Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen, de 17 septembre 2015

Artikel 1. Artikel 1, lid 2, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen wordt door de volgende tekst vervangen :

'Het is niet toepasbaar op de verhuur van gebouwen of gedeelten ervan die bestemd zijn voor hetzij commercieel gebruik, hetzij een openbare dienst, hetzij woningen beschouwd als dienstwoning. Het is ook niet van toepassing op de verhuur van garages.'

Art. 2. Artikel 2, lid 1, 9°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen wordt door de volgende tekst vervangen :

'9° Gehandicapte persoon : de persoon erkend als gehandicapte overeenkomstig artikel 135, eerste lid, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. Bovendien wordt de persoon die door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid is erkend als persoon met een handicap voor meer dan 66 % na de leeftijd van 65 jaar erkend als persoon met een handicap voor de toepassing van de artikelen 3, 2°, 4, § 1 en 9, § 1, 4° '.

Art. 3. Artikel 2, lid 1, 10°, 3e streepje, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen wordt door de volgende tekst vervangen :

'- het kind erkend als gehandicapte wordt geteld als twee kinderen ten laste'.

Art. 4. Artikel 2, lid 1, 16° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen wordt door de volgende tekst vervangen :

'16° Geactualiseerde kostprijs : de kostprijs van de woning die jaarlijks aangepast wordt op 1 januari volgens de gezondheidsindex'.

Art. 5. Artikel 2, lid 1, 19° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen wordt door de volgende tekst vervangen :

'19° Solidariteitsbijdrage : het bedrag, betaald door de huurders van wie de inkomsten hoger zijn dan de toelatingsinkomens van toepassing op hun gezin, dat gevoegd wordt bij de reële huurprijs die overeenkomstig dit besluit vastgelegd wordt'.

Art. 6. § 1. In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt het volgende punt ingevoegd :

'30° Verwerping : operatie die erin bestaat om een kandidatuur voor een sociale woning in een maatschappij op te heffen. In het geval dat de maatschappij die tot de verwerping overgaat, de referentiemaatschappij van de kandidaat-huurder is, brengt deze verwerping de schrapping van de kandidatuur met zich'

§ 2. De punten 30, 31, 32, 33 en 34 van artikel 2 van hetzelfde besluit moeten daarom opnieuw genummerd worden en worden de punten 31, 32, 33, 34 en 35.

Art. 7. In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt het volgende punt ingevoegd :

'36° Patrimoniumoverdracht : elke willekeurige juridische handeling tussen openbare vastgoedmaatschappijen die de overheveling van sociale woningen van de ene openbare vastgoedmaatschappij naar een andere beogen.'

Art. 8. § 1. Artikel 3, lid 1, 2°, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen :

'2° twee slaapkamers voor een gehuwd of samenwonend koppel waarvan een van de leden een persoon erkend als gehandicapt is voor zover de kandidaat-huurder hierom verzocht heeft'

§ 2. Artikel 3, lid 1, 3°, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen :

'één bijkomende slaapkamer per kind : voor twee kinderen van hetzelfde geslacht die jonger zijn dan 15 jaar of twee kinderen van verschillend geslacht die beide jonger zijn dan 12 jaar, volstaat echter één kamer op voorwaarde dat de kamer een oppervlakte van minstens 6 m2 heeft, voor zover zij niet als gehandicapt zijn erkend;'

§ 3. Artikel 3, lid 2, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen :

'Bij de toekenning van de woningen kan de maatschappij, na akkoord van de sociaal afgevaardigde, afwijken van de hierboven vastgestelde normen ten voordele van de kandidaat-huurder die hierom verzocht heeft.'

§ 4. In artikel 3, lid 4, van hetzelfde besluit, worden de bewoordingen 'van 678, 41€' vervangen door de bewoordingen 'vastgesteld op 1 januari 2015 op 678, 55 €'.

Art. 9. Paragraaf 6 van artikel 3bis van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 10. § 1. In artikel 4, § 1, lid 1, van hetzelfde besluit, worden de bewoordingen 'van 21.370, 09 €' vervangen door de bewoordingen 'op 1 januari 2015 op 21.374,36'

§ 2. In artikel 4, § 1, lid 2, van hetzelfde besluit worden de bewoordingen 'op 23.744,56 €' vervangen door de bewoordingen 'op 1 januari 2015 op 23.749,31 €

§ 3. In artikel 4, § 1, lid 3, van hetzelfde besluit worden de bewoordingen 'op 27.136,66 €' vervangen door de bewoordingen 'op 1 januari 2015 op 27.142,09 €'

§ 4. Artikel 4, § 1, lid 4, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen :

'Deze bedragen worden op 1 januari 2015 met 2.035,65 EUR verhoogd per kind ten laste en met 4.071,31 EUR per gehandicapte volwassen persoon die deel uitmaakt van het gezin.'

§ 5. Artikel 4, § 7, lid 2, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen :

'Indien de kandidaat-huurder aan de in het eerste lid bedoelde voorwaarde niet kan voldoen, dan kan hij aan de referentiemaatschappij van zijn keuze zijn intentie meedelen om achteraf een aanvraag voor een sociale woning bij haar voor de maatschappijen van zijn keuze in te dienen, als minstens één van de gezinsleden, dat niet de hoedanigheid van kind ten laste bezit, hetzij :

- in het bezit is van een attest van immatriculatie;

- een bevel gekregen heeft het grondgebied te verlaten dat hetzij niet vervallen, hetzij verlengd is;

- in het bezit zijn van een bijlage 35 afgeleverd krachtens de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

- in het bezit is van een nog niet vervallen aankomstverklaring, zoals bedoeld in bijlage 3 afgeleverd krachtens de Wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

- het bewijs kan voorleggen dat bij de Raad van State een beroep werd ingesteld tegen een maatregel tot verwijdering van het grondgebied, genomen op grond van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.'

§ 6. Artikel 4, § 7, lid 4, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen :

'Op straffe van nietigheid van deze verklaring dient het gezin ze op eigen initiatief om de twee jaar te hernieuwen en de referentiemaatschappij binnen twee maanden op de hoogte te stellen van elke adreswijziging.'

Art. 11. In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt een § 2ter ingevoegd :

'In geval van overheveling van het totale patrimonium van een maatschappij naar een andere, behoudt de kandidaat-huurder zijn referentiemaatschappij zoals bepaald in artikel 5 § 2, van dit besluit, onverminderd de toepassing van § 2bis van hetzelfde artikel.

Onverminderd de mogelijkheid om van referentiemaatschappij te veranderen zoals bepaald in artikel 5, § 2bis van dit besluit, heeft de kandidaat-huurder die, ingevolge de overheveling van het patrimonium van zijn referentiemaatschappij naar andere maatschappijen die een impact op de keuze van zijn referentiemaatschappij heeft, binnen een termijn van twee maanden vanaf de verzending van de aanvraag de mogelijkheid om een nieuwe referentiemaatschappij te kiezen volgens de procedure vastgelegd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij. Bij afwezigheid van een antwoord binnen deze termijn krijgt de betrokken kandidaat-huurder van rechtswege als nieuwe referentiemaatschappij die toegewezen die het grootste deel van het overgehevelde vastgoedpatrimonium op zich neemt.'

Art. 12. § 1er. Artikel 6, § 2, lid 3, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen :

'Op ieder ogenblik, kan de kandidaat het aantal gemeenten en/of maatschappijen waar hij een woning wenst uitbreiden. De datum van inwerkingtreding van elke uitbreiding van de keuze van gemeentes en/of van maatschappijen is de datum van inwerkingtreding van de oorspronkelijke kandidatuur als bedoeld in artikel 5, § 3, lid 2 van dit besluit. Hij kan dit aantal verkleinen ook voorafgaand aan de toepassing van de in artikel 15.1 van dit besluit bedoelde bepalingen.De kandidaturen die binnen drie maanden na de aanvraag om bevestiging onbevestigd blijven, worden uit het register geschrapt.'

§ 2. Artikel 6, § 4, van hetzelfde besluit wordt door de volgende tekst vervangen :

'Iedere beslissing tot schrapping wordt behoorlijk gemotiveerd en gedateerd aan de kandidaat-huurder meegedeeld binnen de dertig werkdagen bij een ter post aangetekende brief. Overeenkomstig artikel 76 van de ordonnantie kan de kandidaat binnen zes maanden volgend op de dag van verzending van de aangetekende brief een klacht indienen bij de OVM tegen deze beslissing. De OVM kan op eider ogenblik, mits akkoord van de sociaal afgevaardigde, de schrapping van de kandidaat-huurder opzeggen. De geschrapte kandidaat kan zich binnen een periode van zes maanden niet opnieuw inschrijven in een maatschappij.'

Art. 13. § 1. In de Franstalige tekst van artikel 7, 4°, van hetzelfde besluit wordt het woord "aide" door het woord "action" vervangen.

§ 2. In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt een 10° ingevoegd :

'"wanneer de toewijzing gebeurt in het kader van een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT