Besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende een verbod op het bezit en het vervoer van vuurwerk, de 17 décembre 2021

Artikel 1. § 1, Het bezit, het vervoer, het uitstallen, het gebruik en elke handeling ter voorbereiding van het aansteken van het volgende materiaal is verboden in de openbare ruimte van heel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:

- vuurwerk van de categorieën F2, F3 en F4 bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 oktober 2015 betreffende het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen;

- pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van de categorieën T1 en T2 bedoeld in het voormeld koninklijk besluit;

- de andere pyrotechnische artikelen van de categorieën P1 en P2 bedoeld in het voormeld koninklijk besluit.

Daarnaast is ook het gebruik van geluidskanonnen en carbuurschieten verboden.

Dit verbod geldt niet voor beroepsmensen die beschikken over de vereiste vergunningen.

§ 2. Op het privédomein is het gebruik en elke handeling ter voorbereiding van het aansteken van het materiaal bedoeld in § 1 verboden.

Ook het gebruik van geluidskanonnen en carbuurschieten is er verboden.

Dit verbod geldt niet voor beroepsmensen die beschikken over de vereiste vergunningen.

Art. 2. Inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden bestraft met de straffen bepaald door artikel 6, § 1, van de wet van 14 augustus 2021 betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie.

Art. 3. De bevoegde bestuurlijke overheden op het grondgebied van de Brusselse agglomeratie worden belast met de uitvoering van dit besluit. De politiediensten zijn verantwoordelijk voor de naleving van dit besluit, zo nodig met dwang en/of geweld.

Dit besluit wordt meegedeeld aan het Nationaal Crisiscentrum en aan de burgemeesters, zodat zij het op de gebruikelijke plaatsen voor officiële bekendmakingen kunnen aanplakken.

Brussel Preventie & Veiligheid zorgt voor een zo breed mogelijke verspreiding.

Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 23 december 2021 en geldt tot en met 9 januari 2022.

Art. 5. Overeenkomstig artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan een beroep tot nietigverklaring van dit besluit worden ingediend bij de afdeling administratie van de Raad van State wegens schending van hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding of afwending van macht. Het verzoek tot nietigverklaring moet, op straffe van onontvankelijkheid, worden ingediend binnen de 60 dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Het verzoekschrift wordt ofwel per post aangetekend...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT