan hij zich laten vertegenwoordigen door een ander, door hem aangewezen lid van de directieraad voor de uitoefening van het voorzitterschap.

    Art. 14. - De directieraad is ermee belast de uitwisseling van informatie tussen de diensten van het BRF en een gecoördineerd functioneren van het BRF te vergemakkelijken. Hij brengt vooraf een met redenen omkleed advies uit over alle algemene maatregelen tot uitvoering van het statuut van de ambtenaren van het BRF. Hij kan de raad van beheer uit eigen beweging een advies over een algemeen administratief probleem bezorgen. Bovendien beschikt hij over de bevoegdheden waarin dit statuut of andere reglementaire teksten voorzien.

    De directieraad legt, binnen het kader van dit statuut, zijn huishoudelijk reglement vast; daarin worden op zijn minst de aspecten vermeld in artikel 19, tweede lid, van het decreet van 27 juni 1986 betreffende het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap geregeld. Het huishoudelijk reglement wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

    HOOFDSTUK II. - Aanwerving en proeftijd

    Afdeling 1. - Algemene bepalingen

    Art. 15. - Niemand kan aangeworven worden als ambtenaar van het BRF wanneer hij, naast de in artikel 3, § 2, opgenomen algemene toelaatbaarheidsvereisten, niet aan de volgende voorwaarden voldoet:

  27. houder zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat overeenstemt met het niveau van de te verlenen betrekking, behalve de uitzonderingen bepaald door de afgevaardigd bestuurder van het selectiebureau van de federale...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT