Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel en van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de 17 février 2023

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van richtlijn 2010/18/EU van de Raad.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel

Art. 2. Artikel 2, § 1, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, wordt aangevuld met de bepaling onder 15°, luidende:

"15° flexibele werkregelingen: de mogelijkheid voor werknemers om hun werkregeling aan te passen, voorzien in het arbeidsreglement, onder meer door middel van telewerkregelingen, flexibele werkschema's of verminderde werkuren.".

Art. 3. In artikel 49 derde lid van hetzelfde besluit:

  1. wordt de bepaling onder 7° aangevuld met " en het verlof wegens dwingende familiale redenen;"

  2. wordt de bepaling onder 10° vervangen als volgt:

    "10° verlof voor loopbaanonderbreking voor palliatieve verzorging, in het kader van ouderschapsverlof, alsook in het kader van het verlof voor erkende mantelzorgers;"

    Art. 4. Artikel 167, § 2, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende:

    "6° in het kader van het verlof voor erkende mantelzorgers.".

    Art. 5. In artikel 168 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    1. in § 1 worden de woorden "voor palliatieve verzorging en in het kader van het ouderschapsverlof bedoeld in artikel 167, § 2, 4° en 5° " vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 167, § 2, 4°, 5° en 6° ";

    2. in § 2, lid 2, worden de woorden "of de adjunct-secretaris-generaal" vervangen door de woorden ", de adjunct-secretaris-generaal of hun afgevaardigde".

    Art. 6. Artikel 169 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

    "Art. 169. § 1. Bij gedeeltelijke loopbaanonderbreking worden de dienstprestaties ofwel dagelijks ofwel volgens een andere indeling van de werkweek, ofwel volgens een andere indeling van de vijftien dagen.

    In afwijking van het eerste lid kan de secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal of hun afgevaardigde beslissen voor sommige door hem bepaalde functies een indeling van de dienstprestaties per maand op te leggen.

    § 2. De ambtenaar mag gebruik van flexibele werkregelingen vragen in de gevallen bedoeld in artikel 167, § 2, 3°, 4°, 5° en 6°. De secretaris- generaal, de adjunct-secretaris-generaal of hun afgevaardigde onderzoekt en antwoordt op de aanvraag om flexibele werkregelingen binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de behoeften van zowel de ambtenaar als deze van de betrokken dienst.

    Hij motiveert de weigering of het uitstel van de toekenning van het verlof en van de flexibele werkregelingen schriftelijk.

    Wanneer flexibele werkregelingen worden toegekend heeft de ambtenaar het recht om terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling aan het einde van de overeengekomen periode. De ambtenaar heeft ook het recht om te vragen om terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling vóór het einde van de overeengekomen periode, wanneer een verandering in de omstandigheden dit rechtvaardigt.

    De secretaris-generaal, de adjunct-secretaris-generaal of hun afgevaardigde, onderzoekt een verzoek om eerder terug te keren naar de oorspronkelijke werkregeling en antwoordt binnen een redelijke termijn, rekening houdend met de behoeften van zowel de ambtenaar als deze van de betrokken dienst.

    § 3. Onverminderd artikel 170 kan de ambtenaar zijn functie hervatten vooraleer de periode van loopbaanonderbreking verstreken is met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden die per aangetekend schrijven aan de secretaris-generaal, de adjunct-secretaris- generaal of hun afgevaardigde ter kennis wordt gebracht, tenzij laatstgenoemde een kortere termijn aanvaardt.

    § 4. Onverminderd artikel 170, aan het einde van het verlof:

  3. de rechten die verworven zijn of zullen worden verworven, met inbegrip van wijzigingen voortvloeiend uit de wetgeving of nationale of regionale praktijk, zijn van toepassing;

  4. heeft de ambtenaar het recht zijn functie opnieuw uit te oefenen of, indien dat onmogelijk is, een gelijkwaardige functie, op voorwaarden die niet minder gunstig zijn voor hem, terug te keren;

  5. geniet de ambtenaar elke verbetering van de arbeidsvoorwaarden waarop hij recht zou hebben gehad indien hij geen verlof had opgenomen.".

    Art. 7. In artikel 176, tweede lid, 4°, van hetzelfde besluit worden de woorden ", voor erkende mantelzorgers, " ingevoegd tussen de woorden "palliatieve zorgen" en de woorden "of om bijstand".

    Art. 8. In artikel 183, eerste lid, 1° van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  6. het woord "vaderschapsverlof" wordt vervangen door het woord "geboorteverlof,";

  7. de woorden ", het verlof voor erkende mantelzorgers," worden ingevoegd tussen de woorden "ouderschapsverlof" en de woorden "of opvangverlof;".

    Art. 9. In artikel 194, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 september 2022, worden de woorden "de bevalling van de echtgenote of van de samenwonende partner van de ambtenaar, op het ogenblik van de gebeurtenis:" vervangen door de woorden "de geboorte van een kind indien de ambtenaar wordt erkend als de vader van dat kind of gelijkgestelde tweede ouder, om voor dat kind te zorgen:".

    Art. 10. Artikel 196 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

    " § 1. De ambtenaar heeft het recht afwezig te zijn wegens overmacht in verband met dringende familiale redenen in geval van ziekte of ongeval waardoor zijn onmiddellijke aanwezigheid vereist is.

    § 2. Met een maximum van vijfenveertig werkdagen per...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT