Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het beheer van de veiligheid van de vervoersystemen op sporen uitgebaat door de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer van Brussel, de 14 mars 2019

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :

  1. "MIVB" : de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB) bedoeld in de Ordonnantie van 22 november 1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

  2. "Het Gewest" : het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

  3. "de Minister" : de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die bevoegd is voor Mobiliteit;

  4. "Administratie" : de Administratie van de gewestelijke overheidsdienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat verantwoordelijk is voor Mobiliteit op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

  5. "Vervoersysteem op sporen" : tram- of metrosysteem uitgebaat door de MIVB om het reizigersvervoer te verzekeren. Elk vervoersysteem bestaat uit :

    a) de volgende software- en materiële subsystemen :

    i. infrastructuren, transportkokers, haltes en stations, inclusief alle daarin geplaatste uitrustingen;

    ii. uitrusting voor besturing en seingeving;

    iii. energie;

    iv. rollend materieel;

    v. de interfaces en interacties tussen de hierboven vermelde subsystemen met :

    - de elementen van de stedelijke omgeving;

    - de werkplaatsen en stelplaatsen van de MIVB;

    b) exploitatie-, onderhouds- en veiligheidsregels, inclusief de nood- en interventieplannen;

    c) een organisatiestructuur.

  6. "Metrosysteem" : transportsysteem op sporen uitgebaat met rijtuigen voor stedelijk openbaar vervoer die ontworpen zijn om te rijden op sporen die zijn ingeplant in een volledig afgebakende en exclusieve spoorwegsite. Deze spoorwegsites komen niet in contact met de weg. Het metrosysteem wordt gekenmerkt door het gegeven dat de besturing van de voertuigen uitsluitend gebeurt op basis van lichtseinen en automatische snelheidscontrole;

  7. "Tramsysteem" : transportsysteem op sporen uitgebaat met rijtuigen voor stedelijk openbaar vervoer die ontworpen zijn om te rijden op sporen die ingepland kunnen zijn op de openbare weg of in een tunnel. Een tramsysteem kan op de weg samen bestaan met andere vervoersystemen. Het wordt gekenmerkt door het gegeven dat de besturing van de voertuigen meestal "op zicht" gebeurt, met uitzondering voor de pre-metro, dit is het gedeelte van het tramsysteem dat wordt uitgebaat in een tunnel en dat beveiligd wordt door lichtseinen en een automatische snelheidscontrole;

  8. "Veiligheidsbeheersysteem" of "V.B.S." : De organisatie, modaliteiten en de procedures opgesteld door de MIVB ter beheer van de veiligheid betreffende haar eigen werkzaamheden;

  9. "Veiligheid" : de afwezigheid van een onaanvaardbaar risico op schade voor personen en materieel verband houdende met de exploitatie van een van de vervoersystemen op sporen; waarbij de notie van veiligheid zoals gedefinieerd in de wetgeving betreffende het welzijn op het werk en de notie van veiligheid in verband met opzettelijke handelingen uitsluit;

  10. "Risico" : de frequentie waarmee zich tot schade leidende ongevallen en incidenten voordoen en de ernst van die schade;

  11. "Referentiesysteem voor de beoordeling van de veiligheid" : het geheel van de veiligheidsdoelstellingen, de bewijsmodaliteiten van de veiligheid, de normen en goede praktijken, die voorafgaand aan elke beoordelingsopdracht worden vastgelegd en die een externe beoordelingsinstantie of een onafhankelijke interne beoordelaar moet hanteren voor de beoordeling van een belangrijke wijziging;

  12. "Wijziging" : realisatie van een nieuw vervoersysteem op sporen of wijziging van een deel van een vervoersysteem op sporen die betrekking heeft op één of meerdere in 5° gedefinieerde elementen;

  13. "Belangrijke wijziging" : wijziging die een potentiële impact heeft op de veiligheid en die in functie van volgende criteria belangrijk wordt geacht :

    a) gevolg bij faling : meest ongunstige aannemelijke scenario bij faling ten gevolge van de wijziging, rekening houdend met de bestaande veiligheidsmechanismen buiten het te beoordelen systeem of subsysteem;

    b) nieuwigheid die door de wijziging wordt geïntroduceerd : dit betreft zowel innovaties in de sector van het vervoer op sporen als innovaties voor de organisatie die de wijziging invoert;

    c) complexiteit van de wijziging;

    d) toezicht : het onvermogen om toezicht te houden op de wijziging nadat die werd uitgevoerd en tijdens de hele periode waarin de wijziging gebruikt en commercieel uitgebaat wordt, en het onvermogen om adequaat te reageren op de resultaten van dit toezicht;

    e) omkeerbaarheid : de onmogelijkheid om het gewijzigde transportsysteem te herstellen in de toestand vóór de wijziging;

    f) additionaliteit : de beoordeling van het belang van de wijziging, rekening houdend met alle veiligheidsgebonden wijzigingen die momenteel op het gewijzigd vervoersysteem worden uitgevoerd en die niet belangrijk geacht werden.

  14. "Grote belangrijke wijziging" : belangrijke wijziging die volgens de in het V.B.S. voorziene voorwaarden beschouwd wordt als een dermate belangrijk project of programma dat de goedkeuring van de Minister vereist is;

  15. "Kleine belangrijke wijziging" : elke belangrijke wijziging die niet als een grote wijziging beschouwd wordt;

  16. "Programma" : geheel van aan elkaar gekoppelde en op een gecoördineerde manier beheerde projecten;

  17. "Initiatiefnemer" : entiteit binnen of buiten de MIVB die een wijziging wil realiseren;

  18. "Beoordeling" : inspectieprocedure die door een onafhankelijke externe beoordelingsinstantie of een onafhankelijke interne beoordelaar wordt uitgevoerd met het oog op de beoordeling van de geschiktheid van een vervoersysteem, dat een belangrijke wijziging ondergaat, om te voldoen aan de in het referentiesysteem voor de beoordeling van de veiligheid bepaalde veiligheidsvereisten;

  19. "Externe beoordelingsinstantie" : organisatie of entiteit met rechtspersoonlijkheid, juridisch onafhankelijk van de MIVB en van de initiatiefnemer, die door de Minister is erkend en als taak heeft om de beoordeling van de belangrijke wijzigingen en de certificeringsaudits van het V.B.S. uit te voeren;

  20. "Onafhankelijke interne beoordelaar" : werknemer van de MIVB die beantwoordt aan de voorwaarden van het V.B.S. met betrekking tot de uitvoering van beoordelingsopdrachten voor kleine belangrijke wijzigingen;

  21. "Certificering" : voortdurende controleprocedure van het V.B.S. door een erkende externe beoordelingsinstantie;

  22. "Goedkeuring" : beslissing van de Minister voor grote belangrijke wijzigingen, of van de bestuurder - directeur-generaal van de MIVB voor kleine belangrijke wijzigingen, voor de goedkeuring voor de commerciële indienststelling van een belangrijk gewijzigd vervoersysteem op sporen, waarvoor door een onafhankelijke erkende beoordelingsinstantie of een onafhankelijke interne beoordelaar een beoordeling werd afgeleverd;

  23. "Veiligheidsdossier" : documentatie opgesteld door de initiatiefnemer in de loop van de realisatie van de wijziging, die aantoont dat de belangrijke wijziging overeenkomstig met het referentiesysteem voor de beoordeling van de veiligheid werd uitgevoerd;

  24. "Europese Richtlijn inzake veiligheid op het spoor" : Richtlijn 2016/798 van het Europees Parlement en van de Europese Raad van 11 mei 2016 inzake veiligheid op het spoor;

  25. "Parameters voor het aantonen van de veiligheid" : beschrijving van de activiteiten voor de bewijsvoering van de veiligheid, inclusief het aantal, de opeenvolging, de vorm en inhoud van de rapporten die de naleving van de in het referentiesysteem voor de beoordeling van de veiligheid vastgelegde veiligheidsvereisten moeten aantonen;

  26. "Corporate Safety Manager" : persoon gemachtigd door de bestuurder - directeur-generaal van de MIVB die als opdracht heeft om de strategie inzake veiligheid van vervoersystemen op sporen voor te bereiden en om deze strategie binnen de MIVB toe te passen;

  27. "European Accreditation Multi Lateral Agreement (EA MLA)" : wederzijds erkenningsakkoord tussen de leden van de organisatie zonder winstoogmerk EA (European Accreditation), waarmee de ondertekenaars erkennen en aanvaarden dat de door de ondertekenaars uitgevoerde accreditatiesystemen gelijkwaardig zijn en dat de resultaten van de beoordelingen die de door de ondertekenaars geaccrediteerde beoordelingsorganen aanreiken, betrouwbaar zijn;

  28. "Register van de veiligheidsgebonden wijzigingen" : register dat door de MIVB wordt bijgehouden waarin alle geplande, aan de gang zijnde of uitgevoerde belangrijke wijzigingen worden gebundeld, na inwerkingtreding van dit besluit;

  29. "Referentiesysteem voor de inspectie van het V.B.S." : het geheel van door de MIVB voorgestelde vereisten voor het veiligheidsbeheer op basis waarvan de externe beoordelingsinstantie zijn certificeringsaudit van het V.B.S. uitvoert.

    Art. 2. § 1. Dit besluit definieert voor alle vervoersystemen op sporen, de vereisten met betrekking tot :

  30. het bij de geplande wijzigingen horende risicobeheer;

  31. de bewijsvoering van de veiligheid, de beoordeling en de goedkeuring voor de commerciële ingebruikname in het kader van de belangrijke wijzigingen;

  32. de certificering van het V.B.S.

    § 2. Dit besluit is niet van toepassing op de volgende situaties :

  33. In geval van reparatie van een beschadigd vervoersysteem op sporen;

  34. Bij wijzigingen die werden aangebracht aan de vervoersystemen op sporen omwille van een onvoorziene gebeurtenis of een geval van overmacht;

  35. bij dringende wijziging van een vervoersysteem op sporen omwille van dienstredenen.

    De in het eerste lid vermelde situaties zijn tijdelijke situaties aangezien ze een terugkeer inhouden naar de oorspronkelijke situatie van het gewijzigde vervoersysteem op sporen.

    § 3. Buiten het geval van de materiële interfaces bedoeld in artikel 1, 5°, a), v, zijn de bepalingen van dit besluit niet van toepassing op het beheer van de veiligheid in de stelplaatsen en werkplaatsen.

    § 4. De bepalingen van dit besluit zijn niet van toepassing op het beheer van de veiligheid van de weginfrastructuur, noch op de noties van veiligheid en welzijn op het werk...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT