Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de regels die van toepassing zijn op de woningen die door openbare vastgoedbeheerders en door de sociale verhuurkantoren te huur worden gesteld, de 21 décembre 2017

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Afdeling 1. - Definities

Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. Referentiejaar: het op twee na laatste jaar voorafgaand aan de datum van de toewijzing van de woning ;

  2. Code : de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode;

  3. Kostprijs: het geheel van kosten in verband met de geconventioneerde woning die te huur gesteld wordt, gedragen door de begunstigde van de gewestelijke subsidie die met de woning verband houdt, met inbegrip van de aankoopkosten, waarvan de echtheid verantwoord kan worden door bewijsstukken, met uitzondering van de onrechtstreekse kosten;

  4. De totale kostprijs van een operatie: som van de noodzakelijke kosten en uitgaven voor de verbouwing, de aankoop of onteigening van een gebouw en, in voorkomend geval, voor het herstel van dit gebouw, in het kader van een project voor de productie van woningen, alle kosten, honoraria en taksen inbegrepen;

  5. Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

  6. Minister: de minister of de staatssecretaris tot wiens bevoegdheid Huisvesting behoort;

    Afdeling 2. - toepassingsgebied

    Art. 2. Onderhavig besluit is van toepassing op de volgende openbare vastgoedbeheerders (hierna "de openbare vastgoedbeheerders "), onder die vermeld in artikel 2, § 1, 4° van de Brusselse Huisvestingscode, wanneer ze woningen te huur stellen:

  7. de gemeenten,

  8. de OCMW's,

  9. de autonome gemeentelijke regie,

  10. de Grondregie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,

  11. de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (GOMB).

    Behalve wanneer de woning door een sociaal verhuurkantoor in beheer genomen is, is de openbare vastgoedbeheerders ertoe gehouden om de naleving van de bepalingen van het besluit te vrijwaren wanneer het beheer of de toewijzing van de woning of de selectie van de huurder aan een derde toevertrouwd wordt.

    Afdeling 3. - Bekendmaking en informatieplicht

    Art. 3. De verplichte jaarlijkse mededeling van de door artikel 25 van de Code bedoelde inventaris van de woningen gebeurt in papieren vorm of per e-mail die geauthenticeerd is met een geavanceerde elektronische handtekening. De ontvangst van de via elektronische weg verzonden inventaris wordt door een ontvangstbewijs bevestigd. Deze mededeling gebeurt volgens het model bepaald in bijlage 1 van dit besluit en is gericht aan de gewestelijke administratie belast met Huisvesting. De gemeenten en OCMW's maken de inventaris ieder afzonderlijk ook over naar de gewestelijke administratie die belast is met het toezicht op de gemeenten of aan de administratie die het toezicht op de OCMW's uitoefent.

    Art. 4. Zodra het toewijzingsreglement bedoeld in artikel 26 van de code door het bevoegde orgaan van de openbare vastgoedbeheerders goedgekeurd is, wordt het, niettegenstaande de vereiste officiële wijzen van bekendmaking, op toegankelijke wijze op de website van de openbare vastgoedbeheerders gepubliceerd. Indien hij niet over een website beschikt, maakt hij aan iedereen die hem dat vraagt een kopie van zijn toewijzingsreglement over.

    Zodra het bovenvermelde toewijzingsreglement door het bevoegde orgaan bij de openbare vastgoedbeheerders goedgekeurd is, wordt het toewijzingsreglement, in papieren versie en in elektronisch formaat, aan de gewestelijke administratie belast met Huisvesting overgemaakt. De gemeenten en OCMW's sturen het ieder afzonderlijk ook door naar de gewestelijke administratie die belast is met het toezicht op de gemeenten of aan de administratie die het toezicht over de OCMW's uitoefent.

    De leden 1 en 2 van onderhavige bepaling zijn ook voor elke wijziging van het reglement van toepassing. De openbare vastgoedbeheerders waakt erover om, bij elke wijziging, dit op zijn website te publiceren en een geconsolideerde versie van zijn toewijzingsreglement overeenkomstig bovenvermelde leden mee te delen.

    Afdeling 4. - Het toewijzingsreglement

    Art. 5. § 1. De openbare vastgoedbeheerders keurt, voor de toewijzing van zijn woningen, een algemeen toewijzingsreglement goed.

    Voor elke categorie van openbare vastgoedbeheerders moet toewijzingsreglement met de modellen in bijlagen 2 tot 5 van dit besluit overeenstemmen.

    Alle woningen die te huur worden gesteld door de openbare vastgoedbeheerders, ook wanneer deze er aan een derde die niet een SVK is, afstaat voor beheer, met uitzondering van de transitwoningen zoals bepaald in artikel 2, 22° van de Code, worden toegewezen in naleving van het toewijzingsreglement.

    § 2. In toepassing van artikel 198 van de Code kan de openbare vastgoedbeheerders, uitzonderlijk en in naleving van het gelijkheidsbeginsel en transparantiebeginsel,, een van huidig besluit afwijkend regime vaststellen gerechtvaardigd door specifieke maatregelen bestemd om de nadelen te voorkomen of te compenseren in verband met een van de beschermde criteria die in artikel 193, 1° van de Code opgenomen zijn, om zo in de praktijk een volledige gelijkheid te garanderen.

    De overeenkomst of eenzijdige akte met algemene draagwijdte waarop dit afwijkend regime gestoeld is, wordt na eensluidend advies van de Regering goedgekeurd. Daartoe maakt de openbare vastgoedbeheerders de overeenkomst of de eenzijdige akte aan het Regeringslid bevoegd voor Huisvesting over.

    Dit advies kan met voorwaarden gepaard gaan.

    In het kader van haar eensluidend advies gaat de Regering na of de volgende voorwaarden vervuld zijn:

  12. er bestaat een manifeste ongelijkheid;

  13. het verdwijnen van deze ongelijkheid wordt als nagestreefde doelstelling van het afwijkende regime aangemerkt;

  14. het voorgestelde afwijkende regime is van tijdelijke aard en bestemd om te verdwijnen zodra de beoogde doelstelling bereikt is;

  15. het voorgestelde afwijkende regime perkt niet onnodig de rechten van anderen in.

    De Regering beschikt over 45 dagen om een uitspraak te doen. Deze termijn kan op vijfenzeventig dagen gebracht worden op vraag van het Regeringslid bevoegd voor Huisvesting wanneer dat verantwoord wordt door de noodzaak om voor het hem voorgelegde ontwerp verduidelijkingen te bekomen of aanpassingen overeen te komen.

    Wanneer deze termijn verstreken is, wordt het advies geacht ongunstig te zijn.

    § 3. Van het eensluidend advies bedoeld in paragraaf 2 moet aan de openbare vastgoedbeheerders kennisgegeven zijn vooraleer om het even welke individuele beslissing tot toewijzing van een woning in toepassing van het afwijkende regime voorzien in paragraaf 2 goedgekeurd wordt.

    Afdeling 5. - Het register

    Art. 6. § 1. Overeenkomstig artikel 27, § 1 van de Code houdt de openbare vastgoedbeheerders een register bij met, in chronologische volgorde van de indiening van de aanvragen, de geanonimiseerde lijst van de aanvragers voor de toewijzing van een van die woningen.

    Het register bevat het nummer van de kandidatuur, de inschrijvingsdatum, de gezinssamenstelling en het type woning dat aangevraagd wordt.

    Dit register vermeldt, voor elke aanvrager geïdentificeerd door een volgnummer:

  16. de verschillende kenmerken van zijn situatie waarmee rekening gehouden wordt bij het toewijzen van de woning, met uitzondering van zijn identiteit. Het gaat zowel om informatie die het mogelijk maakt om het aangepaste karakter van een beschikbare woning te bepalen, als bij wijze van niet exhaustieve voorbeelden, de gezinssamenstelling, de gezondheidstoestand of het bestaan van een beperking, als om elementen die het de aanvrager toelaten één of ander wegingscriterium in overweging te laten nemen overeenkomstig artikel 29, lid 2 van de Code;

  17. in voorkomend geval, de woning die hem toegewezen werd;

  18. in voorkomend geval, het adres van deze woning;

  19. in voorkomend geval, de datum van de toewijzingsbeslissing;

  20. in voorkomend geval, zijn aanspraak op de huurtoelage;

  21. in voorkomend geval, het motief tot schrapping uit het register.

    In geval van wijziging van de kenmerken van de situatie van de aanvrager wordt het register zo snel mogelijk aangepast.

    Het register vermeldt geen identiteit van de aanvragers. Het verband tussen elk registernummer en de identiteit van de aanvrager is enkel toegankelijk voor de operator, de gemachtigde ambtenaar en de beroepsinstantie.

    Het register kan worden geraadpleegd door op zijn minst de aanvragers, de gemeenteraadsleden, de leden van de raden van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van de betrokken gemeente en de leden van het Parlement en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

    § 2. Om het beheer van zijn patrimonium te faciliteren kan de openbare vastgoedbeheerder, in naleving van de gelijkheids- en transparantiebeginselen, aanvullende gedifferentieerde lijsten bijhouden in functie van de kenmerken van de woningen (aantal gevraagde slaapkamers, aangepaste woning voor personen met een beperkte mobiliteit, enz.), steeds mits inachtneming van de chronologische volgorde.

    § 3. De gegevens die in de registers opgenomen zijn, worden opgeslagen op een zodanige wijze dat ze in geen enkel geval gewijzigd kunnen worden en zodat ze conform § 1 geraadpleegd kunnen worden.

    Afdeling 6. - Toewijzing van de woningen

    Art. 7. § 1. De toe te wijzen woning moet aan het gezin van de kandidaat-huurder aangepast zijn.

    Haar toewijzing gebeurt volgens de chronologische volgorde van de inschrijvingen in het kandidatenregister dat door middel van de door het toewijzingsreglement voorziene criteria gewogen wordt behalve:

  22. indien het nodig is om het afwijkingsmechanisme bedoeld in artikel 5 § 2 van dit besluit toe te passen;

  23. wanneer de aanvrager zich in extreme nood bevindt;

  24. wanneer de toewijzing betrekking heeft op de verhuur van woningen die voor het gebruik van als gehandicapte erkende personen aangepast zijn;

  25. wanneer de woningen voor ouderen ontworpen zijn en zij de begunstigden van specifieke diensten zijn;

  26. wanneer de toewijzing in het kader van een mutatie gebeurt;

  27. wanneer de toewijzing gebeurt in het kader van een herhuisvestingsplan voor huurders van woningen die door de openbare vastgoedbeheerder beheerd worden en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT