Besluit houdende de nadere uitvoeringsregels voor de controle op radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water, de 24 novembre 2016

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Definities

§ 1. Voor de toepassing van dit besluit gelden de definities opgenomen in artikel 2 van het koninklijk besluit van 31 mei 2016 betreffende de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water.

§ 2. Aanvullend wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder :

Koninklijk besluit van 31 mei 2016 : het koninklijk besluit van 31 mei 2016 betreffende de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water.

HOOFDSTUK 2. - Laboratoria

Art. 2. Verplichtingen voor de laboratoria waarop de leverancier een beroep doet

De laboratoria die voldoen aan de voorwaarden van artikel 10 van het koninklijk besluit van 31 mei 2016 dienen naast de verplichtingen opgenomen in het koninklijk besluit, eenmaal per maand de analyseresultaten van de voorbije maand aan het Agentschap over te maken via het door het Agentschap aan de geselecteerde laboratoria ter beschikking gestelde rapporteringsprotocol. Dit protocol omvat minstens de volgende elementen : karakterisering van de punten waar aan de parameterwaarden moet worden voldaan (unieke naam en identificatiecode) en de punten van monsterneming, breedte- en lengtecoördinaten van het punt waar aan de parameterwaarden moet worden voldaan, code van het stroomgebied (catchment), datum van de wateronttrekking (datum en uur), datum van de radioactiviteitsmeting (datum en uur), types radioactiviteitsmetingen en resultaten in Bq/L (waarde en fout m.b.t. de waarde, karakterisering van het soort fout), eventuele berekening van de indicatieve dosis (ID) in mSv/jaar.

HOOFDSTUK 3. - Richtlijnen voor de radiologische controle

Art. 3. Voorwaarden betreffende de punten waar aan de parameterwaarden moet worden voldaan

De punten waar aan de parameterwaarden moet worden voldaan, bevinden zich bij voorkeur :

  1. na de waterbehandeling;

  2. na een mengsel van water, behalve indien het toegevoegde water reeds eerder door een leverancier werd gecontroleerd;

  3. aan de kraan;

  4. na de integratie van het water in de productieketens van levensmiddelenbedrijven, behalve indien het water door een waterleverancier wordt verdeeld dat reeds eerder door een leverancier werd gecontroleerd.

    Art. 4. Bemonstering van het water

    De waterleveranciers en de laboratoria die stalen van het water dienen te nemen om de radioactiviteit te analyseren, moeten de volgende voorschriften volgen :

    § 1. De staalname voor de bepaling van radonwaarden moet volgens een van de volgende drie conditioneringsmethodes gebeuren :

  5. Eerste methode : plastic buis en fles

    De fles/flacon die wordt gebruikt is in PE en heeft een volume van 5 liter. De container moet op het punt van monsterneming volledig gevuld worden, met inachtname van de volgende specificaties :

    1. sluit een plastic buis op een kraan aan via een aan de diameter aangepast verstelsysteem;

    2. breng het andere uiteinde van de buis in de flacon in, zoals in de punten c) tot en met e) beschreven;

    3. zorg ervoor dat de wateraanvoer via een gelijkmatige stroom gebeurt. Laat de fles/flacon gedurende 2 minuten overlopen. Regel de stroom bij om zowel turbulenties, luchtbellen, als lege volumes in de buis en in de fles te vermijden;

    4. haal de buis weg, draai de dop goed vast en vermijd hierbij dat er lucht onder de dop blijft zitten;

    5. breng een etiket aan op de staalname en vul het registratieformulier in dat bij het staal moet worden gevoegd, volgens de instructies beschreven in artikel 5.

  6. ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT