Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende steun aan ondernemingen die een contactberoep of een zogenaamde niet-essentiële activiteit uitoefenen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, de 24 juin 2021

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. minister: de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie;

  2. ministerieel besluit van 28 oktober 2020: het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

  3. de minimisverordening: de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, bekend gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie L352 van 24 december 2013;

  4. BEW: Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;

  5. KBO : de Kruispuntbank van Ondernemingen.

    Art. 2. De minister verleent, voor hun inkomensverlies in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, steun aan de ondernemingen die :

  6. ofwel verplicht werden op 27 maart 2021 een of meer vestigingseenheden gelegen in het Gewest te sluiten, op grond van artikel 8, § 4, van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 zoals van toepassing op 27 maart 2021;

  7. ofwel vanaf 27 maart 2021 hun activiteiten enkel hebben kunnen verderzetten via een systeem van bestellen en afhalen, van leveren, of via een systeem op afspraak, op grond van artikel 8bis van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 zoals van toepassing op 27 maart 2021.

    De steun wordt toegekend onder de voorwaarden bepaald in dit besluit.

    De gezondheidscrisis COVID-19 wordt erkend als een buitengewone gebeurtenis, als bedoeld in artikel 28 van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen.

    De steun wordt verleend onder de voorwaarden bedoeld in de de minimisverordening.

    De in dit besluit vastgestelde steunvoorwaarden zijn van toepassing onverminderd de in de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen vastgestelde voorwaarden.

    HOOFDSTUK 2. - Algemene steunvoorwaarden

    Art. 3. De begunstigde:

  8. is ingeschreven in de KBO op 31 december 2020;

  9. heeft, op 31 december 2020, een vestigingseenheid ingeschreven in de KBO op het grondgebied van het Gewest, oefent er een economische activiteit uit en beschikt er over personele middelen en eigen goederen die specifiek voor hem bestemd zijn;

  10. geniet de btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen bedoeld in artikel 56bis van het Btw-Wetboek niet;

  11. heeft een of meer van de premies bedoeld in de volgende besluiten niet genoten:

    1. het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/42 van 18 juni 2020 betreffende de toekenning van een premie voor de creatieve en culturele instellingen zonder winstoogmerk getroffen door COVID-19-crisis;

    2. het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 oktober 2020 treffende de steun tot vergoeding van de creatieve en culturele instellingen zonder winstoogmerk getroffen door de dringende maatregelen om de verspreiding van het COVID-19-virus te beperken;

  12. indien hij voor 1 januari 2019 in de KBO is ingeschreven, verklaart op eer dat zijn omzetverlies over de eerste vier maanden van 2021 ten opzichte van de eerste vier maanden van 2019 ten minste gelijk is aan het in artikel 8 of 10, naar gelang het geval, vastgestelde steunbedrag.

    Art. 4. De begunstigde heeft in 2019 een omzet verwezenlijkt die hoger dan 25.000 euro is.

    De omzet wordt bepaald op basis van de gegevens opgenomen in de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes van uiterlijk 24 juni 2021.

    In afwijking van het tweede lid, voor wat betreft de btw-eenheden in de zin van artikel 4, § 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, wordt de omzet bepaald op basis van de gegevens opgenomen in de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes van de btw-eenheid van uiterlijk 24 juni 2021 en een getuigschrift van een gecertificeerd accountant, een gecertificeerd belastingadviseur of een bedrijfsrevisor, dat de lijst van alle leden van de btw-eenheid en de maandelijkse of trimestriële omzet voor 2019 van alle leden van btw-eenheid bevat.

    Het eerste lid is niet van toepassing op de begunstigden ingeschreven in de KBO vanaf 1 januari 2019.

    Art. 5. De begunstigde die, in het kader van zijn beroepsactiviteiten, door een gerechtelijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan wordt gesanctioneerd op basis van artikel 26...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT