Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot oprichting van een brandveiligheidscommissie voor de voorzieningen voor ouderen, de 7 mars 2024

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. ouderenvoorzieningen: de voorzieningen bedoeld in artikel 2, 4°, van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor ouderen, met uitzondering van a) en b), {beta};

  2. administratie: de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;

  3. Iriscare: de instelling van openbaar nut opgericht door de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;

  4. leidend ambtenaar: de leidend ambtenaar van Iriscare;

  5. brandweer: de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.

    Art. 2. Binnen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad wordt een brandveiligheidscommissie voor de ouderenvoorzieningen opgericht, hierna "de commissie" te noemen.

    Art. 3. De commissie heeft als opdracht om adviezen te verstrekken over de aanvragen tot afwijking van de specifieke brandveiligheidsnormen voor ouderenvoorzieningen die tot de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren.

    Art. 4. De beslissing over een aanvraag tot afwijking kan pas genomen worden nadat het advies van de commissie werd ingewonnen.

    Art. 5. De commissie is samengesteld uit de volgende leden:

  6. een ingenieur van de administratie die de commissie voorzit;

  7. twee brandveiligheidsdeskundigen die actief deel uitmaken van de brandweer;

  8. een deskundige met een bijzondere wetenschappelijke of technische bekwaamheid inzake brandveiligheid;

  9. een vertegenwoordiger van de sector.

    Voor elk lid van de commissie wordt een plaatsvervanger aangewezen. Die vervangt het lid bij verhindering.

    De helft van de leden van de commissie, alsook hun plaatsvervangers, behoren tot de Nederlandse taalrol, de andere helft tot de Franse taalrol.

    Art. 6. De leden van de commissie en hun plaatsvervangers worden aangesteld door de leidend ambtenaar.

    De duur van het mandaat van de leden van de commissie en van de plaatsvervangers bedraagt vier jaar. Het mandaat is hernieuwbaar.

    Het mandaat eindigt:

  10. als de duur ervan verstreken is;

  11. bij ontslag;

  12. bij overlijden.

    Het lid of de plaatsvervanger van wie het mandaat eindigt vóór de normale vervaldatum, wordt vervangen door een nieuw lid of een nieuwe plaatsvervanger. In dat geval voltooit het nieuwe lid of de nieuwe plaatsvervanger het mandaat van diegene die hij vervangt.

    Art. 7. Een lid van de commissie kan geen zitting...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT