Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de organisatie van telewerk, de 8 mars 2019

Artikel 15 van het ontwerp voorziet erin dat op voorstel van de leidend ambtenaar de Directieraad het besluit binnen de twaalf tot vijftien maanden na zijn inwerkingtreding zal evalueren.

Die situatie zal bijzondere aandacht genieten. De impact van het besluit op de arbeidswijze van de mobiele personeelsleden zal inderdaad moeten worden geëvalueerd. Met andere woorden, uit de evaluatie zal blijken of de door het ontwerpbesluit bedoelde regeling in de praktijk met de arbeidswijze van de mobiele personeelsleden strookt of, omgekeerd, dat de regeling moet worden aangepast zodat ze beter met hun specifieke situatie zou overeenstemmen. Nu kan dat echter nog niet worden ingeschat.

Bovendien worden de volgende voorwaarden gekoppeld aan telewerk:

  1. Het telewerk moet verenigbaar zijn met de functie;

  2. Het personeelslid heeft bewezen dat het voldoende zelfstandig zijn opdrachten kan uitvoeren (artikel 6).

Eenmaal deze voorwaarden vervuld, kunnen de personeelsleden ervoor kiezen structureel (maximum twee vaste dagen per week) of occasioneel (beperkt tot drie dagen per maand) te telewerken. De keuze voor een van die telewerkregels sluit een andere keuze uit.

Daarnaast is er beslist dat de personeelsleden

- die minstens 80 % deeltijds werken een structureel telewerk van maximum een dag per week of een gelegenheidstelewerk van maximum twee dagen per maand krijgen;

- die minder dan 80 % en meer dan 50 % deeltijds werken een structureel telewerk of een gelegenheidstelewerk van maximum een dag per maand krijgen (art. 7).

Het betreft hier opnieuw een uitsluitende keuze voor een van die telewerkregelingen.

Enerzijds zorgen deze telewerkregels ervoor dat er een minimale aanwezigheid van het personeel is, wat primordiaal is voor een goed beheer van de diensten.

Anderzijds beantwoorden ze aan de opmerking van de Raad van State in zijn advies nr. 64.334/4 van 22 oktober 2018. In het voorontwerp waren de personeelsleden met een arbeidstijd van minder dan 80 % van het telewerk uitgesloten. De Raad van State is van mening dat die uitsluiting het gelijkheidsbeginsel uit de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt.

Merk op dat de Raad van State niet het gebrek aan evenredigheid van de telewerkregels bekritiseert maar wel de onmogelijkheid voor de personeelsleden met een arbeidstijd van minder dan 80 % om te kunnen structureel telewerken.

Het ontwerpbesluit komt aan die opmerking van de Raad van State tegemoet. Het voorziet voortaan in de mogelijkheid voor de personeelsleden met een arbeidstijd van minder dan 80 % en meer dan 50 % om een dag per maand te telewerken. Het ontwerp kiest zo voor een niet-proportionele degressieve regeling. Die regeling voldoet aan de vereiste van de Raad van State.

Een strikt evenredige regeling invoeren zou trouwens onmogelijk zijn, want telewerk voor de helft/een derde/een kwart/een vijfde van de dag toelaten zou, enerzijds, het telewerk zinloos maken (verplaatsingen vermijden, enz.) en, anderzijds, in tegenspraak zijn met artikel 7, § 3, van het ontwerpbesluit dat stelt dat het telewerk per dag of halve dag wordt gedaan.

Het ontwerpbesluit treedt in werking op 1 januari 2019 voor wat Iriscare betreft.

Maar dat geldt niet voor de Diensten van het Verenigd College. Voor hen treedt het ontwerpbesluit immers maar in werking op een latere, door het Verenigd College te bepalen datum. Dat verschil is verantwoord wegens het vaste voornemen om de inwerkingtreding van het ontwerp te laten samenvallen met de inwerkingtreding van het nieuwe arbeidsreglement en daarmee van een nieuwe benadering van arbeid en management.

Het ontwerp van besluit houdt rekening met de overige opmerkingen van de Raad van State.

D. GOSUIN G. VANHENGEL

14 FEBRUARI 2019. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de organisatie van telewerk

Het Verenigd College,

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, artikel 79, § 1;

Gelet op de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan personen en Gezinsbijslag, artikel 37;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 29 januari 2018;

Gelet op het protocol 2018/55 van onderhandeling met de vakorganisaties, ondertekend op 30 mei 2018;

Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor ambtenarenzaken, gegeven op 13 september 2018;

Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 13 september 2018;

Gelet op het advies n° 64.334/4 van de Raad van State, gegeven op 22 oktober 2018, met toepassing van artikel 84, § 1er, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het evaluatieverslag van het ontwerpbesluit weerslag op de situatie van personen met een handicap, overeenkomstig artikel 4, § 3 van de ordonnantie van 23 december 2016...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT