Besluit nr. 2020/037 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2019 tot bepaling van de vorm en van de procedures voor de bekendmaking en de terbeschikkingstelling van de beslissingen, genomen door het college van burgemeester en schepenen, de gemachtigde ambtenaar en de Regering inzake stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen en stedenbouwkundige attesten, de 10 juin 2020

Artikel 1. In artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de vorm en van de procedures voor de bekendmaking en de terbeschikkingstelling van de beslissingen, genomen door het college van burgemeester en schepenen, de gemachtigde ambtenaar en de Regering inzake stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen en stedenbouwkundige attesten, wordt het punt op het einde van 5° vervangen door een kommapunt en wordt een 6° toegevoegd dat als volgt luidt:

"6° De verplichting tot aanplakking, voorzien in artikel 6, § 1, tweede lid.".

Art. 2. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt:

  1. § 1 wordt gewijzigd als volgt:

    In het eerste lid worden de woorden "gedurende vijftien dagen uitgehangen op het gemeentehuis en wordt ze" geschrapt;

    In het eerste lid worden de woorden "gedurende minstens dertig dagen" ingevoegd tussen de woorden "bedoeld in artikel 2," en de woorden "gepubliceerd";

    Het tweede lid wordt als volgt vervangen:

    "Daarenboven gaat de aanvrager over tot een bijkomende aanplakking van een mededeling, gedurende vijftien dagen, op het betrokken goed, op een plaats die vanaf de openbare weg zichtbaar is. Er dient een bijkomende aanplakking, van dezelfde duur, van deze mededeling te gebeuren aan de bestaande of toekomstige toegangen tot het betreffende goed die op de grens tussen dit goed en de openbare weg liggen, of, indien er geen toegang tot dit goed is, op de muren en gevels ervan aan de kant van de openbare weg.

    1. Tussen het huidige tweede en derde lid wordt een derde lid ingevoegd dat luidt als volgt:

      " De overheid die haar beslissing betekent, voegt bij haar verzending de aan te vullen en conform het tweede lid aan te plakken mededeling."

    2. Het huidige derde lid wordt het vierde lid en wordt vervangen als volgt:

      "De mededeling die in het tweede lid bedoeld wordt, wordt opgesteld met een zwart lettertype van minstens 14 punten didot, op witte achtergrond en heeft het formaat DIN A3. Het wordt zo geplaatst dat het makkelijk leesbaar is, op 1,50 meter hoogte, desnoods op een schutting of een paneel op een stok, en dient gedurende de hele aanplakkingsperiode perfect zichtbaar en leesbaar te blijven. "

  2. § 3 wordt als volgt gewijzigd:

    In 2° worden de woorden " behalve tussen 15 juli en 15 augustus" ingevoegd na de woorden "20 uur,".

  3. § 4 wordt als volgt gewijzigd:

    1. In het enige lid, dat het eerste lid wordt, worden de woorden "De aanplakking, bedoeld in § 1, gebeurt door het college van burgemeester en schepenen" vervangen door de woorden "De publicatie, bedoeld in § 1, eerste lid, gebeurt door de bedoelde gemeente(n)";

    Een tweede lid wordt ingevoegd, dat luidt als volgt:

    "De aanplakking, bedoeld in § 1, tweede lid, gebeurt door de aanvrager binnen een termijn van achttien dagen, te rekenen vanaf:

  4. de ontvangst van de beslissing;

  5. het verstrijken van de termijn, toegekend aan de vergunningverlenende overheid voor de betekening van haar beslissing, indien het uitblijven van een beslissing geldt als weigeringsbeslissing.".

    Art. 3. Dit besluit treedt in werking de dag na zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.

    Het is van toepassing op de beslissingen die aangeplakt moeten worden tussen 16 juni 2020 en 31 december 2020.

    Art. 4. De minister bevoegd voor Stedenbouw, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

    Handtekening

    Brussel, 10 juni 2020.

    Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :

    De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

    1. VERVOORT

      De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met financiën, begroting, openbaar ambt, de promotie van meertaligheid en van het imago van Brussel,

    2. GATZ

      Aanhef

      De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

      Gelet op de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19;

      Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2019 tot bepaling van de vorm en van de procedures voor de bekendmaking en de terbeschikkingstelling van de beslissingen, genomen door het college van burgemeester en schepenen, de gemachtigde ambtenaar en de Regering inzake stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen en stedenbouwkundige attesten;

      Overwegende artikel 39 van de Grondwet;

      Overwegende de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder de artikelen 6, § 1, punt I, 1°, en 20;

      Overwegende de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, in het bijzonder artikel 8;

      Overwegende de richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten;

      Overwegende het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd;

      Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 april 2020 houdende verlenging van de termijnen bepaald in artikel 1 van het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd;

      Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 mei 2020 houdende een tweede verlenging van de termijnen bepaald in artikel 1 van volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd

      Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering;

      Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 juli 2019 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

      Overwegende dat het coronavirus COVID-19 op 11 maart 2020 door de WHO bestempeld werd als een pandemie;

      Overwegende dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, als gevolg van de maatregelen om de verspreiding van het virus te beperken, beslist heeft tot de opschorting van de dwingende termijnen en van de beroepstermijnen, bepaald in de hele Brusselse wetgeving en regelgeving of op grond ervan aangenomen;

      Dat die opschorting twee doelstellingen nastreefde; dat ze er enerzijds toe strekte te garanderen dat geen enkele burger wordt gehinderd in het uitoefenen van zijn rechten of het nakomen van zijn verplichtingen als gevolg van de impact van de gezondheidscrisis op de dagelijkse werking van de openbare diensten of als gevolg van het feit dat hij zelf niet in een situatie verkeert die hem toelaat deze uit te oefenen; dat ze anderzijds ertoe strekte te garanderen dat de openbare diensten in staat zijn de bestuursrechtelijke procedures en beroepen die onder hun verantwoordelijkheid vallen, daadwerkelijk te behandelen, en tegelijk te voorkomen dat beslissingen bij verstek worden genomen indien het niet mogelijk is ze binnen de vereiste termijnen te behandelen;

      Overwegende dat deze opschorting de overheidsdiensten niet belet heeft de lopende administratieve procedures voort te zetten indien ze verenigbaar waren met de lockdownmaatregelen;

      Dat daarentegen de uitvoering van de verplichtingen die opgelegd worden door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2019, met name wat betreft de aanplakking van de mededelingen van beslissing, moeilijk realiseerbaar was, aangezien deze maatregelen onverenigbaar waren met hogergenoemde regels, omdat ze een niet-essentiële verplaatsing vergden van het gemeentepersoneel dat met de aanplakking belast was;

      Dat, ook al werden dankzij de continuïteit van de gemeentelijke en de gewestelijke dienstverlening talrijke beslissingen genomen tijdens deze lockdownperiode, zowel de aanplakking als de raadpleging van deze beslissingen des te ingewikkelder was;

      Dat hieruit volgt dat de bevoegde bestuurlijke overheden niet onmiddellijk bij machte zullen zijn alle sinds 16 maart 2020 uitgestelde aanplakkingen van bekendmakingen van beslissingen uit te voeren; dat de doelstellingen van het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere bevoegdheden van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd, niet gehaald zouden worden indien geen enkele begeleidingsmaatregel wordt voorzien tegelijk met opheffing van de opschorting van de termijnen;

      Overwegende dat de aanplakking de transparantie inzake de afgifte van de vergunning beoogt te versterken; dat ze ertoe strekt om het recht op informatie van het betrokken publiek te waarborgen; dat de informatie van het publiek beperkt zou worden in het geval dat die aanplakkingen niet zouden worden uitgevoerd;

      Overwegende dat artikel 2, § 1 van de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 de regering machtigt om alle nodige maatregelen te treffen om, onder bedreiging van ernstig gevaar, elke situatie die een probleem vormt, te voorkomen en met spoed aan te pakken binnen het strikte kader van de COVID-19-pandemie, met inbegrip van de aanpassing van wetteksten;

      Overwegende dat het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2019 de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT