Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende bijzondere bepalingen met betrekking tot de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van ambtenaren van Federale Overheidsdienst Financiën die overgeheveld worden naar de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de overname van de dienst van de gewestelijke belastingen, de 29 novembre 2018

TITEL 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de ambtenaren van federale overheidsdiensten die worden overgeheveld in het kader van overname van de dienst van één of meerdere van de gewestelijke belastingen bij toepassing van artikel 5, § 3, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten.

Art. 2. De ambtenaren bedoeld in artikel 1 worden naar de dienst van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit overgeheveld. Ze worden van rechtswege, vanaf hun overbrenging, ambtenaren van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.

Art. 3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. statuut:

    - het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de ambtenaren overgeheveld ten laatste op 30 maart 2018 ;

    - het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel voor de ambtenaren overgeheveld na 30 maart 2018.

  2. ambtenaar: een ambtenaar of een stagiair die overgeheveld wordt van een federale overheidsdienst naar de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.

    TITEL 2. - De omzetting van de graden en de anciënniteit

    Art. 4. Worden benoemd op basis van de omzetting van hun graad in een graad waarin het statuut voorziet en die vermeld wordt in de linkerkolom van de bijlage bij dit besluit en genieten de daaraan verbonden weddeschaal, de ambtenaren die op de vooravond van hun overheveling een graad bezitten die behoort tot de graad of graadcategorie ernaast, in de rechterkolom.

    Art. 5. De ambtenaren behouden hun dienst-, graad- en niveauanciënniteit alsook hun geldelijke anciënniteit zoals vastgesteld op de vooravond van de datum van hun overheveling.

    De anciënniteit bedoeld in het eerste lid die verworven is bij een overheidsdienst van waaruit de ambtenaar overgeheveld is, blijft verworven, ongeacht de berekeningswijze voor de anciënniteit die van kracht is bij deze dienst.

    Art. 6. De effectieve diensten worden gepresteerd in de laatste weddeschaal die de ambtenaren genoten op de vooravond van de datum van hun overheveling gevaloriseerd als schaalanciënniteit.

    Als het gaat om deeltijdse prestaties, wordt er met de duur van de effectief gepresteerde diensten rekening gehouden voor de berekening van de schaalanciënniteit.

    TITEL 3. - Bevordering door overgang naar een hoger niveau

    Art. 7. De rijksambtenaren die in de federale overheidsdienst waartoe zij voor hun overdracht behoorden geslaagd zijn voor een vergelijkende selectie voor overhang naar het hogere niveau, behouden in de diensten van de Regering nut de aanspraken op bevordering die zij door dit slagen hebben verworven.

    Voor hun rangschikking worden de geslaagden geacht deze selectie of deze proef te hebben afgelegd in de diensten van de Regering.

    Indien het over vergelijkende selecties gaat waarvan het proces-verbaal op dezelfde datum is afgesloten, worden de geslaagden onderling gerangschikt alsof het om een zelfde selectie ging.

    Indien het over vergelijkende selecties gaat waarvan het proces-verbaal op verschillende data is afgesloten, wordt voorrang verleend aan de geslaagden voor de selectie waarvan het proces-verbaal op de verst afgelegen datum werd afgesloten.

    TITEL 4. - Wedde, toelagen, premies en vergoedingen

    HOOFDSTUK 1. - Wedde

    Afdeling 1. - De weddeschalen

    Art. 8. De ambtenaren ontvangen op de datum van hun overheveling een wedde minimum gelijk aan deze die ze genoten op de vooravond van de datum van hun overheveling.

    Art. 9. Als de wedde die toegekend wordt, in toepassing van de regels van de normale functionele loopbaan en de versnelde functionele loopbaan zoals bepaald door het statuut, in de schaal die overeenstemt met de nieuwe graad van de ambtenaar, lager is dan de wedde die de ambtenaar kreeg op de vooravond van zijn/haar overheveling, dan behoudt de ambtenaar de weddeschaal waarvan hij genoot op de vooravond van zijn/haar overheveling.

    Het recht op deze weddeschaal eindigt van rechtswege wanneer:

  3. de weddeschaal die overeenstemt met de graad van de ambtenaar gelijk of

  4. de nieuwe weddeschaal, door de toepassing van de regels van de normale functionele loopbaan en van de versnelde functionele loopbaan, gelijk of hoger is of;

  5. de nieuwe weddeschaal, naar aanleiding van een bevordering in de hiërarchische loopbaan, een bevordering via de overgang naar een hoger niveau of de aanwijzing in een mandaatfunctie...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT