Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie, de 4 juillet 2019

Artikel 1. De Gewestelijke Ontwikkelingscommissie, hierna "de Commissie" genoemd, bestaat uit achttien effectieve leden.

Voor elk effectief lid wordt tevens een vervangend lid aangeduid.

Het vervangend lid zetelt wanneer het effectief lid afwezig of verhinderd is.

Wanneer het effectief lid verhinderd is, brengt hij zijn vervanger en het secretariaat van de Commissie daarvan op de hoogte.

Art. 2. § 1. Voor de aanwijzing van de 18 effectieve leden van de Commissie en hun vervangers schrijft de Regering een oproep tot kandidaten uit, die bekendgemaakt wordt in het Belgisch Staatsblad, op de website van de gewestbesturen die bevoegd zijn voor de in § 2 opgelijste aangelegenheden en op die van de Commissie.

§ 2. De leden worden aangewezen omwille van hun specifieke expertise, aangetoond op basis van hun diploma of hun erkende ervaring (van minstens 5 jaar) in de discipline. Het aantal leden per vertegenwoordigde discipline wordt als volgt vastgelegd :

  1. Stedenbouw en ruimtelijke ordening (3 leden),

  2. Mobiliteit (3 leden),

  3. Leefmilieu (3 leden),

  4. Economie (3 leden),

  5. Huisvesting (2 leden),

  6. Cultureel erfgoed (1 lid),

  7. Natuurlijk erfgoed (1 lid),

  8. Architectuur (2 leden).

§ 3. Negen van de leden van de Commissie worden voorgedragen door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement op basis van de lijst met kandidaten die geantwoord hebben op de door de Regering uitgeschreven kandidatuuroproep.

§ 4. De Regering benoemt de door het Parlement voorgedragen leden en wijst daarenboven 9 effectieve leden en hun vervangers aan op basis van de lijst met kandidaten die gereageerd hebben op de oproep tot kandidaten, rekening houdend met de disciplines die reeds vertegenwoordigd zijn door de benoemde leden.

§ 5. Bij de aanwijzing van de leden moet rekening gehouden worden met het beginsel dat twee derde van de kandidaten moet behoren tot de meest talrijke taalgroep en een derde tot de andere taalgroep.

§ 6. Bij de aanwijzing van de leden moet rekening gehouden worden met een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen, waarbij ten hoogste twee derde van de leden van een adviesorgaan van hetzelfde geslacht is.

§ 7. Het mandaat van de leden kan hoogstens eenmaal hernieuwd worden.

Art. 3. De benoemde leden mogen volgende functies of mandaten niet uitoefenen :

-elk gemeentelijk, provinciaal, gewestelijk, gemeenschaps-, federaal of Europees kiesmandaat,

- burgemeester;

- elk mandaat in een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn,

- lid van een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT