Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van een opvolgings- en rapporteringshulpmiddel ter bepaling van de reële kostprijs van het water in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot opheffing van het besluit van 22 januari 2009 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van een gestandaardiseerd boekhoudplan van de watersector in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de 3 décembre 2015

HOOFDSTUK 1. - Voorafgaande bepalingen

Afdeling 1. - Voorwerp

Artikel 1. Het huidige besluit beoogt de door de wateractoren toe te passen regels vast te stellen om de reële kostprijs van het water te bepalen, zoals vastgelegd in artikel 38 van de ordonnantie.

Afdeling 2. - Definities

Art. 2. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder:

- 1° "ordonnantie": de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid;

- 2° "wateractoren": de rechtspersonen die in welke hoedanigheid tussenkomen in het beheer van de waterkringloop in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;

- 3° "Interact (of "I/Act" afgekort)": de verzamelnaam die gebruikt wordt om over de financiële stromen tussen de wateractoren te praten;

- 4° "productie": de onttrekking, de behandeling, het transport en het vervoer van drinkwater gewonnen in of buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de opslag van dit water bestemd voor menselijke consumptie, voor zover het geleverd is of bedoeld is om geleverd te worden door een openbaar distributienet. Het einde van de productieactiviteit wordt vastgesteld op de hoofdmeter van de distributie en valt samen met het begin van het distributienet;

- 5° "distributie": de distributie van drinkwater bestemd voor menselijke consumptie evenals het operationeel geïntegreerd beheer van de infrastructuren voor die waterdistributie;

- 6° "voorziening": de voorzieningsdienst omvat de zogenaamde productie- en distributieactiviteiten, zoals deze gedefinieerd worden in de zin van onderhavig besluit;

- 7° "opvang": het concept, de opzet en het beheer van de infrastructuren voor de opvang van stedelijk afvalwater, de bufferopslag en de regulering van de stromen, met name de werken en infrastructuren waarvan het debiet bij droog weer gelijk is aan nul;

- 8° "zuivering": het concept, de opzet en het beheer van de infrastructuren voor de behandeling van stedelijk afvalwater;

- 9° "sanering": de saneringsdienst omvat de zogenaamde opvang- en zuiveringsactiviteiten, zoals deze gedefinieerd worden in de zin van onderhavig besluit;

- 10° "omzet": het bedrag van de verkopen en de verlening van diensten aan de eindverbruiker en in verband met de verrichte productie, distributie, opvang en zuivering. De belasting over de toegevoegde waarde en de andere belastingen die direct verbonden zijn aan de omzet, zijn niet in dit bedrag begrepen. Dit bedrag houdt alleen rekening met de daadwerkelijke geleverde prestaties; bijgevolg worden de aan de eindverbruikers gerichte factureringen met betrekking tot nog niet verrichte prestaties niet bij de omzet meegeteld. Het neemt echter wel de daadwerkelijk geleverde prestaties die nog niet gefactureerd werden, mee in aanmerking.

- 11° "vaste activa": bedrijfsinvesteringen eigen aan elke activiteit buiten de activa bestemd voor functionele diensten die in het algemeen gemeenschappelijk zijn voor de voorzienings- en saneringsdiensten;

- 12° "exploitatiepersoneel": het personeel bestemd voor de activiteit op het terrein tegenover het personeel van de functionele diensten werkend voor de voorzienings- en saneringsdiensten;

- 13° "koninklijk besluit van 30 januari 2001": het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen;

- 14° "het Instituut": het Brussels Instituut voor Milieubeheer, opgericht door het koninklijk besluit van 8 maart 1989;

- 15° "rapportering": alle gegevens die aan het Instituut meegedeeld moeten worden door de wateractoren zoals bepaald en uitdrukkelijk geformuleerd in het huidige besluit;

- 16° "rechtstreekse kosten": de kosten die rechtstreeks verband houden met één enkele activiteit (productie, distributie, opvang, zuivering, aanverwant) en die niet het voorwerp moeten uitmaken van een verdeling over deze verschillende activiteiten;

- 17° "onrechtstreekse kosten": de kosten die verband houden met meer dan één activiteit (productie, distributie, opvang, zuivering, aanverwant) en die verdeeld moeten worden over de desbetreffende activiteiten, zoals bepaald bij artikel 5 van het huidige besluit;

- 18° "prestatie-indicatoren": de meetbare elementen die de jaarlijkse verbetering of verslechtering van een factor in kwalitatief of kwantitatief opzicht kunnen bevestigen. De prestatie-indicatoren of kortweg 'KPI' worden in de bijlage voorgesteld en worden op jaarbasis berekend;

- 19° "bijdrage": de door de wateractoren ontvangen inkomsten uit de aan de eindverbruikers bezorgde facturen en de met de zelfproducenten ondertekende saneringscontracten in overeenstemming met artikel 36, § 4, van de ordonnantie;

- 20° "huishoudelijke sector": sector waarvoor het waterverbruik verband houdt met gezinnen en het voorwerp uitmaakt van een progressieve tarifering;

- 21° "professionele sector": sector die het verbruik omvat van de bedrijven alsook het verbruik van het door de zelfproducenten gewonnen water in het kader van hun professionele activiteiten;

- 22° "verbruik van de bedrijven": verbruik van de professionele sector, wat de sociaaleconomische activiteiten van de primaire en/of secundaire en/of tertiaire sector omvat;

- 23° "zelfproducent": natuurlijke of rechtspersoon die rechtstreeks water verbruikt, dat verkregen werd door oppomping uit de grondwaterlaag, zoals gedefinieerd bij artikel 5, 60° van de ordonnantie;

- 24° "verbruikte volumes": volumes drinkwater die in de loop van het respectieve boekjaar verdeeld worden door de wateractor belast met de distributie aan de eindverbruikers van de huishoudelijke en/of professionele sector;

- 25° "geloosde volumes": volumes water die verdeeld en geloosd worden door de huishoudelijke en/of professionele sector in het gemeentelijke leidingnet dat beheerd wordt door de wateractor die instaat voor de opvang;

- 26° "behandelde volumes": volumes water behandeld door de met de zuivering belaste wateractoren;

- 27° "aanpassing voor vervuilende belasting": terugbetaling of te betalen toeslag aan/door natuurlijke of rechtspersonen die op forfaitaire en/of reële basis onderworpen zijn aan de gewestelijke zuiveringsretributie zoals gedefinieerd in bijlage 3 van het beheerscontract tussen de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer;

- 28° "RWZI": de afkorting die gebruikt wordt om een openbare zuiveringsinstallatie aan te duiden;

- 29° "EBC": de Europese vergelijkende samenwerking (European Benchmarking Co-operation - EBC) is een initiatief op vrijwillige basis zonder winstoogmerk ter verrichting van een voor de watersector bestemde, internationale vergelijkende analyse;

- 30° "leidingwaterbesluit": het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 24 januari 2002 betreffende de kwaliteit van het leidingwater;

- 31° "aanverwante activiteit": elke andere activiteit die door de wateractoren wordt uitgeoefend, naast de productie en/of de distributie en/of de opvang en/of de zuivering.

- 32° "reële kostprijs van het water": de totaliteit van de kosten van de waterdiensten, ten einde rekening te kunnen houden met het beginsel van terugwinning van de kosten.

Afdeling 3. - Algemene beginselen

Art. 3. § 1. Dit besluit omschrijft de toe te passen regels voor de uitwerking van een rapportering per activiteit (productie, distributie, opvang, zuivering en aanverwante activiteiten).

§ 2. Elke wateractor bezorgt het Instituut de in het huidige besluit vastgelegde rapportering voor de activiteiten die hem aanbelangen.

§ 3. De bezorging zal uitsluitend gebeuren via de door het Instituut ter beschikking gestelde informaticatool en in overeenstemming met de bepalingen van het huidige besluit.

§ 4. Elke wateractor laat de rapporteringen bevestigen door een erkende bedrijfsrevisor. Deze laatste vergewist zich van de overeenstemming tussen de analytische en de algemene boekhouding in de rapportering.

§ 5. Het Instituut behoudt een controlebevoegdheid over de tool en de toegepaste berekeningsmethoden krachtens artikel 38 van de ordonnantie en neemt de consolidatie van de bezorgde rapporteringen voor zijn rekening ter bepaling van de reële kostprijs van het water. Hiertoe zullen de bezorgde gegevens onderworpen kunnen worden aan een externe audit die zich over de gegrondheid zal uitspreken van de ingevoerde eigen methodologie van elke wateractor.

Art. 4. De aan de wateractoren opgelegde rapporteringen omvatten:

- een detail van de rechtstreekse kosten per activiteit (productie, distributie, opvang, zuivering, aanverwant) met identificatie van de interacts,

- een detail van de over alle activiteiten verdeelde onrechtstreekse kosten,

- een detail van de interactstromen,

- een detail van de bijdragen,

- een detail waarmee de terugwinningspercentages van de kosten berekend kunnen worden,

- een vijfjarig prospectief investerings- en financieringsplan,

- alsook een met de prestatie-indicatoren verband houdende bijlage.

De interactstromen zullen geëlimineerd worden bij de door het Instituut verrichte consolidatie.

Art. 5. § 1. De onrechtstreekse kosten zullen verdeeld worden over de productie-, distributie-, opvang-, zuiverings- en alle overige aanverwante activiteiten op basis van:

- door de wateractoren voorgestelde, relevante verdeelsleutels. Deze moeten in de bijlage bij de rapportering gerechtvaardigd en door het Instituut gevalideerd worden.

- Zo niet, zal er een algemene verdeelsleutel bepaald worden vanaf de volgende gewogen parameters:

o omzet: 25%;

o vaste activa (in nettowaarde): 15%;

o door het rechtstreekse bedrijfspersoneel gepresteerde uren: 60%.

§ 2. De tijdens het eerste boekjaar door de wateractoren voorgestelde verdeelsleutels zullen als referentiesleutels gebruikt worden voor de daaropvolgende boekhoudplannen. Daarna zal elke wijziging van één van deze verdeelsleutels van het ene op het andere jaar altijd gemotiveerd en gerechtvaardigd moeten worden.

Art. 6. De gegevens in verband met de kostprijs van de door de wateractoren geleverde goederen en diensten worden tegen hun aanschaffingswaarde in de rapportering opgenomen.

HOOFDSTUK 2. - Rapportering "Voorziening"

...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT