24 JULI 2014. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering

De Waalse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting en van de boekhouding van de diensten van de Waalse Regering, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 13 december 2012 houdende diverse maatregelen betreffende de uitvoering van de begroting en de budgettaire en algemene boekhouding, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 28 november 2013 tot organisatie van de interne controle en de interne audit met betrekking tot de begroting en de boekhouding, evenals van de administratieve en begrotingscontrole;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2009 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering, zoals gewijzigd;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 juli 2014;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 juli 2014;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de continuïteit in de werking van de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering onverwijld gewaarborgd dient te worden;

Op de voordracht van de Minister-President,

Besluit :

Afdeling 1 - Bevoegdheden

Artikel 1. § 1. De bevoegdheden van de ministeriële kabinetten zijn vastgelegd als volgt : de aangelegenheden die van invloed zouden kunnen zijn op het algemeen regeringsbeleid of de parlementaire werkzaamheden, het onderzoek en de studies die het persoonlijk werk van de Ministers kunnen vereenvoudigen, de presentatie van de dossiers van het bestuur, eventueel het secretariaat van de Minister, de ontvangst en het openen van diens persoonlijke briefwisseling, de particuliere briefwisseling, de verzoeken om een onderhoud, het persoverzicht.

§ 2. Er zal continu overleg gepleegd worden tussen het ministeriële kabinet en de verantwoordelijken van het bestuur, de paragewestelijke en andere overheidsinstellingen in verband met beleidsvoorbereiding en -uitvoering.

§ 3. Een omzendbrief van de Waalse Regering bepaalt en harmoniseert de toe te passen procedures, o.a. inzake het beheer en de werking van de ministeriële kabinetten.

§ 4. Een huishoudelijk reglement, dat op alle medewerkers van het ministerieel kabinet toepasselijk is, voorziet in de werkingsregels.

Afdeling 2 - Samenwerkingen met de Regering van de Franse Gemeenschap

Art. 2. § 1. Met het oog op een optimaal beheer van de menselijke hulpkrachten die hen ter beschikking gesteld worden, bepalen de Ministers die tegelijkertijd binnen de Regering van het Waalse Gewest en binnen de Regering van de Franse Gemeenschap zitting hebben, de organisatie en de werkplaats van de personeelsleden van hun kabinetten.

§ 2. Met het oog op besparingen van werkingskosten en schaaleffecten, bepalen ze ook de voorwaarden voor het gebruik en de verdeling van de logistieke middelen waarover ze beschikken.

§ 3. De budgettaire last van de logistieke middelen i.v.m. de functie van een personeelslid wordt toegerekend op de onderhoudskredieten voor het kabinet dat zijn bezoldiging voor zijn rekening neemt.

Afdeling 3 - Maximumbedragen van de bestaansmiddelen

Art. 3. § 1. Het globale maximumbedrag van de bestaansmiddelen die betrekking hebben op de bezoldigingen van het personeel en andere kosten gebonden aan de werking en aan de investeringen van het kabinet en van het Secretariaat van de Regering bedoeld in artikel 6 wordt vastgelegd op 58.140 €/jaar (indexcijfer 1,6084) per VE (voltijds equivalent).

Voor een minister is de referentiemultiplicator voor de personeelsbezetting 41 VE, voor een Vice-President, 55 VE en voor de Minister-Presidient 68 VE

Voor het in artikel 6 bedoelde Secretariaat van de Regering is de referentiemultiplicator voor de personeelsbezetting 11 VE.

§ 2. Het kabinet van een Minister kan bestaan uit:

- leden van niveau 1;

- medewerkers.

Onder de leden van niveau 1 kan het kabinet van een Minister één kabinetschef en de kabinetten van de Vice-Presidenten en van de Minister-President twee kabinetschefs tellen.

De functies van adjunct-kabinetschef, kabinetssecretaris, adviseur en attaché worden door de leden van niveau 1 uitgeoefend.

De functies van privé-secretaris en gedecentraliseerde penningmeester worden door de medewerkers of de leden van niveau 1 uitgeoefend.

Het kabinet van een Minister mag maximum 5 chauffeurs tellen en de kabinetten van de Vice-Presidenten en van de Minister-President maximum 6.

§ 3. Elke Minister kan één of meerdere VE van zijn Kabinet samen met de desbetreffende begrotingsmiddelen overplaatsen naar het Kabinet van een andere Minister. Een afschrift van het overplaatsingsbesluit wordt overgemaakt aan de Minister-President en aan de cel "Secrétariat pour l'aide à la gestion et au contrôle internes des Cabinets (SePAC)" (Bijzonder Secretariaat audit en controle voor Kabinetten) bedoeld in artikel 7 van dit besluit.

§ 4. Een personeelslid van het kabinet kan in dienst worden genomen in de privé-woning van de Minister.

Art. 4. Binnen de perken van de begrotingskredieten van elk Kabinet mogen de volgende personen in dienst worden genomen :

  1. deskundigen, naar rato van een maximum van één voltijds equivalent/jaar verdeeld onder één of verschillende deskundigen. Dit aantal wordt verhoogd tot 1,5 voltijds equivalent/jaar voor de kabinetten van de Vice-Presidenten en tot 2 voltijds equivalenten/jaar voor het kabinet van de Minister-President;

  2. onderhoudstechnici, naar rato van een personeelslid voor 10 lokalen, wanneer het onderhoud van alle lokalen van het kabinet niet aan een privé-firma wordt toevertrouwd.

  3. studenten, naar rato van maximum 1 voltijds equivalent/jaar, naar gelang van de toepasselijke reglementering.

    De bezoldiging van de studenten wordt vastgesteld als volgt :

    - 13.257,38 € bij hun indiensttreding voor de houders van het getuigschrift lager secundair onderwijs of een daarmee gelijkgesteld diploma;

    - 13.668,39 € bij hun indiensttreding voor de houders van het getuigschrift hoger secundair onderwijs of een daarmee gelijkgesteld diploma;

    Het aantal studenten dat in aanmerking kan komen voor het bezoldigigingsbedrag van 13.668,39€ wordt beperkt tot 50 % maximum van het totaalaantaal studenten die aangeworven kunnen worden tijdens de referentieperiode.

    Art. 5. In geval van afwezigheid om medische reden van meer dan dertig dagen van een personeelslid van het kabinet, kan de bevoegde Minister voorzien in zijn vervanging tijdens de duur van zijn afwezigheid.

    Art. 6. § 1. De Secretaris van de Regering die de rang van Kabinetschef heeft wordt door de Regering benoemd indien het ambt niet wordt bekleed door één van de Kabinetschefs van de Minister-President.

    § 2. Hij wordt in zijn opdrachten bijgestaan door 11 personeelsleden die door de Minister-President aangewezen worden, namelijk :

    - 5 leden van niveau 1;

    - 6 medewerkers.

    § 3. De centralisatie van de activiteiten en de samenwerkingsverbaden inzake werking en organisatie met de dienst van de Secretaris van de Regering van de Franse Gemeenschap...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT