Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten voordele van kinderen die verbonden zijn door een leerovereenkomst, de 9 juillet 2019

Artikel 1. De kinderbijslag wordt toegekend aan het kind met een leerovereenkomst gedurende de looptijd van de leerovereenkomst of -verbintenis op voorwaarde dat zijn leerovereenkomst of -verbintenis erkend en gecontroleerd is:

  1. conform de reglementering inzake de permanente opleiding van de Middenstand;

  2. door het Nationaal Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, als het om een leerovereenkomst in die sector gaat;

  3. door de instellingen die zijn aangewezen door de regelgevingen inzake de beroepsopleiding, de omscholing en de herscholing van de mensen met een handicap.

    De kinderbijslag wordt toegekend voor een periode van drie maanden die volgt op de datum van de beslissing tot weigering of intrekking van de erkenning of op de datum van verbreking van de leerovereenkomst of -verbintenis, op voorwaarde dat het kind tijdens die periode geen winstgevende activiteit uitoefent, de leergangen van de basisopleiding in de leertijd blijft volgen en niet uitgesloten is van het voordeel van een latere erkenning.

    Behoudens toepassing van artikel 26 van de ordonnantie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag blijft de kinderbijslag verschuldigd gedurende een maximumperiode van één jaar wanneer de uitvoering van de leerovereenkomst of -verbintenis wordt onderbroken wegens een ziekte of ongeval van het kind. De krachtens het voornoemde artikel 26 bevoegde diensten bevestigen dat de uitvoering van de overeenkomst onmogelijk kan worden voortgezet, vanaf de 180ste dag volgend op de dag waarop de ziekte of het geval zich voordeed.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt de periode van maximaal een jaar geschorst door een hervatting van de uitvoering van de leerovereenkomst of -verbintenis indien deze hervatting minder dan 30 opeenvolgende dagen duurt. Indien dat wel het geval is, blijft de kinderbijslag verschuldigd voor een hernieuwde maximale duur van een jaar bedoeld in het eerste lid die aanvangt na de hervatting.

    Art. 2. De uitoefening van een winstgevende activiteit leidt tot de schorsing van het recht op kinderbijslag als ze wordt uitgeoefend gedurende meer dan 240 uur per kwartaal, voor elke maand van dit kwartaal.

    Een winstgevende activiteit wordt geacht te worden uitgeoefend gedurende meer dan 240 uur per kwartaal als ze een onderwerping aan het sociaal statuut van de zelfstandigen in hoofdberoep met zich meebrengt.

    Is geen winstgevende activiteit in de zin van dit besluit, met uitzondering voor de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT